4 november 2017 – Column Sjaak Grosthuizen: Hoornse democratie algemeen beschouwd
Algemene beschouwingen zijn in de politieke wereld ontzettend belangrijk. Of het nu het landelijke parlement of een gemeenteraad betreft, de politieke activiteiten kunnen niet zonder. Het zijn de ultieme momenten waarop het duidelijk wordt of iemand terecht politiek leider is of niet. Ook is het de gelegenheid om te laten weten waar je voor staat.
Ook in Hoorn speelde dat afgelopen dinsdag. Slechts zeven minuten stonden de woordvoerders ter beschikking om de voors en tegens van de begrotingsvoorstellen te belichten. Probeer dan maar eens goed te stralen in een ultieme poging als beste keus over te komen voor de verkiezingen in maart en om met de scherpzinnigste argumenten collega-raadsleden over te halen tot een mening die niet al zorgvuldig geformuleerd op papier staat.
Ach, waar blijf je als je de hoop opgeeft?
Gelukkig was er na de zeven minuten gelegenheid tot vragen stellen en beantwoorden, zodat men nog eens extra tijd kreeg om uit te pakken. Daarnaast was het zaak om alleen of met andere fracties amendementen en moties in te dienen. Sommige fractievoorzitters kregen van behulpzame collega’s een hoop vragen te beantwoorden. Hieraan kun je zien dat het politieke handwerk ook subtiele ondersteuningsaspecten bevat. De hoop is dan altijd dat via de mediale wegen veel mensen thuis worden benaderd. Ach, waar blijf je als je de hoop opgeeft?
Ik was niet thuis om het gebeuren op tv te volgen. Mevrouw Grosthuizen is doorgaans zeer begripvol en meegaand, maar om mij van drie uur ’s middags tot tien uur ’s avonds bij de televisie gezeten ongemoeid te laten is een iets te grote opgave voor haar. Ik wilde niets van dit spektakel missen en daarom heb ik de hele voorstelling ter plekke gevolgd.
Ik heb zelfs met de dames en heren politici tussen de twee bedrijven door de warme maaltijd genuttigd. Ik heb me wel even afgevraagd of dit wel zuiver genoeg was. Als verslaggever, die ik op dat moment was en als columnist op de zaterdag morgen dient een duidelijke afstand te blijven tussen mij en de politici. Omwille van de objectiviteit. Ik besloot toch een vorkje mee te prikken en me te mengen in geanimeerde gesprekjes over totaal andere zaken dan de politiek. Bovendien was de redelijk sobere warme hap bekostigd van belastingcenten, waaraan ik ook heb bijgedragen.
De redelijk sobere warme hap was bekostigd van belastingcenten, waaraan ik ook heb bijgedragen.
Ik moet bekennen: mijn bewondering voor onze lokale politici is beslist niet minder geworden. In tegendeel! Natuurlijk is het niet bijzonder spannend om te luisteren naar Aart Ruppert van VOCH. Zijn betoog snijdt hout, hij is constructief en zijn dank voor de ambtenaren die het lijvige stuk van 247 pagina’s schreven klonk zeer oprecht. Evenmin zat ik op het puntje van mijn stoel toen Jeroen van der Veer van de voormalige PvdA-fractie zijn oprechte bezorgdheid uitte ten aanzien van burgers die het moeilijk hebben en eenzaam zijn. Bij zijn pleidooi en ingediende motie ter bestrijding van de eenzaamheid dacht ik even aan de mogelijkheid dat burgervader Jan van Nieuwenburg zijn eetafspraakjes bij Hoornse burgers weer zou kunnen oppakken. Dat zou een deel van dat probleem op goedkope wijze kunnen opvangen.
Ik vergaf, evenals de andere luisteraars, fractievoorzitter Dirk Oud van het CDA, dat hij zijn zeven minuten benutte om de verkiezingstoespraak alvast uit te proberen. En ik was zeer geroerd door de voorkomende wijze waarop enkele raadsleden reageerden op het volledig uit het hoofd gesproken warrige betoog van Joke van Diepen van Jong en oud voor Hoorn. Ik zag de verbijsterde gezichten van enkele raadsleden en de handen voor het gezicht om andere gezichtsuitdrukkingen te verbergen. Zo keek ik ook, maar bij diverse raadsleden zag ik mededogen en pogingen om mee te denken om tot dieper inzicht te geraken van de zielenroerselen van Joke. Het bezorgde mij bijna een brok in de keel. Zo zie je maar dat een gemeenteraad een plek kan zijn voor alle mensen, ongeacht hun geestelijke capaciteiten.
Ik zag de gezichten van onze raadsleden toen Roger Tonnaer van de naar hem vernoemde fractie van leer trok. Waar iedere andere spreker veel positieve zaken aantrof in de laatste beleidsvoornemens van dit college, deugde er in zijn ogen niets van en hij zou graag het college nu al naar huis sturen, wellicht om zijn eigen heilzame boodschappen meer ruimte te kunnen geven. Men brandde Roger niet af. Enkelen schudden het hoofd op de manier waarop mijn moeder dat vroeger deed, wanneer mijn broer tijdens de verjaarsvisite dingen uitkraamde waar iedereen de wenkbrauwen bij optrok. ‘Ach, je weet wie het zegt,’ zei zij dan ter geruststelling. ‘Wie wil er nog koffie?’
Het Hoornse spel is een soort politieke goede tijden, slechte tijdenserie.
Mij is gevraagd door deelnemers aan het politieke spel of ik het wel boeiend genoeg vond. Ik weet dan altijd een positieve draai te geven aan mijn antwoord. Het Hoornse spel is een soort politieke goede tijden, slechte tijdenserie. Er komt geen einde aan. Ik bezoek deze vergaderingen niet om dankzij het grote verschil met echt theater, beter te kunnen genieten van echte opvoeringen. Ik zit er, misschien geheel ten onrechte, met het gevoel dat Hoorn toch maar boft met zo’n geweldige gemeentebestuur.