26 september 2015 – Column Sjaak Grosthuizen: Hoornse inspraakfeestjes
Inspraak is een prachtig woord met nog een veel mooiere lading. Eind zestiger jaren raakte ook ik in de ban van het gedachtegoed dat erachter lag. Inspraak. Het was iets dat we moesten veroveren op de echelons die geen enkele behoefte hadden aan het verlenen ervan aan schreeuwers die nog nergens verstand van hadden. Voor de wereld van de onderwijzersopleidingen werd de opstand op de kweekschool in Beverwijk een toetssteen. Studenten van universiteiten roerden zich al langere tijd. Wij, kwekelingen, werden nog slechts schoorvoetend door een enkeling bezien als studenten zonder studentenpas. De schoolleiding van de Helderse kweekschool zag echter de bui hangen en stond grootmoedig de oprichting van een schoolraad toe, waar enkele organisatorische kwesties met een klein uitverkoren groepje leerlingen werden besproken. Prangende kwesties als eindtijd van en alcoholgebruik tijdens het jaarlijkse schoolfeest kregen zo de aandacht die ze verdienden. Het werd mijn eerste ervaring met het begrip inspraak.
Een jaar later ontdekte ik dat mijn schoolbestuur nog lang niet zo ver was. De gemeente Den Helder bewees haar progressiviteit door het instellen van adviesorganisaties, zoals bijvoorbeeld het Helders Jongeren Parlement en een Jeugdraad. Het werden de plekken waar ik voor mijzelf de betekenis van repressieve tolerantie nadere invulling leerde geven.
In mijn beleving zakte de geweldige behoefte aan inspraak in de jaren daarna wat weg, vaak door maatregelen die de lust tot inspraak wat temperden. Inspraak bleef desondanks op allerlei manieren doorsluimeren, ook in het bedrijfsleven.
In Hoorn wordt inspraak ineens weer met hoofdletters geschreven.
In Hoorn wordt inspraak ineens weer met hoofdletters geschreven. Dat wordt op een geweldige manier gestimuleerd door het huidige college. Inspraak in de Hoornse politiek, doe mee! Het kan en het mag! Wij hebben een college met grote oren en als het moeten dringen onze wethouders zelfs aan met posters en flyers.
Bij het verlaten van een winkelcentrum nam ik dan toch maar een blaadje mee met de oproep mee te zoeken naar een nieuwe burgemeester. In tien vragen wordt een aanzet tot een burgemeestersprofiel aangeboden. Telkens worden twee eigenschappen tegenover elkaar gezet. Met elkaar om tafel tegenover hard optreden, daadkrachtig en snel tegenover wijs en bedachtzaam, gevoel of harde feiten, van vandaag of van de toekomst, rustig en betrouwbaar of een enthousiaste vernieuwer, formeel of informeel, in de kernen en wijken of op het stadhuis, ervaring vanuit politiek en bestuur of vanuit samenleving of bedrijfsleven, neemt zelf het woord of geeft anderen de ruimte, is een burgervader of een manager.
Wat meer van het een betekent iets minder van het ander. Dit is echter niet iets wat mij voor ogen staat in de profielschets voor een nieuwe burgemeester voor Hoorn. Natuurlijk vind je nergens een schaap met vijf poten, maar eigenlijk dient een burgemeester alle genoemde eigenschappen in ruim voldoende mate in huis te hebben. Het ontberen van enkele ervan zal onherroepelijk leiden tot gedonder in de raad en in de samenleving. Wij willen weer een burgemeester voor wie we met genoegen €1000,- per gediend jaar reserveren voor een afscheidsfeest. Willen we een kloon van Onno van Veldhuizen of juist eens een heel ander persoon? Dat had op het formuliertje kunnen staan.
Inspraak via binnenstadslabs is ook iets van dit college. Plus stellingen via Facebook waarop je kunt reageren, zodat de betreffende wethouder een beleid kan voorstellen gebaseerd op enkele favoriete smaken van de Hoornse bevolking. Ik zag een foto van onze D66-wethouder van bemoei-je-gerust-met-Hoornsezaken Ben Tap met voorlieden van de Hoornse binnenstadsretailers. Men keek vrolijk en bewust van wat men met en voor elkaar kan betekenen. Moet goed kunnen. Hoorn is geen Roermond.
Toch zie ik ook een andere kant van deze inspraakstroming
Toch zie ik ook een andere kant van deze inspraakstroming. Deze week in de raadzaal van Purmerend kwam de bevolking luidkeels hun aanbevelingen duidelijk maken ten aanzien van het asielbeleid. ‘U bent mijn burgemeester!’ hoorde ik een rood aangelopen Purmerender brullen. Wat hij er niet achteraan brulde, maar wel bedoelde was: ‘En daarom doe je wat ik je zeg!’
Voor hoeveel wensen van de bevolking bestaat werkelijk ruimte? In hoeverre wordt dat beperkt door de financiële mogelijkheden?
Zo vraag ik me af, welke bevolkingsgroepen zo duidelijk de wens te kennen hebben gegeven de parkeertarieven te verhogen. Misschien blijven er zaken bestaan waarover je maar beter niet met de bevolking kan communiceren.