7 juni 2014 – Column Sjaak Grosthuizen: Dromen en drijfveren
Je gaat de politiek in om dromen waar te maken. Je moet daartoe beschikken over een enorme drijfveer en zeer zeker wanneer het lokale politiek betreft. Je zit daar niet voor de eigen glorie, tenzij je erg gevoelig bent voor complimentjes uit eigen gelederen, zoals partij, buurt en familie. Je dient deze schone dienende taak met open ogen en oren te vervullen. Houd je een beetje gedeisd wanneer je een beginneling bent. Leer eerst maar eens hoe de hazen lopen, hoezeer politieke tactiek afwijkt van tactieken in allerlei gezelschapsspelletjes en groepssporten.
Wie altijd verliest met monopoly, mens-erger-je-niet of ganzenborden moet zich eens achter de oren krabben en zich afvragen: is een zetel in de gemeenteraad wel een goede plek voor mij? Ben je daar neergezet, omdat partijbestuur en de kiezers menen dat je daar op de juiste plek bent of ben je eerst actief geweest met het rijklaar maken van kruiwagens? In dat laatste geval dreigt een positie als wethouder, zonder vier of meer jaren raadservaring een riskante keuze te zijn. Wethouders hebben, veel meer dan raadsleden, een verantwoordelijkheid om de gemeente niet te veel op te zadelen met projecten die de neiging hebben uit handen met een gat te lopen. De functie heet wethouder, maar zou in deze tijd van krapte geldhouder moeten zijn. Dat is wat ik heb begrepen van de activiteiten van de wethouders in de afgelopen 15 jaar.
Raadsleden die in de oppositie zitten, hebben deze verantwoordelijkheid niet. Zij zijn immer naarstig op zoek naar prettige zaken voor de mensen, waar de coalitie geen geld voor heeft uitgegeven. Het kunnen ook zaken zijn die de gemeente geen cent kosten, maar die een morele, geestelijke, sociale, educatieve, didactische, historische, culturele, linguïstische of symbolische lading hebben. Doorgaans kosten activiteiten die rond deze waardevolle zaken georganiseerd worden klauwen vol geld, terwijl de opbrengsten slechts door de organisatoren zelf worden gezien. Voor de doorgewinterde politicus geldt dat je duidelijk moet maken dat je deze alleen maar door de homo sapiens ontwikkelde zaken wel omarmt – ook een politicus is ergens homo sapiens – maar buiten de politiek om aan de mensen moeten worden aangeboden.
Kun je je mijn verbazing voorstellen toen ik in de krant een uitspraak las van D66-wethouder van stadsgoud Ben Tap?
Een wethouder in 2014 heeft te kort geld. Hij of zij dient gedurende vier jaar op gespannen voet te leven met de wethouder van financiën. Iedereen die ook maar een rudimentair gevoel heeft voor gemeentepolitiek weet dat. Dacht ik dus. Kun je je mijn verbazing voorstellen toen ik in de krant een uitspraak las van D66-wethouder van stadsgoud Ben Tap? Hij zei dat er zat geld was voor ideeën om de toeristische waarde van Hoorn te veranderen in een soort gouden standaard. ‘Ben bedoelt natuurlijk niet via de politiek, maar in de samenleving!’ hoor ik PvdA-wethouderes van het tastbare stadsgoud Judith de Jong direct reageren in de hoop dat de verheugde toehoorders van Ben achteraf begrijpen dat dit ook als zodanig is bedoeld.
Natuurlijk ook heel leerzaam voor Alex.
De oppositie in Hoorn begint langzaam aan op stoom te komen. Symen van der Meer van Hoorns Belang is zijn werk als raadslid stevig begonnen. Deels natuurlijk om zijn kompaan in de fractie, Alex van der Kleij, te leren hoe als raadslid van een oppositiepartij te handelen. Een stoomcursus, want in de korte tijd na de verkiezingen en de vorming van een nieuw college verraste hij ons met een drietal epistels over waarlijk prangende zaken in Hoorn. Zoals daar zijn: het invullen van het bouwterrein op de plek van de oude schouwburg, het stallen van fietsen bij station Kersenboogerd, het uitvoeren van een raadsbesluit over het verruimen van de toegangstijd voor de horeca. Dat laatste ook ondertekend door enkele naar beleidsbloed smachtende co-oppositiepartijen. VOCHoorn, HSP en HOP. Zij geven hiermee aan de samens-sta-je-sterkervariant toe te passen. Natuurlijk ook heel leerzaam voor Alex. ‘Zorg dat je als eerste van de oppositie iets aan kaart. Dan is het of jij de oppositieleider bent.’
‘En Fractie Tonnaer dan? Doet die niet met ons mee?’’ hoor je Alex vragen.
‘Tien bonuspunten extra, elke keer wanneer je hem te vlug afbent! En nog iets: de druk op de coalitie nooit van ze langzalzeleven loslaten!’ doceerde Symen. ‘De burgemeester staat niet zover boven de partijen dat je hem niet achter de vodden mag zitten!’ was de inhoud van de volgende les. ‘Spit nu als huiswerk de beloften van het vorige college na waar het huidige college zich ook aan te houden hebben.’ Alex zie je dan heftig instemmend knikken. Van Symen van der Meer, zijn eigen fractievoorzitter, valt een hoop te leren.
Alex en andere nieuwe raadsleden staan het komende eerste bestuursjaar nog prachtige wijze lessen te leren. De drijfveren om in Hoorns stadspolitiek te plegen krijgen door Symen meer inhoud en worden sterk vergroot in aantal. Dat is een goede zaak, want met een overvloed aan drijfveren kun je immers nooit verzuipen.