24 november 2018 – Column Sjaak Grosthuizen: Democratie moet je leren
Ik denk nog af en toe terug aan mijn leven als onderwijzer en dan zie ik automatisch verbanden met zaken uit de dagelijkse werkelijkheid. Zelfs in de politiek! Zo denk ik bij verkiezingen direct aan keuzemomenten die groepen kinderen met enige regelmaat meemaken. Belangrijke momenten, hoewel de onderwerpen van de keuze nimmer wereldschokkend waren. Ik denk bijvoorbeeld aan de vraag: wie mag de school vertegenwoordigen in de lokale voorleeswedstrijd?
De meerderheid van de stemmen was steevast voor een van de meest populaire kinderen. Omdat ik mijzelf absoluut niet zie als ondeskundig op dat gebied en omdat ik onze school toch niet bij voorbaat kansloos wilde laten deelnemen, stuurde ik sterk mee. Allereerst door met elkaar (mijn) criteria voor een goede kandidaat vast te stellen. Het hanteren van objectiverende criteria is belangrijk om een beetje in de buurt te komen van een juiste keuze. Met de opvatting dat de meeste stemmen gelden zonder duidelijke criteria het meest democratisch is kun je heel bedrogen uitkomen. Kinderen moet je leren kiezen en hoewel op veel scholen aandacht wordt geschonken aan het hoe en wat van onze parlementaire democratie, is er, naar ik vrees, nauwelijks aandacht voor de kunst van het kiezen. Democratisch denken is evenals volwassenheid een van de moeilijkste zaken om aan te leren. Misschien hebben alleen mensen die hebben geleden onder een dictatuur een beter beeld van wat voor een goede democratie nodig is.
De meerderheid van de stemmen was steevast voor een van de meest populaire kinderen.
Ik moet hieraan denken omdat het onderwerp van burgemeestersverkiezingen prominent in het nieuws staat. Om de democratie te versterken zou een burgemeester verkozen moeten worden. Een oud pareltje van D66, laat ik me steeds wijsmaken. Bij D66 heb ik met grote regelmaat mensen gezien met een gezond verstand, die keuzes voor het een of het ander niet lichtzinnig maken, maar een aantal van hen heeft tijdens verkiezingsperiodes gezien hoe moeizaam de Nederlandse kiezer tot partijkeuzes komt. Er zijn stemwijzers nodig om te kunnen bepalen welke partij het beste bij hun voorkeuren past. Je kunt daarmee verrassende adviezen voorgeschoteld krijgen. Anderen kiezen voor de persoon die in nieuwsprogramma’s het leukst, liefst, mooist of slimst overkomt. In de afgelopen decennia mag over de Nederlandse kiezer de conclusie worden getrokken dat hij/zij onbekwaam is een goede keuze te maken.
Er zijn stemwijzers nodig om te kunnen bepalen welke partij het beste bij hun voorkeuren past.
Een goed functionerende regering dient het landsbelang en daarmee het volk. De doorsneekiezer kiest overwegend meer voor het eigen belang of voor de groep waar hij/zij zich het best mee verbonden voelt. Eigen bevolkingsgroep eerst dus. En de importantie verhogende beschrijving van de eigen bevolkingsgroep en de dik aangezette bedreigingen ervan door anderen passen goed in de verkiezingsretoriek. Ook in Hoorn is het mogelijk gebleken stemmen te winnen door het verspreiden van angstverhalen. Om kiezersgunst te winnen moet je met mooie verhalen aankomen. De gortdroge bestuurspraktijken van gemeentes spreken namelijk te weinig aan. In Hoorn hebben veel kiezers een keuze gemaakt die absoluut niets te maken had met objectieve criteria voor bestuurskwaliteit waaraan de kandidaten zouden moeten voldoen. En dan zou je een burgemeester ook moeten laten kiezen door het stelletje nitwits dat een gemeente bevolkt? Dat is vragen om ongelukken.
Dat is vragen om ongelukken.
Op dit moment hebben wij een burgemeester, die geselecteerd is door een handjevol ervaren raadsleden uit verschillende uiteenlopende fracties. Zij hebben de kandidaten beoordeeld op kwaliteiten die zij voor de stad passend vinden. In het diepste geheim en dat is wat mij betreft prima. Wij zitten nu met een burgemeester die in hun ogen het beste voldeed aan de hoge eisen die werden gesteld door de hele raad en een flinke groep geraadpleegde burgers die erover hebben nagedacht (of niet). Een betere kandidaat was waarschijnlijk niet beschikbaar. We mogen blij zijn dat wij hem hebben.
Een betere kandidaat was waarschijnlijk niet beschikbaar.
Wat had er kunnen gebeuren wanneer de hele goegemeente een burgervader had mogen kiezen? De stad was volgehangen met posters van kandidaten, met prominent de naam van de partij erop. Verkiezingsbijeenkomsten met veel tamtam en verkiezingsretoriek. Dat schreeuwt om wervende kreten. ‘Kies voor mij, want ik houd alle buitenlanders en rare figuren uit jullie Promovendumwijk!’ ‘Ik zal jullie elke werkdag ontmoeten en spreken!’ ‘Wie of wat je ook bent, ik zal er voor je zijn!’
‘Kies voor mij, want ik houd alle buitenlanders en rare figuren uit jullie Promovendumwijk!’
Sommige kreten zullen nooit kunnen waargemaakt door een burgemeester. Het huidige systeem zal misschien niet meer voldoen, maar is op dit moment beter dan welke andere optie. En hebben de grootste schreeuwers om verandering een volwassen vorm van democratie voor ogen? Een gemeente verdient een burgemeester met besef van wat democratie zo waardevol maakt en die zich na zijn/haar benoeming nog dagelijks afvraagt of hij/zij de democratie wel goed dient. Wij, het volk, mogen pas tevreden zijn, wanneer dit inderdaad het geval is.