SJAAK GROSTHUIZEN 13 juli 2013 – Hoorns huishouden
Mevrouw Grosthuizen en ik hebben periodes gekend van krapte. Het einde van het salaris was er dan eerder dan het einde van de maand. Meestal was dat het geval bij onverwachte tegenvallers of noodzakelijke uitgaven om een eenvoudig huishouden draaiende te houden. Studerende kinderen willen wij geen onverwachte tegenvaller noemen, maar ze drukken wel de begroting. Op die momenten keken wij elkaar diep in de ogen en bezwoeren wij elkaar er desnoods een schoonmaakbaantje bij te nemen of een krantenwijkje. Met ons beider HBO-achtergrond was dat geen aantrekkelijk idee, maar wat moet, dat moet. Bezuinigen deden we allereerst op cultuur en charitas.
Soms vergelijk ik, om er nog iets van te kunnen begrijpen, het runnen van een stad met ons eigen huishouden. Hoorn kent ook perioden van krapte. We zitten middenin. Waar haalt een stad extra inkomen vandaan en waar moeten we, uiteraard met pijn in het hart, op bezuinigen?
Dat is goed. Zeker nu. Hoe meer, hoe beter. We hebben het nodig.
Hoorn moet, als ik de krapteberichten van het college mag geloven, elke mogelijkheid tot genereren van extra inkomen met alle beschikbare handen aangrijpen. Onze fraaie binnenstad heeft te maken met allerlei ontwikkelingen in de elektronische cultuur, waaraan veel neringdoenden nog onvoldoende aangepast zijn. Winkeltjes horen in een binnenstad. De binnenstad moet een sterke lokfunctie hebben. Een florerende binnenstad draagt bij aan een florerende stad. We hebben een haven en mensen met allerlei formaten portemonnee komen de stad in via de haven. Dat is goed. Zeker nu. Hoe meer, hoe beter. We hebben het nodig.
Er zijn gelukkig in ons stadsbestuur mensen die dit inzien en daar werk van willen maken. Aart Ruppert bijvoorbeeld, de VOCH-wethouder van florerende-binnenstadswinkeltjeszaken, heeft zich vrijgespeeld van geldverslindende-onwillige-daklozenzaken en heeft nu kans om oog te hebben voor de zware huurlasten van veel binnenstadswinkeliers. Hij strooit met begrip … en eigenlijk is dat het enige waarmee hij kan strooien. Henk Hansen, voorzitter van de grutters binnen de benauwde veste, is zelfs bereid collectieve acties te organiseren om de huurprijzen naar beneden te krijgen. Kijk en zo komen we ergens.
Zie Noord-Korea!
Wat moet je dan denken van de kreet van PvdA-gemeenteraadslid Dilek Bilgen-Küçüksantürk om maximaal zes salonschepen toe te staan bij de afmeerplekken in onze haven? Is de PvdA de weg een beetje kwijt? Wegen vermeende mooie plaatjes op tegen mooie inkomstenmogelijkheden en werkgelegenheid? Het ontstaan van een sociale beweging in de 19e eeuw was toch voornamelijk ingegeven door de behoefte aan een loonzakje waarmee het einde van de dag, week of maand gehaald kon worden? Was het ook niet zo dat culturele uitingen alleen in de strengere varianten van het socialisme ondubbelzinnig te maken moesten hebben met de klassenstrijd? Zie Noord-Korea! Spreiding van inkomen, onderwijs en macht werd het later, zowel bij de SDAP als in de beginjaren bij de PvdA. Is langzamerhand spreiding van cultuur als een nieuw onderwerp van klassenstrijd bijgekomen? Dilek, beste meid, zijn acht salonboten lelijker dan zes? Gaat de PvdA in Hoorn richtlijnen opstellen voor wat wel mooi is en wat lelijk? Wordt dit binnenkort democratisch beslist? Als de meerderheid van de raad besluit dat een salonboot lelijk is, moeten wij ons daar dan bij neerleggen en zullen we ieder die met genoegen of zelfs met open mond van verbazing de grote stroom van toeristen uit die boten gadeslaat dienen te berispen of neer te zetten als cultuurbarbaar?
Een politicus moet een mening hebben over alle zaken die nodig zijn voor het op orde houden van het huishoudboekje van de stad of over zaken waardoor de stad kan floreren en een leefbare plek is voor de burgers. Een politicus mag in zijn of haar privéleven meningen hebben over esthetica of religie. Niet als politicus! Je mag de interesse in cultuuruitingen bevorderen, maar niet bepalen wat wel of niet een correcte smaak is.
Neem dan ook je vakantiegevoel mee.
Hoorn moet steeds vaker de eigen broek ophouden, nu de landelijke overheid steeds meer aan de stad overlaat voor steeds minder geld. De PvdA moet zich dan niet opwerpen als de bakker van de lieverkoekjes. Dat zou in betere tijden wellicht betaalbaar zijn, maar het hoort niet tot de kerntaken van de politiek. Concentreer je meer op het bakken van jammerdangebak en zoek mogelijkheden om daar klanten voor te winnen. Beste Dilek, laat je eens verleiden om mee te varen op zo’n salonboot. Neem dan ook je vakantiegevoel mee. Misschien ontdek je dan mogelijkheden om de interesse in Volendam af te laten nemen. Dan komen er vanzelf middelen vrij om cultuurvaardigheden in de stad te vergroten. Dat kan best eens gebeuren. Mevrouw Grosthuizen en ik kunnen nu eindelijk ook eens genieten van allerlei cultuur. Nu de grootste tegenvallers achter de rug zijn kunnen we ons dat veroorloven. We kunnen zelfs als we dat willen een tochtje met een salonboot maken. Als men nog vaker over die boten blijft zeuren doen we dat ook nog!