8 oktober 2016 – Sjaak Grosthuizen: Thuiskomst van roofkunst
Gelukkig stond het vol op de Roode Steen. De vrachtauto met het moeizaam teruggebedelde gestolen goed kon echter redelijk gemakkelijk door de opgetogen en juichende menigte manoeuvreren en vele bereidwillige handen zouden de kratten met de schilderijen graag naar binnen willen dragen. Dat werd evenwel aan enkele professionele kistendragers overgelaten. Directeur van het Westfries museum, Ad Geerdink, kon zijn geluk niet op. Ze waren weer thuis. Enorm beschadigd, maar gelukkig nog op te knappen. Ach, die restaurateurs van tegenwoordig zijn zo knap!
We kunnen ze nu bekijken in hun beschadigde glorie. Zo gaat waardevolle kunst eruit zien wanneer nietsontziende barbaren zich daarover ontfermen. Terwijl wij, immers beschaafd opgevoed museumpubliek, minstens een meter afstand houden van kunstzinnig volgepenseeld linnen of canvas, rollen barbaren dat op of vouwen ze in handiger mee te sjouwen lappen.
De rovers kwamen uit het buitenland. Betekent dat dan dat Nederland geen kunstrovers kent? Natuurlijk niet! Cultuurbarbaren tref je aan in elke samenleving. Kunst vertegenwoordigt naast emotionele, kunstzinnige en historische waarde ook financiële waarde. Heel rijk geworden figuren uit het zakenleven in binnen- en vooral buitenland kunnen met aanschaf ervan hun patserwaarde vergroten en van een verguld randje voorzien. Kijk mij eens cultuurbewust zijn! Voor dit schilderij betaalde ik vier miljoen! Voor superpatsers zijn er ook kunstvoorwerpen van tientallen miljoenen euro’s. En nu krijgt niemand anders ze meer te zien!
Kijk mij eens cultuurbewust zijn!
De schilderijen van het Westfries museum hebben niet zo’n enorm patsergehalte. Je moet ervan houden en sommige schilders hebben alleen een naam in kringen die ervoor doorgeleerd hebben. Ik heb dat niet en ik moet bekennen, dat, hoewel ik vele malen het Westfries museum bezocht, ook voor de inbraak met diefstal, ik bij geen van de teruggebrachte schilderijen nog een beeld had vanuit de tijd dat ze er nog hingen. Ik hoop dat ik wat dat betreft tot een minderheid hoor.
Ik ben blij dat ze terug zijn. Ik hoop ook van ganser harte dat de andere gestolen spullen ooit ook terugkomen. Hoorn heeft sinds de inbraak een iets groter besef van de waarde van de museumstukken. De beveiliging is iets professioneler. Zolang de huidige spullen er nog zijn is de bescherming ervan kennelijk nog iets beter geregeld dan waar de criminelen mee werken. Laten we dat vooral zo houden.
De teruggebrachte schilderijen beginnen een nieuw leven. Ze zijn nu een stuk bekender geworden. Het zijn niet langer kostbare juweeltjes die versuft in een stoffig museumpje hangen. Nu zijn het de op de Oekraïense maffia terugveroverde oude meesters geworden. Nu nog in geschonden staat te zien, maar straks weer in volle glorie. Het is een heel wrange manier om je museumstukken op te waarderen. Maar die extra waarde moet je zo snel mogelijk verzilveren.
Lappen om lappen verfdoek op te lappen.
De restauratie gaat geld kosten. Er moet nog pakweg één euro per Hoornse inwoner bij. Ad Geerdink hoopt dat via crowdfunding bij elkaar te harken. Mijn steun zal hij beslist krijgen. Lappen om lappen verfdoek op te lappen. De deerniswekkende staat waarin deze kunstwerken verkeren zou ons hart moeten vertederen. En de harten van onze politici. Het zal Hoorn financieel iets beter gaan in de toekomst. Dat moet de politici op ideeën kunnen brengen. Wanneer een overheid schuld bekent, betekent dat meestal ook, dat ze moet betalen. Ik hoorde onze wethouder van oude schilderijen, Judith de Jong, enthousiast haar vreugde uiten. Moet de overheid dan ook betalen?
Het heeft wel tamelijk vol gestaan op de Roode Steen, maar andere evenementen trekken meer volk. Is dat een veeg teken? Zal het vergaren van het benodigde restauratiegeld moeizaam gaan verlopen? Moeten we anders maar hopen dat de rest van de schilderijen maar in de handen van het Oost-Europese geboefte blijft? Wat Ad Geerdink betreft niet. Ik hoop dat zijn enthousiasme stevig overeind blijft. Misschien dat generaties na ons dat nog beter zullen waarderen. Maar geven wij hen dat besef mee, wanneer wij het zelf in matige mate hebben?
Rest mij nog één vraagje: heeft Roger Tonnaer al een bedankbriefje geschreven naar de president van de Oekraïne?