22 februari 2014 – Column Sjaak Grosthuizen: Plek voor kunstige kunstkunde
Ik heb nooit een Mercedes gereden. Zelfs met ons gezamenlijke inkomen was dat altijd vanzelfsprekend. Een Mercedes hoort niet bij mijn soort mensen. Doe maar gewoon. Dat kost al genoeg.
In de grote wereld is dat eigenlijk net zo. Een plattelandsgemeente die een gigantisch project neerzet, wordt overduidelijk bestuurd door mensen die nooit gekozen hadden moeten worden. Wethouders die zo nodig hun persoonlijke footprint willen achterlaten moet je wegstemmen. Dat kan namelijk.
maar wie wil dat uitvoeren?
In Opmeer staat een groot bouwproject. Niet het idee van de lokale partij Megalomaan Opmeer, maar van Megalomaan Scheringa, die zijn collectie kunstvoorwerpen wilde uitstallen. Het enorme gebouw staat goeddeels afgemaakt maar pathetisch leeg op Opmeerse grond. Ook de Opmeerse politiek geloofde in de uitstraling die dit museum naar het dorp kon hebben. Nieuwe ideeën om het gebouw nuttig en betaalbaar vol te stoppen met ‘grootschalige slechtweervoorzieningen’ (in de krant stond daar geen rood kronkellijntje onder) worden wel genoemd, maar wie wil dat uitvoeren?
Bedrijfsleven, overheid en onderwijs kunnen elkaar op die plek ontmoeten en versmelten in een oh zo nuttige omstrengeling.
Ik snap de zuinige cultuurgenieter wel.
Hoorn heeft nuttige instellingen die grotendeels afhankelijk zijn van subsidie. De meeste organisaties die iets willen doen op het gebied van nuttige en noodzakelijke educatie en nuttige en zeer noodzakelijke cultuur zijn afhankelijk van overheidsgeld. Waarom? Misschien omdat de gewone burger grosso modo niet zoveel geld over heeft voor cultuur. De doorsnee burger wil best wel eens iets beleven op cultureel gebied, maar willen niet zoveel betalen dat genieten van cultuur kostendekkend is. Hierbij wil ik best aantekenen dat het niet onmogelijk is dat over 100 jaar Frans Bauer, Jan Smit en Nick en Simon als belangrijke zelfkostend cultuur uit het begin van de 21ste eeuw wordt beschouwd. Ik snap de zuinige cultuurgenieter wel. Ik ben gek op opera, maar een bezoek aan een prachtige voorstelling in de Stopera kost een heel lekkere single malt Schotse whisky. Daar doe ik veel langer mee.
In Hoorn zoeken verschillende culturele instellingen elkaar op om een mooie droom waar te maken. Gezamenlijk een nieuw pand betrekken waarin voor elke cultuurvorm plek is om zich te ontwikkelen in een permanente kruisbestuiving. Met behoud van eigen identiteit, lees ik. Hoe moet je dat in de praktijk zien? Mensen die een fraai figuur uit een steen beitelen onder inspirerende klanken van een Bach spelende violist in opleiding? Creatief schilderen in de bibliotheek? D66-Wethouder Peter Westenberg van kunstjes-doe je-zozaken voorspelt zelfs de geboorte van creatieve ideeën voor de gebouwen die de verschillende culturele instellingen achter zullen laten.
Het moet een cultureel knooppunt worden voor de regio. Een Westfries Centrum voor Kunsten. Directies van de kunstige instellingen zijn heilig overtuigd van het belang van hun kunstvorm voor de samenleving. Zij zijn vaak de eersten die de relatie tussen geld en kunst als iets verfoeilijks vinden. Kunst is geen koopwaar. Kunst is een manier om de voortgeschreden beschaving te illustreren. Daarom begrijp ik hoe het komt hoe veel paleizen der kunst zo godsgruwelijk duur zijn. Kunst gedijt niet in een schuurtje, en dat snap ik tot op zekere hoogte. Maar moet een paleis voor schone kunsten per sé 15 miljoen kosten? Ars of pecunia, dat is de vraag. Het is wel voor de hele regio, is dan waarschijnlijk het weerwoord.
Dat zit regelmatig vol met mensen die blij zijn dat ze niet in Hoorn wonen.
Voor de regio betekent dat alle mensen uit de zeven Westfriese gemeenten er naar toe gelokt dienen te worden. Wat een bof voor de Hoornse aspirantkunstenaars; die hebben hun culturele groeikans dichtbij. Ach, we hebben ook een paleis voor theaterkunsten. Dat zit regelmatig vol met mensen die blij zijn dat ze niet in Hoorn wonen. Er moeten nodig regionale culturele knooppunten gehakt worden.
In Opmeer staat een nog niet helemaal afgebouwd paleis voor schone kunsten. Voor 4 miljoen is dat aan te passen voor alle kunstzinnige instellingen in de hele regio. Samenwerking van gemeenten in onze regio is in theorie goed mogelijk. Er is daar zelfs door alle gemeenten een Pact van Westfriesland voor ondertekend. Een beetje slim samenwerken scheelt toch bijna een halve tunnel.
Samenwerken is echter een echte kunst op zich. Mooie kunst is prijsloos, maar als het een aantal miljoenen scheelt vraag ik me af: is geld besparen ook een kunst? En hoe belangrijk is het kunnen rijden van een Mercedes nou helemaal? Weet u, als dit plan doorgaat heb je geen tunnel nodig om er te komen.