9 mei 2015 – Column Sjaak Grosthuizen: Goed gedachtegoed?
Er zijn momenten geweest in mijn leven als Sjaak Grosthuizen dat ik dacht werkelijk onpartijdig te zijn. Gewoon, omdat ik dat graag wilde zijn. Zoiets is zuiverder, wanneer je jezelf veroorlooft vragen te stellen en kritische opmerkingen te maken over politieke handelingen van onze politici. Politici die zich wel partijdigheid kunnen veroorloven. Zich zelfs moeten veroorloven, omdat de kiezers, niet per se het nadenkende deel daarvan, ze anders niet meer goed herkennen. Kiezers hebben soms niet zoveel op met naar alle kanten op stuiterende voortschrijdende inzichten.
Sjaak staat immer boven de partijen en dat voelt soms eng.
Ik moet me er voortdurend van bewust blijven dat Sjaak Grosthuizen eigenlijk een functie is. Sjaak staat immer boven de partijen en dat voelt soms eng. De afgelopen week bedacht ik dat ik me best heel opgelucht mocht weten. Ik viel namelijk niet in het rijtje van grote Nederlandse denkers die het bijzondere gedachtegoed van Pim Fortuyn weten uit te dragen. Ik kom niet in aanmerking voor de Pim Fortuynprijs. Dat luchtte me op. En toen vroeg ik mij af of dat dan goed is.
Ik verkeer af en toe in de veronderstelling – corrigeer me wanneer ik daar helemaal naast zit – dat wie niet voor Pim is, tegen hem is en dat zijn ondefinieerbare achterban daar nog veel strenger op is. Hoe fout kun je al zijn voordat er oorlog dreigt? Mevrouw Grosthuizen houdt zich niet bezig met onpartijdigheid. Wie in familie- en kennissenkring een poging onderneemt uitlatingen te doen die opgevat zouden kunnen worden als het vrije gedachtegoed van Pim Fortuyn en Geert Wilders wordt definitief uit de betreffende kring geknikkerd. Tijdens verjaardagen en feestjes vermijden we dus zorgvuldig gesprekken die de verkeerde richting in zouden kunnen gaan. ‘Daar ben jij het toch mee eens?’ krijg ik regelmatig de vraag en dan haast ik me te zeggen dat ik daar volledig achter sta.
Hoe fout kun je al zijn voordat er oorlog dreigt?
Maar hoe onpartijdig ben je nog wanneer je Pim- en Geertverafschuwer bent? Moet ik me dan gelukkig prijzen, wanneer zich in de Hoornse gemeenteraad geen regelrechte Pim- en Geertadepten bevinden? Blij zijn met de overgebleven ruimte tussen buik-, hart- en hersenemoties? Ik heb mezelf enige tijd voorgehouden dat dit inderdaad het geval is, totdat ik in een krantenartikel las op welke manieren men kon voorkomen dat er moskeeën worden neergezet in de buurt van nette welopgevoede eigenlanders. Er bestaat een website met nauwkeurige aanwijzingen en tips over hoe te handelen. Ik bezocht de betreffende site om zekerheid te verkrijgen en jawel daar stonden met uitleg drie bezwaren genoemd, waarmee je een rechtbank zou kunnen vermurwen.
- Er zijn andere en/of betere locaties beschikbaar
- Toename verkeersdrukte/ parkeeroverlast
- Leefbaarheid gaat achteruit / verloedering
Ik herkende alle drie de bezwaren omdat ze letterlijk zo waren opgesomd tijdens een vergadering van de Hoornse raad. Het betrof toen het plan om Polen te huisvesten in de leegstaande kantoorruimten bij de Nieuwe Steen. Ik weet ook nog precies welke partijen deze bezwaren met enige gretigheid naar de aandacht van het volk op de publieke tribune gebruikten. De website is van de PVV. Het is dus Geerts gedachtegoed, waarmee Hoornse partijen goede sier trachtten te maken.
We boffen maar dat we in Hoorn alleen maar goede politici hebben, zei ze.
Ik besloot direct deze column niet aan mevrouw Grosthuizen voor te leggen. Zij zou direct namen en rugnummers willen weten en wee mij, wanneer ik in de stad in haar bijzijn een van deze onverlaten hartelijk zou groeten. Ik ben laf. Vraag me naar namen en ik zal geheugenverlies veinzen.
Voor mevrouw Grosthuizen had ik deze week godzijdank toch wel een opwekkend verhaal. Unaniem – en ik herhaalde dat woord – hebben de Hoornse fracties hun afkeer uitgesproken over de walgelijke actie van Ben Saunders tegen een verkeersregelaar. We boffen maar dat we in Hoorn alleen maar goede politici hebben, zei ze. Ik knikte alleen maar.