30 DECEMBER 2017 – Column Sjaak Grosthuizen: Dag 2017
Nog even en het jaar 2017 kan de geschiedenisboekjes in. Welke gebeurtenissen dienen ons bij te blijven? Welke personen hebben een eeuwigheidswaarde gecreëerd, waardoor men in het boek over 200 jaar Vereniging Oud Hoorn foto’s en tekstregeltjes uit 2017 vindt, waarmee men geïnspireerd de 22ste eeuw kan binnengaan?
Wim Kan begon in 1954 met zijn oudejaarsconferences en nu zijn er elk jaar zeker een handvol cabaretiers die menen hun licht over het afgelopen jaar moeten laten schijnen. Of ik die behoefte ook voelde, vroeg iemand mij. Ja, natuurlijk dacht ik aanvankelijk. Maar een paar seconden later pas – je ziet, zo’n snelle denker ben ik ook weer niet – besefte ik dat ik in een column van nog geen vijf minuten niet iets vergelijkbaars voor elkaar zou kunnen krijgen.
Wel bedenk ik rond deze dagen wel eens, wie ik van de Hoornse politici best wat meer had mogen noemen. Niet dat genoemden met een geprinte column de buurt en familie langs gaat om terloops te kunnen laten zien dat hij of zij genoemd werd door Sjaak Grosthuizen. Er zijn wel politici die ik te vaak noemde. Er is één opvallende Bühnepoliticus in de raad die ik telkenmale noemde vanwege een opvallende activiteit. Hij heeft mij helemaal niet nodig. Sterker nog: wanneer ik werkelijk de dames en heren wil stimuleren om van de Hoornse democratie een lichtend voorbeeld voor de rest van de wereld te maken, zou ik hem moeten negeren. Dit is een opvoedkundig trucje om wangedrag te ontmoedigen. Maar ben ik werkelijk de opvoeder van Hoornse politici?
Wie het hardst kwaakt, wordt het eerst gezien
Er zijn veel politici die ik niet of nauwelijks noemde, terwijl ze enorm hun best deden om Hoorn te maken en te behouden tot de prettigst denkbare stad om te wonen. Brutalen hebben de halve wereld. Wie het hardst kwaakt, wordt het eerst gezien. Bescheidenheid leidt tot weinig lofzang. De meeste raadsleden zijn niet te betrappen op raaskallen, brallen, gevat vliegen afvangen of producenten van te citeren oneliners te zijn. Ik zou deze mensen vaker moeten noemen, maar hoe aantrekkelijk blijft dan een column? Ik wil dat testen met enkele commentaren over een paar onderbelichte raadsleden.
Elsbeth Broerse van D66 hield een goed doortimmerd betoog over de aanlegmogelijkheden van de Witte vloot in de historische haven van Hoorn. Of: Karin Van ’t Klooster van de fractie van het CDA van plan een wethouder van het college van B. en W. van Hoorn vanwege een raadsvoorstel van het College van B. en W. van Hoorn met van gedegen klanken van bezorgdheid fanatieke en fantastische fanfare-achtige kreten uitend van repliek te dienen. Of: Jos van – hoe heet het?- Kamminga van Groenlinks heeft namens zijn fractie instemming betuigd met het plan om de auto in de binnenstad van Hoorn te weren.
Dat kun je een paar keer per jaar laten doorschemeren, maar het boeit verder niemand.
Hiermee maak je een column niet smeuïg. De luisteraar en lezer willen spanning, zenuwslopende politieke gevechten, cliffhangers na elke vergadering, emoties, sociale of a-sociale bewogenheid en ga zo maar door. De meeste raadsleden zijn gewoon alleen maar goed bezig. Ze zorgen met hartstocht voor de stad. Dat kun je een paar keer per jaar laten doorschemeren, maar het boeit verder niemand.
Gelukkig was er dit jaar een schitterende hoop hommeles bij de PvdA en bij de SP. Wantrouwen, verdachtmakingen, platgetrapte lange tenen, woede, onmacht, onbegrip en definitieve schisma’s. Kijk, daar kun je als columnist in een terugblik op een jaar op terugvallen. Een cabaretier zou er een zeker een kwartier vermaak aan overhouden. Ik kan nu melden dat ik me daar beschaafd op heb uitgeleefd als columnist. Als cabaretier is me dat niet gelukt. Ik heb ook geen poging gedaan een oudejaarsconference te schrijven om daarmee toeschouwers naar een zaaltje te lokken. Wie zou er dan op af komen?
Gelukkig was er dit jaar een schitterende hoop hommeles bij de PvdA en bij de SP.
Ik heb mijn vorige columns vluchtig doorgenomen en een aantal punten genoteerd. Maar terugblikkend op commissie- en raadsvergaderingen realiseer ik mij dat al die punten al zo grondig zijn genuttigd en herkauwd door alle fracties, dat naar mijn overtuiging iedereen liever zit te wachten op wat er nog aan smakelijker kauwmateriaal te wachten ligt voor het nieuwe jaar. Daar ben ik ook veel meer benieuwd naar. Ik kan nauwelijks wachten op 2018, met de verkiezingen en de pogingen een nieuw college te vormen waarmee met sommige onderwerpen met het oog op de toekomst de klok wordt teruggedraaid. Lessen uit het verleden mogen best leiden tot vergelijkbare lessen in de toekomst. Dat geeft iets vertrouwds.
Ik wens iedere geïnteresseerde in onze lokale en regionale politiek een gebeurtenisvol en toch heel fijn 2018 toe!