17 juni 2017 – Column Sjaak Grosthuizen: Pitch 2
Er zijn momenten waarop ik me afvraag of ik de juiste onderwerpkeuze maak voor een column over de Hoornse politiek. Vorige week koos ik voor het houden van pitches. Korte uiteenzettingen over onderwerpen die op de agenda staan. Af en toe staat daar elke fractie slechts één minuut voor ter beschikking. Ik betoogde dat geen enkele fractie in staat was binnen de tijd te blijven.
Ik heb er een beetje spijt van. In de raadscommissie van deze week kon ik het niet laten elke pitchtijd te klokken. Arthur Helling, de ervaren D66-politicus, mocht voorzitter zijn. Het viel mij op dat hij het voorafgaand aan elke spreekbeurt niet meer had over pitch. Hij benadrukte wel de duur van de spreektijd. Vanaf dat moment ging mijn aandacht in sterk verminderde mate naar de inhoud. Op het moment dat ik daar als mijn alter ego zat, achter het perstafeltje, was dat toch wel de bedoeling. Ik voelde me enigszins schuldig dat mijn focus meer lag op de tijdsduur dan op de werkelijke waarde van de pitches. Ik noem die inbreng nog maar even wel zo.
Verrassend en tot mijn opluchting bleek dat dit eigenlijk geen bezwaar was
Verrassend en tot mijn opluchting bleek dat dit eigenlijk geen bezwaar was. Wanneer je de vervolgdiscussie, het antwoord van de betrokken wethouder en de slotconclusie beluistert, heb je eigenlijk helemaal niks belangrijks gemist. Alleen het politieke theater tijdens de pitches. Ik vermoed nog steeds dat de politici zelf dit onderdeel als absoluut onmisbaar vinden in een efficiënt debat over de zaken. Ik moet wel bekennen dat ik de conference van Guido Breuker van HOP tijdens de pitch zo goed te pruimen vond, dat mijn aandacht voor de stopwatch dreigde te verslappen.
Voor het eerste onderwerp, iets over nulvergunningen voor bewoners in nieuw te realiseren woonruimtes in de binnenstad met en voornamelijk zonder parkeerwens, was twee minuten pitchtijd toegestaan. Voorzitter Arthur toonde zich uiterst lankmoedig. HOP opende met een tijd van 3.15 minuut, terwijl de SP het klusje klaarde in één minuut en vier seconden. Dit waren meteen de langste en de kortste tijd. Zelfs fractie Tonnaer scoorde met 3.10 minuut langzamer. GroenLinks kwam goed voor de dag met de mooie tijd van 1.28 minuut en ook Hoorns Belang bleef zes seconden binnen de toegestane tijd. Opmerkelijk was de tijd van de Hoornse senioren: precies twee minuten! Heel jammer was het dat Jos Renckens van D66 het nodig vond om eerst 23 seconden van de pitchtijd te gebruiken om de kijkers te vertellen dat hij sinds een half uur een grote pleister op zijn voorhoofd had zitten. Het kostte hem de derde plaats.
Opmerkelijk was de tijd van de Hoornse senioren: precies twee minuten!
De pitches voor het tweede onderwerp mochten niet langer duren dan één minuut. Hierbij verbeterde HOP zijn plaatsing aanzienlijk. Met de tijd van 55 seconden plaatste deze fractie zich meteen achter winnaar Hoorn Lokaal, die de verbazend snelle tijd van 35 seconden op de teller bracht. Het langst van stof was de PvdA. Maar liefst 4 minuten en 15 seconden lang trachtte Jeroen van der Veer mijn sterk verslappende aandacht vast te houden. Al bij de inbreng van D66 (3.02 minuut) en de VVD (3.33 minuut) meende ik dat het moeilijk moest zijn nog meer argumenten naar voren te brengen. Ik vrees dat het niet eens lag aan het aantal ingebrachte argumenten.
Hij is politicus en ik ben toeschouwer.
Voorzitter Arthur liet het allemaal toe, alsof ook hij nieuwsgierig was naar hoe lang een pitch zou kunnen duren, wanneer je de dames en heren politici hun gang laat gaan. Zijn nieuwsgierigheid naar de inhoud van elke inbreng was gelukkig groter dan bij mij. Hij is politicus en ik ben toeschouwer. Ik ben een van de ruim tweeënzeventigduizend te besturen burgers van Hoorn. Ik wil weten hoe serieus men die besturende taak neemt. Hoe belangrijk voor een goed functionerende democratie is het dat raadsleden zelf kunnen bepalen of ze vergadertijd vullen met vergadertechnieken die in alle vakliteratuur worden genoemd als manieren waarop je dat niet moet doen?
Mijn aandacht ging deze week vooral naar de pitch, maar ook naar de discussies die daarna ontstonden. Natuurlijk vallen daar een hoop verbetermomenten aan te wijzen. Zou de democratie groot gevaar lopen, wanneer fracties met dezelfde argumenten zich zouden beperken tot de opmerking: ‘Ik sluit me bij die spreker aan?’ Of de mooist denkbare: ‘U heeft mij overtuigd.’ En dat op vragen naar de bekende weg wordt verwezen naar eerder gedane uitlatingen of simpelweg: ‘Daarom!’
Ik heb gelukkig nog een hoop vertrouwen in het democratische besef van onze raadsleden. Er is ook een sprankje hoop wat betreft hun leerbaarheid, maar ik ben eigenlijk altijd een grote optimist geweest. Ik denk dat de volgende column wel weer eens over inhoudelijke zaken zou kunnen gaan.