14 februari 2015 – Column Sjaak Grosthuizen: Zomer 2022
Een warme zomerdag in 2022 bleek de ultieme uitnodiging te bevatten voor mevrouw Grosthuizen om nu eens dat stadsstrand te bezoeken. Natuurlijk hadden we het strandje in het voorbijgaan wel eens gezien en de aanleg ervan was ons in de afgelopen jaren natuurlijk niet geheel ontgaan. Mevrouw Grosthuizen besloot erheen te gaan in ons zomergoed, niet in badpak. Ze kreeg me warempel zover dat ik er in korte broek naar toe ging. Of ik plannen had om te gaan zwemmen? Nee, die had ik niet. Ik trek mijn baantjes het liefst in een regulier zwembad.
We parkeerden onze auto met een beetje schuldgevoel bij de Astronautenweg. We zouden na afloop nog even een kopje thee drinken bij vrienden die daar wonen. We beklommen de dijk en kregen een mooi uitzicht over bruikbare lege plekjes waar we onze ligstoelen konden uitklappen. De zon hield zich uitstekend aan de zomerse belofte en ook het uitzicht op een zinderende kim werd door niets verstoord. Of je zou liever geen oog hebben voor de wit- en bruingezeilde pleziervaart, een paar windsurfers en zowaar een kitesurfer.
Mevrouw Grosthuizen keek om zich heen. ‘Is dit nu precies volgens de plannen van, kom hoe heet hij ook weer?’ ‘Ben Tap,’ zei ik en ik trachtte mij de beelden voor de geest te halen van een van de presentaties over het stadsstrandgebeuren in wanneer was dat? Begin 2015. ‘Daar ergens zou een soort paviljoen komen, met wc.’ Ik wees naar enkele toilethokjes wat verder op het smalle strand, achter een provisorische patatkraam, met vlaggetjes van Iglo-ijs. Iets voor de plek waar men nog een begin moest maken met de aanleg van een beloopbare strekdam. Het Hoogheemraadschap bleek ook met dit project niet te kunnen beschikken over erg nauwkeurige werkplanners. Dit had toch allang klaar moeten zijn?’ zei mevrouw Grosthuizen. Ze bedoelde het niet eens als een vraag. Zelfs mijn tempo om mijn huishoudelijke taken volgens beloften te vervullen lag een stuk hoger. ‘Ja met de kennis van achteraf is het altijd gemakkelijker om te beoordelen of iets goed verlopen is. Je kunt dit Ben niet verwijten,’ zei ik. Je schijnt voor dit soort zaken nooit iemand iets te kunnen verwijten. Zelfs je stinkende best voor iets doen levert geen garantie voor het behalen van mooie doelen.
Ik probeerde een lijstje te maken van voorspelbare onvoorzienigheden die dit strandproject hadden opgehouden. Het was zo veelbelovend begonnen met de bijna ongebruikelijk enthousiaste instemming van de hele raad. Het wensenlijstje was toch echt niet te lang. Ben had indertijd wel gewaarschuwd dat teveel mooie wensen niet te betalen zijn en dat we al blij mochten zijn wanneer de sobere plannen van toen gerealiseerd zouden kunnen worden.
‘We hebben in ieder geval zand onder de voeten,’ zei mevrouw Grosthuizen. Ik keek langs de reeds gerealiseerde promenade vanaf de schouwburg. De ramen van de nieuwe herenhuizen weerkaatsten het zonlicht. Het was daar maar prachtig wonen. ‘Is Onno nu al verhuisd?’ hoorde ik mevrouw Grosthuizen vragen. ‘Nee, ik denk dat hij daar voorlopig blijft wonen. Hoelang blijven ministers tegenwoordig nog in functie? Morgen valt het kabinet en wil je dan nog in Den Haag blijven? Nee toch?’
En eigenlijk alleen al voor Onno hoopte ik dat men eens opschoot met die dijkverhogingen en al het bijhorende werk. Misschien dat hij na het kabinet Pechtold tijd over zou houden om van het uitzicht vanaf de Westerdijk te genieten. Over het fietspad dat wel redelijk op tijd aangelegd voor zijn huis langsliep zag ik drie scootertjes rijden. Als Onno thuis was, zou hij ze kunnen horen.
Mijn blik gleed naar opzij van de herenhuizen. De oude huisjes stonden er nog steeds, ondanks herhaald aandringen bij de huisjesmelker, die ze nog jaren antikraak heeft laten verpauperen, om daar eens een mooi bouwproject te starten. Hij wilde dat toch zo graag op de Westerdijk?
Uit de meegenomen strandtas diepte ik twee pakjes chocolademelk en mijn tablet.
‘Waar gaat je column over, schat?’ vroeg mevrouw Grosthuizen. Ik keek naar de zaken die al mooi waren in het stranduitzicht. ‘Over verwachtingen, denk ik. En over dat ze niet te hoog gespannen moeten zijn, wil je nog plezier beleven in het leven.’ ‘Nou, wijze woorden van een oude man,’ lachte mevrouw Grosthuizen. Ik grinnikte. ‘Zal bij mij de wijsheid toch nog komen op mijn 73ste ?
De zon scheen, de kitesurfer kitesurfde, de windsurfers windsurften, de zeilbootjes zeilden wit en bruin en de zon scheen aan een wolkenloze hemel. Onvolkomen Hoorn was onvolkomen Hoorn en ik dacht oprecht: moge dat nog vele jaren zo blijven.