HOORN – Een veel gehoorde opmerking op social media na een verkeersboete ‘ga toch boeven vangen.’ Helaas moet dat ook regelmatig gebeuren in onze regio. Toch blijken er ook diensten te zien die anders zijn dan men verwacht. Lees onderstaande blog van hoofdagent Diederik van Politiebasisteam Hoorn ‘Niet alles is wat het lijkt’.
Een bekend gezegde binnen de politie. En zo bleek vannacht ook maar weer. We hadden nachtdienst met onze groep in Hoorn. Ik had deze nacht dienst met een collega die langere tijd binnen bij de recherche gewerkt had en nu weer op straat kwam werken.
We draaiden voor het eerst samen als duo en we hadden er zin in. Doordeweekse nachten zijn anders dan nachten in het weekend. In het weekend worden we vooral geleefd door meldingen maar doordeweeks kunnen we meer aan de voorkant zitten. Meer auto’s aan de kant zetten, surveilleren in wijken waar ingebroken kan worden, onze bekende boeven zoeken enz.
We waren bezig met een staandehouding en de eerste melding kwam binnen vanuit de meldkamer. ‘Willen jullie gaan naar **** nummer ** in Hoorn, daar is iemand met een gezondheidsprobleem. De persoon heeft last van het hart.’ Klonkt het door onze portofoon.
Geen seconde te verliezen, we staakten onze staandehouding en reden met spoed naar de woning. De ambulance was nog niet aanwezig dat we ter plaatse kwamen. Snel de AED pakken, zal het een reanimatie zijn, kan de persoon zelf de deur nog openen of moeten we een raam inslaan of de deur forceren?
Toen hoorden we dat onze meldkamer doorgaf dat we niet nodig waren voor levensreddende handelingen maar voor de opvang van de kleine kinderen die daar nog in huis waren. Dit omdat het slachtoffer mogelijk mee naar het ziekenhuis zou moeten.
Ah, tuurlijk. Geen probleem.
De voordeur van de woning stond open en we werden binnen gelaten door een aardige buurtbewoner. Het slachtoffer was aanspreekbaar en stond ons te woord. De ambulance kwam ook aan. De kinderen sliepen gelukkig nog en de buurtbewoner was een goede bekende van het slachtoffer. We waren niet meer nodig, de buurtbewoner bleef oppassen tot er andere familie kwam voor de kinderen. Helemaal top. We wensten ze sterkte en gingen weer.
We bleven op straat en de uurtjes vlogen voorbij.
Rond een uur of 3 besloten we wat te gaan eten op het bureau. Wederom kwam
de meldkamer op de lijn: ‘Willen jullie gaan naar **** nummer ** daar woont iemand die halfzijdig verlamd is en een alarmknop ingedrukt heeft. De instelling die hem verzorgt is niet te bereiken, de alarmcentrale van de knop verzoekt ons nu om heen te gaan. Er zit een kastje naast de voordeur met de huissleutel, de code van het kastje staat in jullie beeldscherm in het voertuig’
Tuurlijk, we sprongen in de auto en reden in volle vaart die kant op. Wat zouden we aantreffen? Iemand die uit bed gevallen was en weer er in wilde? Misschien heeft de persoon wel iets gebroken. Iemand in levensnood? We sprongen uit ons voertuig en snelden naar de woning. Ik had de code van het kastje overgeschreven op m’n hand en bij de woning riep ik eerst met luide stem: ‘politie, we zijn er, we komen u helpen!’ Gelukkig, de code werkte en het kastje opende meteen, ik greep de sleutel uit het kastje en opende de voordeur. ‘Hallo, politie, waar bent u, we komen u helpen.’
We hoorden niets, de woning was donker..
ik pakte mijn zaklamp van mijn koppel af en liep de hal door naar een deur, ik opende deze maar zag niemand in deze kamer.. ik riep nogmaals maar kreeg nog geen gehoor. Links in de kamer stond een deur open. Daar leek een bed in te staan. Ik liep die kamer in en ja, ik zag iemand liggen. ‘Hallo, politie, we komen u helpen, wat is er aan de hand?’
Gelukkig, hij bewoog. Hij keek vriendelijk en mompelde iets wat ik niet meteen kon verstaan. Ik kwam dichterbij en vroeg nogmaals: ‘Meneer wat kunnen we voor u betekenen?’
‘Mijn poes, mijn poes is nog buiten, ik hoor haar miauwen.’ Zei hij…
‘Uw poes zegt u? Uw poes moet naar binnen meneer?’ Vroeg ik, terwijl ik dacht, is dit echt?
‘Ja’ zei de man. Ik keek naar mijn collega en zei tegen de man: ‘Tuurlijk, als mijn collega de achterdeur open doet, komt ie dan naar binnen of moeten we hem lokken met wat eten?’
‘Nee, gewoon de deur open doen alstublieft.’ Zei de man.
We liepen naar de achterdeur toe en mijn collega deed deze open. Ja hoor, daar kwam een schattige zwarte poes naar binnen rennen.
‘Geregeld meneer, kunnen we nog iets anders voor u betekenen?’ Vroeg ik terwijl mijn collega de achterdeur weer op slot draaide.
‘Nee, hartstikke bedankt’ zei de man.
We wensten de man een fijne nacht, sloten de woning af, deden de sleutel weer in het kastje naast de deur en liepen naar ons voertuig.
We barsten uit in het lachen.. wie verwacht dat nou? Dat was toch mooi! Totaal anders dan we dachten..
Met verwondering over de aardige man die niet leek op te kijken van twee geüniformeerde agenten die midden in de nacht ineens naast zijn bed stonden om zijn poes binnen te laten stapten we in ons voertuig.
Dit vertellen ze je niet als je komt solliciteren bij de politie. Oppassen op kinderen of een poes binnenhalen in de nacht. Sommige mensen zullen dit ook geen taak van de politie vinden.. maar soms lopen dingen eenmaal zo.
Wat moet je als je geen familie kan bereiken als er spoed is, wat als je zorg kader niet reageert, wat als je je zo alleen voelt en je misschien daadwerkelijk alleen bent, dan zijn wij blij als we iets voor u kunnen betekenen in zulke tijden.