5 november 2016 – Column Sjaak Grosthuizen: Politicus met roeping roept
Een echte politicus heeft een roeping. Zeker een raadslid, tenzij een extreme behoefte aan aandacht ten grondslag ligt aan de wekelijkse aanwezigheid bij lokaal gesteggel over de juiste besteding van openbaar geldbezit. In Hoorn lopen relatief veel politici rond met een roeping. Ze hebben zich gespecialiseerd op specifieke doelgroepen of onderwerpen. Zo heb je de VVD voor de ondernemers, het CDA voor de gelovigen en voetballers in clubverband, Hoorns Belang voor Hoorns belang, en PvdA voor wat was het ook weer en Fractie Tonnaer voor alle zaken waar het college nog even niet aan toe komt. De honden en de overledenen kunnen uitstekend terecht bij Hoorn Lokaal en jong en oud in Hoorn mogen natuurlijk altijd een poging wagen bij Jong en oud voor Hoorn. Er zijn dertien fracties. Alle dertien goed natuurlijk, maar sinds deze week weet ik het met absolute zekerheid: de Hoornse Onafhankelijke Partij is dé partij voor arme sodemieters.
Als Don Quichot trok hij afgelopen weken ten strijde
Robert Vinkenborg speelt geen zoeker naar rechtvaardigheid om des kiezers gunst, hij ís dé apostel van het mededogen. Het is hem aan te zien dat hij het leed van alle arme sloebers, die dankzij de lokale politiek in de verdrukking komen, op zijn schouders torst. Robert zit daar voor, Robert gaat ervoor. Compromisloos als het kan en altijd oprecht. Als Don Quichot trok hij afgelopen weken ten strijde tegen de doormalende windmolens van het sociale onrecht. Twee personen telt de fractie slechts en wat ben je dan machteloos. Ik zag het beeld van de koene ridder, gezeten op een haveloos paard, dapper geflankeerd door zijn schildknaap op het ezeltje.
Waar trok Robert tegen ten strijde? Tegen WerkSaam, de organisatie die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werkervaring en banen zou moeten helpen. Eenentwintig schoonmaakwerknemers in het stadhuis werden door een maatregel van het college op straat gezet ten faveure van hen die via WerkSaam voor minder geld en zonder dezelfde cao-voorwaarden aan de gang mogen. Hoe hij ook tegen de situatie aan keek, Robert en zijn partijleden zagen weinig anders dan grof onrecht, aangedaan aan arme sodemieters. Verder graven naar activiteiten van WerkSaam leverde in de ogen, oren en vooral neuzen confrontatie op met onwelgevallige zaken.
Je niet neerleggen bij allerlei rare zaken.
Er staan alle fracties mogelijkheden ter beschikking om er iets aan te doen. Het belangrijkste is vragen stellen. Dat heeft Robert gedaan. Uitentreuren. Maar dat leverde niets op. Nul resultaat. De juiste regeltjes waren gevolgd door het college. Men heeft verplichtingen en zelfs als men anders zou willen, was dat niet mogelijk. Daar moet je je bij neerleggen. Maar dat is nu net waarom Robert de politiek in gegaan is. Je niet neerleggen bij allerlei rare zaken. Dat is hij ook verplicht naar de achterban die hem in de ban van zijn verkiezingsverhalen op deze eervolle plek heeft verkozen. Zich bij de zaak neerleggen doet Robert dus niet. Het onverkwikkelijke gedoe schreeuwt om aandacht.
Als een opvoeder die tegen een boos doend kind uitvaart met de opmerking: ‘Dat doe je toch niet? Moet ik het ook eens bij jou doen?’ zon Robert op een passende aanpak. Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet is de Bijbels aandoende inspiratie geweest om te komen tot een motie. Daarin stelde hij voor één van de wethouders met ontslag te sturen en daarvoor in de plaats iemand te laten aanstellen via WerkSaam. Onder dezelfde condities zoals die gelden voor de vervangen schoonmakers. Keurig uitgewerkt in correct Nederlands kwam deze motie op het bordje van de collega-raadsleden en het college.
De reacties verschilden van boosheid en onbegrip tot begrip met slagen om de arm. Wethouder Judith de Jong van wees-werkzaam-aan-een-werkzaam-werkbeleidzaken was furieus. Er werden door Robert ook stevige beschuldigingen gericht naar WerkSaam en het college en daarover moest hij dan maar concrete bewijzen op tafel leggen.
Robert Vinkenborg peilde de reacties van de raad en mocht tot de conclusie komen dat zijn punt nu echt duidelijk was gemaakt. In tegenstelling tot Don Quichot stormde hij niet verder met half versplinterde lans, maar trok zijn motie in. Hoe dit verder gaat? Ik weet het niet. Ik ben Cervantes niet. Maar de bevlogenheid van de politicus Robert Vinkenborg verdient aandacht. Misschien is nu nog niet het juiste moment, maar mocht de commissie, die gaat over de nieuwe straatnamen in Hoorn, op zoek gaan naar passende namen, dan stel ik die van Robert voor.