9 juli 2016 – Column Sjaak Grosthuizen: Theo de Bouwer
Het is goed om af en toe een informatieve sessie mee te maken voor raads- en commissieleden. Je steekt er zoveel van op en de kans dat argwaan jegens onze stadsbestuurders wegsmelt als sneeuw voor de zon is groot. Het is zelfs mogelijk dat je je op een enorme manier gaat verbazen over wat er allemaal mogelijk is en over wat onze vroede vaderen en vroede moeder allemaal voor ons welzijn in de wacht weten te slepen.
Deze week was ik aanwezig bij de eerste presentatie van de prestatieafspraken die Hoorn en Intermaris met elkaar hebben gemaakt. Intermaris, de woningcorporatie waarvan we kortgeleden nog het beeld hadden dat ze compleet maling heeft aan de behoeften van zoekenden naar betaalbare woningen, blijkt een voorbeeldige instelling te zijn waarmee het bijzonder prettig is zaken te doen. Onze eigen CDA-wethouder van hoe-krijg-ik-iedere-arme-sloeber-in-een-goedkope-doch-leefbare-woningzaken Theo van Eijk wist mij daarvan met een aanstekelijk enthousiasme te overtuigen.
Wonderen worden verricht!
Wonderen worden verricht! Hoewel Intermaris de komende jaren veel huizen gaat slopen en pakweg 1000 woningen in de verkoop doet, zullen er in 2020 per saldo 250 meer sociale huurwoningen zijn dan nu! Hoe is dat mogelijk! Je hoort tegenwoordig van woningcorporaties die de eigen gespekte kas belangrijker vinden en dus, binnen de mazen van de wet, laten we dat niet vergeten, het woningbestand voor de sociale minima schijnbaar gewetenloos verpatsen. Van dat geld kon je aantrekkelijke beleggingsproducten kopen en je bestuurders een prettige marktconform salaris meegeven. Maar niets van dat alles bij Intermaris! Integendeel, was de boodschap die Theo de huizenwethouder van Hoorn ons bracht.
Ook de boodschap die weerklonk in een krantenartikel twee dagen later, dat woningbouwcorporaties de perverse prikkels die uitgaan van ons huurslagstelsel niet of nauwelijks kunnen weerstaan had natuurlijk geen betrekking op Intermaris. Ons Intermaris mogen we wel zeggen. Dat elders in den lande de huurprijzen zomaar worden opgetrokken tot vlak onder de aftoppingsgrens, zodat nog net huursubsidie kan worden verleend, wat de corporaties veel geld in het laatje brengt en de belastingbetaler enkele miljarden extra per jaar kost, kan niet worden verweten aan Intermaris. Nu zullen de huren van de nieuw te bouwen sociale huurwoningen allemaal tot vlak onder die grens uitkomen, maar ik begreep dat het huurbedrag eigenlijk nog veel hoger hadden moeten uitkomen en dat Intermaris met het te vragen huurbedrag een behoorlijke veer zal laten. Ten gunste van hen voor wie zij bouwen, laten we dat ook niet vergeten!
Ik begreep dat de opbrengst van de verkoop van oude huizen, die – laten we wel zijn – allemaal net niet aan de huidige kwaliteitseisen voldoen, ten goede komt aan de bouw van nieuwe huizen. Slim! Voor pakweg € 20.000 tot €30.000,- meer dan de verkoop oplevert, bouwt Intermaris weer nieuw. En dat bracht mij lichtelijk in verwarring. Ik denk dan, simplist die ik ben, dat Intermaris dan per nieuw huis een hypotheek nodig heeft dat vele malen lager is dan wat ik voor mijn woning nodig had. Ik weet wat ik maandelijks aan hypotheeklast kwijt ben. Dat is nu een stuk minder dan de huurprijs van een woning die nog net voor huurtoeslag in aanmerking komt. Ik wou dat ik slechts de hypotheeklast van zo’n nieuw Intermarishuis hoefde te betalen. Waar gaat dat huurgeld dan allemaal aan op?
Nu worden woningbouwcorporaties door de landelijke overheid ook uitgemolken, maar zou dat zoveel zijn, dat ik moet vrezen dat de goedwillende directeur van Intermaris geen prettig marktconform salaris plus bonussen zal kunnen ontvangen?
Wethouder Theo noemde de mensen van Intermaris luid en duidelijk vrienden. Laten wij hopen dat wethouder Theo en Intermaris hun prachtige ambities waarmaken. Niet Bob de bouwer maar zijn broer Theo zal dan ons aller vriend zijn.