SJAAK GROSTHUIZEN 25 mei 2013 – Breekijzer
Wie heeft niet graag politici met ballen? Mensen die van doorpakken weten. Mensen die linksom of rechtsom blijven proberen hun beloftes waar te maken. Mensen van stavast. Met geen tien paarden van hun stuk te brengen. Mensen die volksmassa’s in beweging kunnen krijgen met pakkende kreten. Willen we naar de ratsmodee? Dan gáán we naar de ratsmodee! Of kreten die iets positiever zijn natuurlijk. Politici die balanceren op het randje van populisme, daar is niks mis mee, wanneer ze daarmee een mooi doel bereiken.
We hebben in Hoorn gelukkig politici die focussen op scherp omlijnde doelen. Moeilijke mooie doelen natuurlijk, want een paar centen voor een heel erg goed doel zijn zonder al te veel strijd ook wel voor elkaar te krijgen. Echt moeilijke zaken zijn zaken waar een heleboel andere politici tegen zijn. En niet gewoon tegen-tegen, maar mordicus tegen. Omdat het niet hun goede doel was, omdat het veel centen kost, omdat het ten koste gaat van goede doelen die iets beter liggen bij de kiezer. Ik zeg bewust kiezer. We zijn drie jaren achtereen gewoon burgers en dan een jaar lang kiezers die vooral gekieteld en vertroeteld dienen te worden. We zitten nu in de kiezersfase. Het is nu dus zaak goed op te letten welke goede doelen worden nagestreefd door partijen die het nog niet voor het zeggen hebben en welke goede doelen worden bereikt door de partijen die hier de afgelopen drie jaar wel de tijd voor hebben gekregen. Een en ander ligt iets genuanceerder, maar dat maakt kiezen vaak onduidelijker.
Hebben wij in Hoorn doortastende politici? Nou en of! Wie de juiste berichten leest, weet dat er hard tegen de wind in gefietst wordt alvorens ergens uit te komen. Dat sommige doelstellingen uiteindelijk onhaalbaar blijken te zijn is hen niet aan te rekenen. Miljoenentekorten in plaats van aantrekkelijke katten in bakkies door de bouwmalaise is zeer vervelend, maar de schuld daarvan is ook door te schuiven naar partijen ver buiten Hoorn.
Aart Ruppert, onze VOCH-wethouder van rechttoerechtaanzaken en bevlogen strandwerker, zag ook de dreiging dat flinke geldsommen aan de gemeente voorbij zouden gaan, doordat samenwerkende gemeenten andere gedachten hadden over het te besteden geld. Geld dat Hoorn nota bene zelf had ingebracht. Aart schijnt zich niet erg tactisch te hebben uitgelaten tegenover de partners waarmee op papier zulke prachtige convenantafspraken zijn opgetekend. Ik kan me zijn boosheid voorstellen.
Ooit kreeg ik als kleuter een paar tijdschriften van thuis mee naar school. Daar konden fijn plaatjes uit worden geknipt om de kunstzinnige kant van het kleuterdom ook te kunnen stimuleren. De zuster die het enthousiast in ontvangst nam zei me dat er heel leuke werkjes mee gemaakt konden worden. Dat had ik ook al bedacht. Die ochtend bood zij de knipmogelijkheid aan, maar niet aan mij. Andere kleuters mochten zich uitleven met mijn plaatjes! Toen ik daar iets van zei werd ze zelfs boos en mocht ik helemaal niks meer uitknippen. De boosheid die ik toen voelde zorgde ervoor dat deze en slechts nog één andere herinnering aan de kleuterschool me zijn bijgebleven. Ik zal toen waarschijnlijk geen krachttermen hebben gebruikt, maar zelfs jaren later voelde ik aan dat ze wel gepast waren.
Ook op latere leeftijd ontdekte ik dat samendoen met anderen niet altijd het voordeel bracht dat je werd voorgespiegeld. Er zijn zelfs familieleden waarmee ik slechts met de grootste argwaan iets samen zal doen. Aart kent dit waarschijnlijk en weet dat met gemeenten in de regio niet alles zomaar in goed vertrouwen kan worden samengedaan.
Wij weten dit nu ook door Aart en wanneer ik in de krant lees dat hij ergens woest over is, dan weet ik dat dit komt doordat hij de stad waarin hij is komen wonen zo’n goed hart toedraagt.
Nu is het wel zo dat ook een gemeente als Hoorn niet zonder goede samenwerkingsrelaties met andere gemeenten of instanties kan. Die relaties zullen wat de andere partners betreft ook voor een deel stoelen op argwaan en gezond voorbehoud. De kunst die politici daarbij eigenlijk moeten beheersen is om zo diplomatiek mogelijk en met alle focus op subtiele tactiek eruit te halen wat eruit te halen is. C’est le ton qui fait la musique of ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Daar gaat het om.
Aart Ruppert is een breekijzer. Af en toe dringend nodig om belemmerende muren te slopen. Maar hoeveel vaker hebben we gereedschappen nodig om te bouwen? Vaker toch? Zou het te laat zijn om Aart om te scholen tot bouwer? Of heeft VOCH die vlak voor de verkiezingen ook al in huis?