19 november 2016 – Column Sjaak Grosthuizen: Oei, ben ik elite?
Sinds de verkiezing van Donald Trump tot president-select van de VS komt dagelijks het woordje elite langs. De keuze voor Trump is een statement tegen de elite. Het moet zelfs een afrekening zijn. Ook in Nederland beloofde een verbeten kijkende Geert Wilders dat de komende verkiezingen een afrekening zal worden met de elite. Nou mag de elite wel eens gaan uitkijken, dacht ik. En tegelijkertijd begon ik me af te vragen wie die elite dan wel is.
Vroeger was het mij redelijk duidelijk. De bovenlaag van de bevolking, die het voor het zeggen heeft in ons land, dat is de elite. Daar hoorde ik overduidelijk niet bij. De elite woonde elders en anders, beurde een veelvoud van mijn salaris, had het voor het zeggen in de politiek en droeg vaak titels uit het lijstje in mijn agenda. Zij leefde in een voor mij onbereikbare wereld. Aangesproken te worden door iemand van de elite kwam in onze familie nauwelijks voor. Mijn vader overkwam het eens dat een hoge officier in de kantine waar hij werkte tegen hem zei: ‘Ome Jan, jouw koffie is toch de lekkerste!’ Wij hebben dat als gezin ervaren als een enorme stoot omhoog op de maatschappelijke ladder en heeft het zelfs tijdens mijn puberteitsjaren nog het respect voor hem geschraagd.
Ik dacht: het volk heeft in de afgelopen eeuw altijd de regering gekozen.
De elite heeft het voor zichzelf goed geregeld en dat schijnt dus altijd ten koste te zijn gegaan van het gewone volk. Wilders maakt dat ook graag duidelijk. Nu gaat het volk het voor het zeggen krijgen. Verblind als ik altijd geweest ben door verhalen over hoe de democratie werkt, begreep ik die woorden niet goed. Ik dacht: het volk heeft in de afgelopen eeuw altijd de regering gekozen. Ook op lokaal niveau was het nooit een handjevol elite dat besloot wie er in de raad of in het college mocht komen.
Ik keek afgelopen dinsdag naar onze raadsleden en van elk van hen begon ik me af te vragen of die nu tot de elite hoorde of niet. Ook de leden van ons college bekeek ik nog eens kritisch en ik trachtte te raden uit welke maatschappelijke klasse zij afkomstig waren. In mijn perceptie heeft een lid van de elite altijd gestudeerd of beschikt over een kapitaal en een baan met een buitensporig hoog inkomen. Nu had ik al van meerdere leden het sterke vermoeden dat hij of zij wel eens gestudeerd zou kunnen hebben of wat vaker een moeilijk boek had gelezen. Maar geen enkel raadslid verplaatst zich in bolides van ruim een ton. Ik wist het niet goed. Of de elite kan zich tegenwoordig uitstekend vermommen als lid van het volk, of ik moest een andere betekenis gaan zoeken voor het begrip elite.
Nu heb ik het sterke vermoeden, dat de moderne betekenis van elite simpel is uit te leggen. Wanneer je het niet eens bent met Geert Wilders, ben je elite. De rest is het volk. En het volk gaat dus de komende tijd steeds massaler opstaan tegen de elite. De keurtroepen van de Wildersbeweging hebben we al enige keren zien optreden tijdens debatten over vluchtelingen. Zij zijn te mobiliseren via berichtgeving op Facebook. Facebook en Twitter zijn de enige betrouwbare nieuwsbronnen voor het volk.
En ineens bekroop mij een gemengd gevoel tussen trots en vrees.
Mijn conclusie is dat onze raad en ons college voor misschien wel 100% uit elite bestaan. En ineens bekroop mij een gemengd gevoel tussen trots en vrees. Ook ik zou wel eens kunnen horen tot de elite. Ik ben elitair. Ik hoor tot de bovenlaag in onze samenleving. Hoe is dat mogelijk? Ik ken mensen die helemaal niet gestudeerd hebben, maar die het niet eens zijn met Wilders en vanaf nu ook horen tot de elite. Ze hebben mededogen met alle mensen, ook die uit het buitenland en ze koesteren zelfs sympathie tot regelrechte moslims. Raar eigenlijk. Heb je je hele leven het gevoel gehad gewoon bij het volk van Nederland te horen en dan is dat ineens niet meer zo.
Ik denk aan onze raadsleden die de afgelopen week zich, naar uiteindelijk bleek, zo eensgezind hebben opgesteld om een overlastprobleem in het havengebied op te lossen. Zouden zij al het besef hebben dat zij tot de elite behoren? En dat ze zich daarom definitief hebben afgewend van de bevolking? Hoe kunnen zij ooit nog beweren hun ingewikkelde werkzaamheden voor het volk te verrichten? Hoe dan ook: het volk zal zich uitspreken tijdens de verkiezingen en misschien wordt dan ook weer duidelijk wie nu eigenlijk het volk is.