11 april 2015 – Column Sjaak Grosthuizen: Zelftucht of zelftuchtiging
Een politicus zit er voor het volk. Het volk heeft jou of in de meeste gevallen jouw partij een stem gegund en nu moet je waarmaken wat je in het vuur van de verkiezingsstrijd hebt rondgebazuind. Nou weet iedereen die iets vermoedt van hoe de politiek werkt dat je beloftes gewoon niet kunt waarmaken. Je hebt nooit de absolute meerderheid in de raad en moet dus dierbare idealen inleveren bij die schoften met wie je een coalitie moet samenstellen. Nou bestaat die samenstelling gelukkig vaak uit mensen die voor een deel dezelfde beloftes hebben geuit, maar uiteraard niet met dezelfde intensiteit als jij hebt gedaan.
Dan past jou wanneer je zelf niet bereid was de vinger in de pap te steken hooguit enige meewarigheid.
Wethouders van coalitiepartijen maken vieze handen. Zo heet dat, wanneer je daar ergens staat en niet anders kunt. Wij hebben in Hoorn te maken met vijf wethouders van vijf verschillende partijen die in de onderhandelingstijd allemaal hun handen in een coalitiesmurrie moesten steken. Anders mocht je niet meedoen. Elke partij die ooit in een coalitie mocht zitten heeft daar ervaring mee. Dan past jou wanneer je zelf niet bereid was de vinger in de pap te steken hooguit enige meewarigheid. De VVD in Hoorn weet dat niet meer. Ik heb bij herhaling gehoord hoe zij CDA en D66 op hoge toon verweten nu anders te spreken dan in de vorige raadsperiode. Zeker wanneer dat over de Poort van Hoorn ging.
In Rotterdam hebben ze wethouder Joost Eerdmans van Wij zijn het Rotterdamse Volk of zoiets. Nee, van Leefbaar Rotterdam. Hij lanceerde het idee voor een burgerjury. Een jury van 150 burgers, geselecteerd op spreiding van leeftijd, geslacht en woonwijk. Die mogen twee keer per jaar naar de Burgerzaal komen om het beleid van het gemeentebestuur te beoordelen. Typisch een idee waarvan de gemiddelde burger enthousiast zou kunnen opveren. Ik deed het ook. Even. Toen dacht ik: daar hebben we toch de oppositie voor? Die doet niets anders dan elke keer het beleid jureren en daar vaak onvoldoendes voor uitdelen.
De oppositie bestaat traditioneel uit kankeraars, reaguurders, argumentenbedenkers om de fijne voortgang der zaken te traineren.
Misschien dat Joost dat ook kent uit zijn coalitiepraktijk. De oppositie bestaat traditioneel uit kankeraars, reaguurders, argumentenbedenkers om de fijne voortgang der zaken te traineren. Daar zit je niet op te wachten. De oppositie heeft jou niet gekozen, maar ervoor gekozen zelf uit de wind te blijven. Je doet niet je stinkende best voor de oppositie, wat zullen we nu hebben? Je doet het voor de burgers.
In Hoorn hebben onze wethouders aan het begin van hun bestuursperiode ook een soort volksraadpleging gehad. De eerste schuchtere plannen werden ontplooid. Vinden jullie het wat? Wat had jij dan gedacht? Ja, dat wilden wij ook wel, maar we hebben er echt, eerlijk waar, op mijn erewoord, ik zweer het, niet de middelen voor, maar hartstikke bedankt voor de suggesties en we zullen zeker kijken of we er iets van kunnen meenemen.
Of dit nog eens herhaald ging worden, heb ik gevraagd. Daarop varieerden de antwoorden en ik meen me te herinneren dat de behoefte aan herhaling omgekeerd evenredig was met de tijd dat de politicus al meedraaide in het Hoornse politieke circus. Bij zo’n mooie ontmoeting met de burgerij moet altijd de suggestie leven dat het iets zou kunnen uithalen. En bestaat die kans? Voor geen meter, denkt de Hoornse oppositie. Nu al uiten zij hun frustratie over het feit, dat de coalitiepartijen de rijen hecht gesloten houden. Wat ze ook aan bruikbare alternatieven aandragen, het college bepaalt. Het lijkt er zelfs op dat het begrip dualisme uit het begin van deze eeuw al is bijgezet in het mausoleum van vergeten zaken, naast het tientje van Lieftink, het kwartje van Kok, de Zalmsnip, de duizend euro van Rutte, de raapjes, de rammenas en de pastinaak.
Wat zou de burger dan missen? Wat onderbuikzorg? Islamalertheid? Betuttelingsmoeheid?
Onze oppositie denkt aan een referendum als rem op het college. Dat mogen ze niet zelf organiseren, maar ze kennen vast burgers die dit willen regelen. Wat moeten ze de burger dan vragen? Het college is een bolwerk van sociaal en duurzaam denkenden uit PvdA, SP en GroenLinks, met een mespuntje goddelijke zegen van het CDA en een scheutje zakelijke belangen van D66. Wat zou de burger dan missen? Wat onderbuikzorg? Islamalertheid? Betuttelingsmoeheid? Alles goed en wel met die aandacht voor depriveetjes, maar nu zijn wij ook eens aan de beurt? Een fraaie tunnelvisie? Aandacht voor lokaal belang van onafhankelijk denkende jongeren en senioren bij de ontwikkeling van de centrumfunctie van Hoorn in een vrije democratie onder toezicht van Tonnaer?
Joost Eerdmans kreeg van zijn jury een zesje. Hoe moet ik dat duiden? Is dat de victorie van de democratie of het echec van het populisme? Was de poging van Joost een uiting van zelftucht of poging tot zelftuchtiging? Wat zou ons college scoren? Ik heb de neiging om daar nog even op te wachten. Trouwens, ze hebben mij toch?