30 september 2017 – Column Sjaak Grosthuizen: Op je plaatsen
Dat het na een recesperiode terugzien van de gemeenteraadsleden van Hoorn in hun eigen habitat mij zoveel vreugde bracht, had ik nauwelijks kunnen bevroeden. Terugkeer in je schoolklas na de zomervakantie is daarmee te vergelijken. Gedachten aan je eigen vakantie vervagen sneller en je bent weer terug in de dagelijkse werkelijkheid, compleet met voorspelbare en onvoorspelbare gebeurtenissen.
De jongens en meisjes van de Hoornse raad zaten bijna allemaal op hun vertrouwde plek
In een nieuw schooljaar willen sommigen wel eens een andere zitplaats opzoeken, terwijl anderen zich prettiger voelen op de zo vertrouwde plek achterin of waar dan ook in het lokaal, vaak bepaald door vriendschaps- en andere relaties vanuit het vorige schooljaar. De jongens en meisjes van de Hoornse raad zaten bijna allemaal op hun vertrouwde plek. Alleen Simon had plaats genomen naast zijn nieuwe vriendje en daardoor kwam Joke op een plekje op de voorste rij te zitten, pal in het zicht van de voorzitter, Jan van Nieuwenburg. Ze ging van stalles naar de eerste rang, zou je ook kunnen zeggen.
Alle SP-leden waren er ook nog. Wie had verwacht dat zij er bedrukt bij zouden zitten, vanwege de schrobbering van hun hoogste leiders, zat er helemaal naast. Mathé, die niet alleen van de hoogste SP-baas, maar ook van de Hoornse SP-voorzitster op zijn donder heeft gekregen, droeg bij het binnenkomen een bijna verdacht aandoende brede grijns op zijn gezicht. Dit meende ik ook te zien bij wethouder Nel, die van de hoogste leiding na de verkiezingen geen wethouder meer mocht spelen, maar de komende minimaal vier maanden in de stad eerst maar eens de boer moest op gaan, om de aandacht van de samenleving via folders, vurige betogen en gekwelde blikken meer te laten richten op de door de SP zo warm omarmde depriveetjes.
Er veranderde toch nog iets anders in de zetelbezetting. Symen ging weg. Zijn eigen zaken slokten hem teveel op en brachten zeer waarschijnlijk veel meer op dan de schaarse beloning die onze vertegenwoordigers in de raad ten deel valt. Renata kwam op zijn plaats te zitten en Symen waarschuwde ons alvast dat zij veel meer en vaker het woord zou willen voeren dan hem verweten werd.
De vergadering verliep als vanouds zonder veel spektakel en in mijn ogen zonder al te veel onnodige uitweidingen. Moties over de onzalige plannen van het CAW om € 20,- te vragen voor het laten afvoeren van grof vuil ontmoetten geen enkele weerstand. Om het toch een beetje op echte beslismomenten te laten lijken werden voor de belangrijke zaken die afgehamerd zouden worden stemverklaringen afgelegd.
Na afloop van de vergadering werd zeer harmonieus en zelfs gezellig na gepraat. Een soort borreluurtje, waarbij men toch rekening hield met het nog moeten rijden. Op dat moment meende ik het noodzakelijk en empathisch om een paar SP-leden mijn medeleven te betuigen. Andries zat duidelijk met gegriefde gevoelens, maar ze zouden het er niet zomaar bij laten zitten. Mathé had nog steeds die triomfantelijke kostelijke grijns. Zij zouden een tegenactie ondernemen of die was al ondernomen om hun gram te halen. Ik zou het de volgende dag wel te weten komen.
Nel, Mathé en consorten zetten hun nietige voorzitster aan de kant.
Dat gebeurde dan ook. Na een onrustige nacht, waarin ik met diverse scenario’s rekening wilde houden, kreeg ik het te lezen. Er werd geen Hoornse afsplitsing bedacht. Er werd niet begonnen aan een stevige tegenbeweging binnen de partij als ondersteuning van de maatregel van minister Plasterk om de beloning voor het bestuurlijke werk niet meer uitsluitend in de partijkas te storten, er kwamen geen speldjes, folders of spandoeken om partijonrecht recht te zetten. Niets van dit alles. Nel, Mathé en consorten zetten hun nietige voorzitster aan de kant. Dat zal de partijtop leren!
Ik vrees dat de partijtop voorlopig niks zal leren. De Hoornse SP gaat braaf aan de leiband verder. Onbezoldigd zullen zij na de verkiezingen de partijideeën gaan uitventen in de stad. Misschien zelfs met een brede grijns of bescheiden glimlach. Ik zal ze groeten, wanneer ik ze zal tegenkomen in hun tomatenstalletje en ik denk dat de enige gezichtsuitdrukking die ik dan opbrengen er een is van meewarigheid.
Het gaat een heel speciaal bestuursjaar worden. Dat staat nu al vast en daar kijk ik wel verwachtingsvol naar uit.