23 januari 2016 – Column Sjaak Grosthuizen: Tiny Houses
Mevrouw Grosthuizen en ik hebben in onze jeugdiger jaren veelal gekampeerd. Toen wij elkaar pas kenden was een tentje van twee bij twee ruim genoeg om te ervaren dat wij elkaar zelfs tijdens stortbuien met de rits dicht niet in de weg zaten. Ervaringen in ruimere vakantiebehuizingen, zoals een vouwwagen, een caravan of een campertje brachten eveneens aan het licht dat een tijdelijk krappe behuizing geen schade berokkende aan onze liefdevolle en wederzijdse zorgzame relatie.
Aan ons eerste samenwonen in mijn tweekamerflatje – alleen erg optimistische makelaars zouden dat betitelen als appartement – bewaren we slechts zoete herinneringen. Toch lieten wij ons de kans niet ontgaan om de stap naar een ruimere flat te maken. Drie ruime slaapkamers, een badkamer en een keuken en natuurlijk een redelijk grote huiskamer stonden tot onze beschikking. Geen probleem, want we konden na het samenvoegen van onze beide eenpersoonshuishoudens best een rommelkamer gebruiken en dan was er toch nog plek voor een logé.
Toen een invulling kwam aan onze kinderwens, werd ook de behoefte aan een eengezinswoning steeds duidelijker en nu de kinderen de deur uit zijn zouden we toe moeten kunnen met een kleiner woonoppervlak. Nu is dat voorlopig geen optie, want waar moeten wij de in ons arbeidzame en geïnteresseerde leven verzamelde boeken, archieven, hobbyspullen en relikwieën laten?
Wij gebruikten toen niet direct de omschrijving ‘knus’
Het aantal vierkante meters woonruimte dat wij dagelijks voor onszelf en onze rommel claimen is in onze eeuw en in ons land niet absurd. Dat is wel eens anders geweest. Ik heb in het Streekbos en later in het Buitenmuseum in Enkhuizen meegebouwd aan een bronstijdboerderij. Men had voor een heel gezin en een veestapel geen vierkante centimeter teveel ruimte. Ook bezochten wij in het oosten des lands plaggenhutten die in één nacht tijds in en op een kuil in de veengrond was opgetrokken. Wij gebruikten toen niet direct de omschrijving ‘knus’. Genealogisch onderzoek door mevrouw Grosthuizen naar familieleden in de 19e eeuwse Jordaan leerde ons dat men toe moest met een minimale woonruimte voor een gezin met een hoop kinderen.
Toen ik werd geboren, samen met mijn tweelingzus, bewoonden mijn ouders met nog mijn oudste zus een kamer op de bovenverdieping van een woonhuis in Alkmaar. Toen mijn broer op komst bleek, ging mijn vader volgens overleveringen bijkans door het lint toen men bij de gemeente geen ruimere woning beschikbaar had. In het knusse huisje dat uiteindelijk in 1949 beschikbaar kwam werden nog eens vier kinderen ondergebracht.
Kamperen met behoud van huiswerk.
Huizen dienden niet te klein te zijn. Het was staatssecretaris Marcel van Dam die ooit bedacht dat voor één – en tweepersoonshuishoudens veel minder ruimte ook normaal mocht zijn. Mijn kinderen hebben studentenhuisvesting ervaren. Kamperen met behoud van huiswerk. Ze moesten het er maar mee doen en ze hebben tegenover ons niet geklaagd.
Ons ondergewaarde raadslid van GroenLinkse zijde Jos Kamminga heeft een woonoplossing ontdekt dat in Amerika als noodoplossing opbloeide uit de puinhopen van de hypotheekverpesters. Dat is iets voor Hoorn, moet hij gedacht hebben. Tiny Houses. Kleine huisjes. Hoeveel ruimte heb je nog nodig wanneer apps en internetabonnementen je boekenkasten, cd- en dvdrekken en krantenbakken kunnen vervangen? Wassen en afwassen, koken en kakken vragen niet zoveel ruimte. Een plek voor je bed en voor je bank, wat heb je eigenlijk nog meer nodig? Kleine ruimte, weinig stookkosten, weinig schoonmaakspullen en als je geen walk-in closettype bent met een schoenverzamelafwijking, dan kun je met 24 m² uitstekend uit de voeten.
Een plek voor je bed en voor je bank, wat heb je eigenlijk nog meer nodig?
Heerlijk, zo’n groene en naar het doet vermoeden een linkse Marcel van Damgedachte. Je zult dit idee niet snel gekoppeld zien aan iemand van liberale huize, tenzij je zoekt aan de verkopende kant van de Tiny Housesbusiness. Milieuzuinig leven op een heel klein stukje aarde voor mensen zonder behoefte aan veel spullen, dat is dus het ware GroenLinks.
Mevrouw Grosthuizen kijkt regelmatig in mijn werkkamer. Eén grote verzameling van vergaarde historie, cultuur en materialen die je toch niet zomaar weggooit. Eén ding weten wij beiden goed. Wanneer wij hadden willen aarden in een Tiny House, hadden we nog iets langer de kampeertent moeten aanhouden.