Column Sjaak Grosthuizen – 27 april 2013: Feestelijk heden
Natuurlijk volgen mevrouw Grosthuizen en ik de Koninklijke festiviteiten op de voet en voor de televisie. Dat onze aanstaande koningin in Hoorn een bezoekje bracht deed even alle leed vergeten. Bestaat er iets mooier dan een feestelijke gebeurtenis in een schoongepoetste omgeving. Ik vrees dat de Koninklijke familie dagelijkse vuilveegjes, stofpluizen en slipsporen alleen kennen in hun eigen woonomgeving. Ik heb wel eens naïef gedacht dat een koningin zich daarom best eens kan afvragen hoe het in ’s hemelsnaam mogelijk is dat dit nergens in den lande te bespeuren is en dat ze misschien wel daarom denkt dat ze zelf het vuilste huishouden van het land heeft. Je komt dan ook niet zo maar bij haar in huis. Vandaar ook die geheimhouding die regeringsleden opgelegd krijgen over hun bezoeken aan het paleis.
In Hoorn werd ook door kinderen feestelijk meegedaan aan de Koningsspelen. Jammer dat het regende. De prins mag dan afscheid genomen hebben van het water, maar het water heeft dat nog niet van hem. Dat belooft wat voor de kroningsdag.
Eigenlijk hoop je dat in deze korte tijd met een historische gebeurtenis helemaal niks gebeurt wat de pret kan drukken. Ook voor de hardwerkende politicus even een momentje van onverstoorde feestvreugde. Geen sores aan je kop. Straks, na 1 mei weer de dagen van politieke arbeid. Maar dan lees je een brief over de zorgelijke sociale leefomstandigheden in de Grote Waal. Twee goedwillende dames van de PvdA-fractie, die hun politieke taak zelfs uiterst serieus nemen tijdens een wandelingetje door de wijk. Ze zien de leefbaarheid in deze wijk ernstig bedreigd door deprimerende verweerde lantaarnpalen en kierende houten schuurtjes en nog wat prozacondersteuningvragende leefomstandigheden. Hebben ze geen gelijk dan om hier aandacht voor te vragen? Natuurlijk wel! Op elk ander moment dan deze korte tijd en de aankomst van Sinterklaas moeten we elkaar zelfs trachten de loef af te steken in onze lofuitingen over deze zoektochten naar zaken die dringend dienen te worden aangepakt. Onze politieke schatten Dilek Kücüksanturk en Kholoud al Mobayed verdienen deze lof, maar nu even niet. Zet even voor een weekje een oranje hoedje op. Staat best leuk.
Laten we onze emoties nu even kleuren door de vreugde om hen die een Koninklijke onderscheiding kregen. Er staan mensen op de lijst die jou meteen duidelijk maken waarom jij niet in aanmerking komt.
En natuurlijk vraagt Karin Hakhoff namens de alerte fractie VOCH aandacht voor mogelijke spookburgers. Niet alleen een staatssecretaris, maar kennelijk ook ons gemeentelijke apparaat waren te vroeg blij met de interesse van bijvoorbeeld Bulgaren voor ons land en voor onze stad. De lijfelijke aanwezigheid en positieve bijdragen van veel van deze toeristen voor stad en land worden terecht gemist. Dat Hoorn hierdoor ook een beetje spookstad is geworden en dat onze ambtenaren nu te kijk staan als mensen die eigenlijk niks weten van het wie, wat, waar en hoe van alle burgers stemt tot nadenken. Maar mag dat na volgende week?
Ja, natuurlijk ben ik een beetje simpel persoon. Misschien moet ik wanneer ik een feestje wil vieren me verre houden van kranten, nieuwsbulletins op radio en tv, gasten met breed uit te meten gezondheidsklachten, familieleden met financiële problemen, vrienden met relatiesores, buren die zich waarschijnlijk nooit zullen opdringen als toekomstige mantelzorgers, blauwe enveloppen, garagerekeningen en politici met oplossingen voor leed in stad en wereld, die niet ten koste gaan van de toekomstige generaties. Eigenlijk horen feestjes en het gewone leven niet bij elkaar. Ik wil best het merendeel van mijn levensdagen een leven leiden dat af en toe aanleiding geeft tot schouderklopjes, maar gun me af en toe een momentje dat ik onbelemmerd kan feesten. Het feestelijke gevoel bijvoorbeeld dat de VVD-man met groene vingers Chris de Meij nu moet voelen nu hij zijn volkstuintjespassie gedeeld ziet met GroenLinkscollega’s Patricia Kusters en Jacqueline Amesz. En de beoogde doelgroep die daar de handen uit de mouwen kan steken past ook zo ontzettend goed bij beide politieke stromingen. Voedselbankklanten zouden daar zaken kunnen verbouwen die ze niet elke week in het pakket zullen vinden en ze zouden daar een handeltje mee kunnen starten.
Na volgende week gaan we gewoon weer op zoek naar de redenen waarom het allemaal niet werkt. Daar zijn we soms veel beter in. Zo kunnen we gezamenlijk weer werken aan de behoefte om weer eens een feestje te vieren.