SJAAK GROSTHUIZEN 19 oktober 2013 : Af- of aanbesteden
In een vorig leven was ik een redelijk actieve amateurfotograaf. Mijn budget voor handige aanvullingen van camera- en dokamateriaal was beperkt. In de winkel waar ik mijn materialen betrok werd ik steevast geholpen door Jan. Jan wist wat ik al had, wat ik ermee deed, wat mijn wensen konden zijn en wist bovenal wat wel en wat niet binnen mijn financiële bereik lag. Jan heeft me nooit belazerd. Dat ervoer ik als zeer prettig. Het kwam niet in me op, ooit naar andere fotowinkels te stappen, zelfs niet wanneer ik wist dat ik daar af en toe voordeliger uit kon zijn.
bleven we trouw aan de winkeliers waarmee we een goede relatie hadden
In de loop der jaren hebben wij ook met andere winkels zo’n relatie opgebouwd. Je betaalde ook voor service en voor een persoonlijke band met winkeliers. Soms betaalde je iets meer voor je spullen; soms kregen we een extra korting waar helemaal niet om gevraagd was. Alle tips over zaken waar we geld konden uitsparen ten spijt, bleven we trouw aan de winkeliers waarmee we een goede relatie hadden. Ik geef niet graag toe, dat we ondanks dat af en toe zwichtten voor een aanbod elders. Maar dit ging altijd gepaard met een beetje schuldgevoel en met de hoop dat de vertrouwde vaste winkelier hier nooit lucht van kreeg.
Ritselbanden zijn gebaseerd op heb- en graaizucht.
Gemeentebesturen gaan ook over aankopen die nodig zijn voor een stad. Vroeger konden werken worden uitgevoerd door bedrijven die of met de gemeente een historische aanbestedingsband hadden ontwikkeld of zo’n band hadden met de op dat moment residerende burgemeester of wethouders. Die banden verwerden in een aantal gevallen tot ritselbanden. Ritselbanden zijn gebaseerd op heb- en graaizucht. Daar is een eind aan gekomen, door wet- en regelgeving waar veel mensen opgelucht van geraakten. Er is nu een reglement voor aanbestedingen. Voor erg grote projecten is er zelfs een Europees reglement. Na diverse bouwfraudezaken lijkt dat de beste manier te zijn om af te zijn van limboachtige sjoemelpraktijken.
Ik heb even getracht me door het uitgebreide reglement van aanbestedingen te worstelen. Dat heb ik snel opgegeven. Eén ding werd mij duidelijk: om mazen in de wetgeving te dichten heb je een hoop stopgaren nodig. Vanuit berichtgeving om mij heen mag ik begrijpen dat een hoop goedwillende en – presterende bedrijfjes hieraan ten onder dreigden te gaan.
Er is altijd wel een mogelijkheid om oppositie over te voeren.
Hoe verfrissend is het dan, wanneer gemeentebestuurders desondanks openingetjes trachten te vinden om lokale en/of regionale bedrijfjes in te schakelen bij grote projecten. En dat het ook mogelijk wordt mensen zonder baan aan werk te helpen. Onze wethouders lopen zich hiervoor warm en zullen zich zelfs bij een minimale lokale inbreng tevreden op de borst kloppen als een sliepuitgebaar naar de linkse oppositie. Voor deze mensen resteert eigenlijk nog maar één activiteit. Men dient bij het presenteren van aanbestedingsplannen te eisen dat er minimaal een dubbele lokale inbreng dient te zijn of een minimale inbreng van bouwpartijen buiten de regio. Dat is dan het fijne van lokale politiek. Er is altijd wel een mogelijkheid om oppositie over te voeren.
Is een beetje broddelwerk ook wel goed?
De gemeente zal geen onnodig strenge selectiecriteria stellen. Wat nu? Is een beetje broddelwerk ook wel goed? Gaan we er gemakshalve maar van uit dat de regionale bedrijven slechts goed zijn voor het iets simpeler werk? Zijn we kopschuw geworden van lokale en regionale bedrijven sinds de befaamde instorting van de toneeltoren?
Ik vrees dat we ook moeten uitgaan van de kunde en kennis van de ambtenaren die namens de gemeente toezicht blijven houden op het bouwproject. Dat betekent dat erg ingewikkelde klussen niet meer van gemeentewege deskundig kunnen worden gevolgd. Dan zou je als het niet te ingewikkeld mag zijn, ook rustig gebruik maken van bedrijven in de buurt.
Als volslagen leken op bouw- en installatiegebied hebben wij voor ons huis bedrijven ingehuurd om de klus te laten klaren. Daarnaast beschikken we over een aantal ‘mannetjes’ die ook allen over vaardigheden en kennis beschikken waar wij nagenoeg niets van in huis hebben. Wanneer zo’n ‘mannetje’ echter de klus tot grote tevredenheid en binnen een budget heeft geklaard, zullen we niet snel besluiten een volgende klus aan iemand anders te gunnen. En al helemaal niet wanneer zo’n mannetje dicht in de buurt woont.
Ergo: wij doen niet aan aanbesteden en hoeven dat ook gelukkig niet. Daar zijn zowel wij als onze mannetjes dik tevreden mee.
Jammer dat dit systeem niet meer mag werken in de grote wereld
Jammer dat dit systeem niet meer mag werken in de grote wereld. Grote vriendschappen tussen ondernemers en gemeente zijn uit den boze. Misschien komt alles wel weer goed wanneer blijkt dat het komende college wordt bemand door onbenaderbare autisten. Of mensen met wie je geen zaken kunt doen. En nee, dat is nu niet helemaal het geval.