22 oktober 2016 – Column Sjaak Grosthuizen: Parkperikelen
Is het Risdammerhoutpark een no-go area geworden? Vandalisme en overlast door zich misdragende hangjongeren tieren hier weliger dan het zich in een overdadig najaarszonnetje koesterende struweel. Doe er nu eens wat aan! is de prangende oproep van VOCHoorn naar de lokale overheid. Politie en burgemeester lijken ogen en oren gesloten te houden voor de ellende. Lijken, want natuurlijk herkennen zowel de burgemeester als de politie zich niet in deze aantijging.
Onze burgemeester Jan Nieuwenburg heeft bewoners tijdens een wijkoverleg juist opgeroepen vaker melding te maken van zaken die niet door de beugel kunnen. Dat is namelijk nodig om de politie in beweging te krijgen. Overhedelijke instanties komen pas in actie nadat op de juiste wijze aan touwtjes is getrokken. Dat klinkt misschien gek. Wanneer een politieman in een wijkpark vuurwerkknallen waarneemt, wil dat nog niet zeggen dat hij dus officieel met een misstand te maken heeft. Pas nadat het letterlijk klachten gaat regenen zal een mogelijke actie kunnen worden georganiseerd.
Dat is namelijk nodig om de politie in beweging te krijgen.
Klachten over vandalisme zijn volgens de politiebaas nog nauwelijks binnengekomen. Dat is niet zo, aldus VOCHoorn raadscommissielid Yvonne Bikkers. Zij vernam tijdens haar aanwezigheid bij het Risdammer wijkoverleg dat er wel degelijk melding is gemaakt. Hoe zit dat dan?
Nu heb ik me in de afgelopen jaren met grote interesse verdiept in wijkoverleggedrag van wijkbewoners, zeker wanneer het ongenoegen betreft. Buurman A. geeft aan melding te hebben gedaan. Buurvrouw B. beaamt dat feit met de verzekering: ‘We hebben melding gemaakt!’ Buurtbewoners en –bewoonsters vallen meteen bij met de uitroep: ‘We hebben het gemeld en waarom doet niemand er iets mee? We zijn toch duidelijk geweest?’
Duidelijk is dat aan inhoudelijke duidelijkheid aan de melding van buurman A. niets mankeert. De hele wijk staat achter de melding van buurman A. Vergeten wordt dat onder de melding van buurman A. alleen de naam staat van buurman A. De hele wijk die er vierkant achter staat, staat er niet met naam en toenaam onder. Het voelt echter wel zo, ook voor buurvrouw C. die er ook helemaal mee eens is, maar niet bij het wijkoverleg kon komen omdat haar kat ziek was.
we doen er pas wat aan als er veel meer klachten zijn. Zo is het beleid
De ontvangende politiecollega reageert met innerlijke instemming op de melding, maar de politiechef vraagt slechts hoeveel meldingen over het mogelijke delict zijn binnengekomen. Eén maar? Jammer, we doen er pas wat aan als er veel meer klachten zijn. Zo is het beleid. Beleid is ervoor om te voorkomen dat het een zootje wordt in het land.
VOCHoorn raadslid Hans Weeda heeft lang bij de politie gewerkt. Hij kent het klappen van de zweep en hij weet vanuit de praktijk dat de praktijk anders werkt dan door beleidsmakers wordt gepredikt. Blauw op straat, roept hij in de Hoornse woestijn. Bekend blauw, blauw dat zijn pappenheimers kent in de wijk, dat werkt. Maar waar zie je nog blauw op straat kuieren met de fiets aan de hand? Dat is uit de tijd. Bovendien kost dat teveel tijd: rustig rondkijken, praatjes maken met de burgers, vermanende vinger opsteken naar jeugd dat zich schielijk weer schikt binnen de normale regeltjes. Zo blijft er geen tijd meer over om daar uitgebreid verslagen van te schrijven.
Ik denk dat een melding die gedaan en gedeeld wordt tijdens een wijkoverleg mag tellen voor een grote veelvoud ervan. En wanneer zo’n melding wordt doorgegeven door een burgemeester, mag je dat aantal nog verdubbelen. Dat klinkt natuurlijk mooi, maar tegelijkertijd vraag ik me af welke rol wij als burgers zelf nog kunnen spelen om overlast te verminderen. Is het genoeg wanneer je buurman een klacht doorgeeft? Van wie zijn die overlastplegers eigenlijk de kinderen? Gelukkig is in ieder geval dat in noodgevallen VOCHoorn melding maakt van meldingen.