13 september 2014 – Column Sjaak Grosthuizen: Echte democratie
Over politici hebben we een vaak een verstard en vertekend beeld. Zij zitten in een ivoren toren en halen daar dingen uit die je niet helemaal kunt zien, maar dat is wel het enige dat je kunt doen. Kijken. En luisteren natuurlijk, want politici doen meer met woorden dan dominees. Politici veroveren eerst jouw hart met een stortvloed aan in mooie woorden verpakte beloften en gaan er met veel minder innemende woorden mee aan de haal. Dat is een beeld. In de kroeg wordt dat beeld zelfs zonder overmaat aan alcohol bevestigd door iedereen die zich mengt in gesprekken over politici. Dat gebeurt wanneer over voetbal genoeg is gezegd. Over voetbal kun je slaande ruzie krijgen door tegengestelde meningen of doordat je verschillende clubs lief hebt. Scheldkanonnades over politici leiden zelden tot ruzie.
Niet om mee te praten. Dat is de regel.
De leden van ons college van burgemeester en wethouders zijn ook wel eens in een kroeg geweest en kennen het klappen van de zweep. Dit college wil ook in barre tijden mensen tevreden houden. Dat gaat niet lukken door in de raadszaal gloedvolle betogen te houden. Niet elke burger wil deze maandelijks terugkerende voorstelling komen bekijken. En wie wel komt kijken, komt om te kijken. Niet om mee te praten. Dat is de regel. In de raad komen wethouders alleen dingen uitleggen en stemmen ophalen om hun zorgvuldig uitgebroede plannen doorgevoerd te krijgen.
Zegt u het maar, moedigen zij de burgers aan.
Wat geweldig is dus het initiatief om als wethouders de burgers na de verkiezingen weer op te zoeken. Niet om het nieuwe evangelie te prediken, maar om te luisteren. Zegt u het maar, moedigen zij de burgers aan. Vertel ons wat u aan het hart ligt. Wij willen dat weten. Wij doen ons werk, waar we overvolle dagdelen mee bezig zijn. Maar kom evengoed maar op met uw vragen, uw wensen, uw zorgen. Wij horen u. Sterker nog, wij luisteren. Wij willen u nog beter begrijpen. Kunt u iets luider spreken? Het is zo’n herrie om ons heen en de akoestiek is niet je dat.
Zo heb ik ze gezien. Ons college niet tegenover, maar met de burgers. Weke knieën van emotie. Vooral toen ik een burger hoorde zeggen, dat dit de ware democratie is. Voor het volk en door het volk. Ik kan het alleen maar met hem eens zijn. Ik zag geen verbeten gezichten, gebalde vuisten, hoorde geen gebral, ook niet van de burgers. De welwillendheid lag als een sussende deken over het hele gezelschap. Tevredenheid alom en goddank: één kritisch persoon die me zei dat je nu maar moest afwachten wat de politici hiermee gaan doen.
Hier heeft u mijn telefoonnummer of mail me.
Twijfelt ons college aan het eigen beleid? Missen onze wethouders burgervriendelijke beleidselementen in hun eigen stukken? Het college is eigenlijk nog maar net begonnen met de klus en heeft nog nauwelijks de tijd gehad de Hoornse burgerij op de achterste poten te krijgen. Ontevreden heethoofden hebben nog niet eens de kans gehad om protestbijeenkomsten te organiseren. Is dit de tactiek om ontevredenen de wind uit de zeilen te nemen? Om de oppositie monddood te maken? Ach, meneer Tonnaer, wij kennen de burgers ook, hoor. Meneer Vinkenborg , wij spreken ze misschien wel vaker dan u. Zou dit een poging zijn om te voorkomen dat er bij de volgende verkiezingen weer drie splintergroepen bijkomen? Zal de burgerij nu beseffen dat je met zorgen en wensen niet meer naar de oppositiepartijtjes hoeft te stappen, maar direct bij het college langs kunt? Heeft u wat? Hier heeft u mijn telefoonnummer of mail me. Democratischer kan het niet, lieve burger.
Ik heb genoten van de bijeenkomst. Zal ik in Hoorn nog ooit protestbijeenkomsten kunnen meemaken? Vlammende betogen over door het college veroorzaakte ellende kunnen aanhoren? Je zou bijna denken: echte democratie maakt oppositie overbodig. Zonde toch?