WESTWOUD -Bij archeologisch onderzoek voor de N23 Westfrisiaweg is weer een bijzondere vondst gedaan. Tussen de Westerwijzend en de Slimweg (Westwoud) werd een houten peddel gevonden uit de Bronstijd, nog bijna intact. In Engeland is een dergelijke vondst al eens eerder gedaan, maar voor Nederland is dit uniek.
Voordat het daadwerkelijke werk aan de N23 Westfrisiaweg begint, vindt onder andere archeologisch onderzoek plaats. Hiermee zorgt de provincie Noord-Holland dat er geen belangrijk archeologisch materiaal verloren gaat tijdens de werkzaamheden. De provincie Noord-Holland zorgt met haar partners voor een nieuwe verbinding tussen Alkmaar en Enkhuizen, de N23 Westfrisiaweg. De verbinding verbetert de doorstroming van het verkeer, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in de regio.
Bronstijd
De houten peddel wordt nu onderzocht en geconserveerd door archeologisch experts. De vondst ondersteunt het idee dat de mensen die in de Bronstijd in West-Friesland woonden zich middels boten over het water verplaatsten. Bijzonder is dat de peddel nog zo goed bewaard is gebleven, omdat deze helemaal van hout is. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de vindplaats: de archeologen vonden de peddel in een waterput met diepte van maar liefst drie meter, waardoor de peddel bijzonder goed bewaard is gebleven.
Vondsten langs de Westfrisiaweg
Langs de Westfrisiaweg zijn tot op heden verschillende vondsten gedaan. In november 2014 werd een ruim 3.000 jaar oude schedel uit de Bronstijd gevonden. En bij Venhuizen is op een relatief klein oppervlak (200 m²) een hele ‘wirwar’ aan greppels gevonden. Tussen de enorme hoeveelheid sporen vond men ook nog de resten van een bronstijdboerderij; een grote verrassing.