3 maart 2018 – Column Sjaak Grosthuizen: De lijsttrekker 2
‘Dat is een heel goede vraag die u daar stelt,’ zei de lijstrekker. ‘Ik denk dat u zich niet laat afschepen met een flutantwoord en ik ben blij dat u die vraag aan mij stelt.’
‘Pap, wat ben je aan het doen? Praat je nou tegen de spiegel?’ Een beetje betrapt keek de lijsttrekker naar zijn zoontje die de slaapkamer was binnengelopen met zijn brandweerauto in de hand.
‘Ja jongen, papa is zich aan het voorbereiden op de verkiezingen. Papa moet straks praten met veel mensen en dan mag papa geen fouten maken. Je weet toch dat over twee weken de verkiezingen zijn en Papa hoopt dat heel veel mensen op papa gaan stemmen.’
Zoonlief knikte en hield de de brandweerauto omhoog. ‘De sirene doet het niet meer.’
De lijsttrekker zuchtte. Hier had hij eigenlijk geen tijd voor en de afspraak voor deze weken was dat hij zoveel mogelijk zou worden ontzien. Hij wilde liever niet herinnerd worden aan de moeizame gesprekken die hij met zijn vrouw had toen hij de beslissing had genomen de lijsttrekker te worden. Gelukkig zag zij uiteindelijk ook wel in dat hij binnen de partij daarvoor de enige echte kandidaat was. De voorzitter en de terugtredende wethouder waren daar ook duidelijk in geweest. Ze hadden anders Inge gevraagd en bij deze opmerking waren ze alle drie in een smakelijke lach uitgebarsten. Inge lijsttrekker! Ha! Dan hadden ze de partij meteen wel kunnen opdoeken. Hij had dit maar niet gedeeld met zijn vrouw. Die was vriendin van Inge en was zelfs in haar weerwoord op zijn besluit lijsttrekker te worden zo ver gegaan dat zij haar noemde als lijstrekker in zijn plaats. Hij moest haar herinneren aan de blunders en versprekingen die ze in de raad begaan had. En hoe vaak was zij niet bij hem te rade gegaan wanneer ze het weer eens niet precies wist. ‘Nou, dan moet dat maar,’ had ze gezegd, nadat hij haar had voorgespiegeld hoe groot zijn kans was om wethouder te worden. Het vooruitzicht op een hoger salaris had haar ook wel aangesproken.
‘Heb je mama al gevraagd er nieuwe batterijtjes in te zetten? ‘
‘Ja, maar toen deed hij het nog niet. Het ligt niet aan de batterijtjes, zegt mama. Jij moet kijken.’
‘Papa zal straks gaan kijken. Nu moet papa eerst goed oefenen, want papa komt ook op de televisie.’
‘Oh, net als de papa van Fedja?’
‘Ja, maar de papa van Fedja is van een niet zo fijne partij. Die is tegen alle dingen die goed zijn voor de mensen. Hij heeft die partij zelf opgericht en de enige die voor die partij telt is de papa van Fedja zelf.’
‘De papa van Fedja zegt dat zijn partij de enige is die bij onze stad hoort en dat jouw partij alleen maar een afspilling of zoiets is van een ouwe partij. Alleen de naam is anders.’
‘Zo, zegt de papa van Fedja dat? Papa’s partij is geen afsplitsing van welke partij dan ook. Papa’s partij wil heel andere dingen doen voor de stad dan de partij waar papa vroeger lid van was. De partij van jouw papa doet veel meer voor de stad dan de partij van de papa van Fedja. En onze partij was er veel eerder dan de partij van Fedja’s vader. Speel je nu vaak met Fedja?’
‘Nee, niet zo vaak. Wel op school.’
‘Prima. Heeft jouw juf het wel eens over de politiek? Over de verkiezingstijd?’
‘Nee, niet zelf. Ze zegt dat ze er niet zoveel verstand van heeft. Ze nodigt iemand uit die er veel verstand van heeft, zegt ze.’
” Nou, kijk eens aan, dan is de juf toch een stuk verstandiger dan papa soms denkt. En wie is die persoon die zoveel verstand heeft van politiek?’
Zoonlief aarzelde licht en hief de brandweerauto weer op. ‘Kun jij kijken of er iets stuk is?’
‘Als de juf nog iemand zoekt die de klas iets kan vertellen over de politiek en de verkiezingen, dan kan papa best wel een uurtje vrij maken.’
Zoon keek even naar zijn vader en besloot dat het beter was voor zijn vader om hem met rust te laten. ‘Ik vraag het wel wanneer je weer wat meer tijd hebt.’
De lijsttrekker trok zijn conclusies en zag in de spiegel zijn grimmige blik. Politiek specialist op de basisschool! Ha! Hij denkt zeker dat je niet vroeg genoeg kunt beginnen met stemmen te werven. Hij is werkelijk tot alles in staat om de aandacht op hemzelf te krijgen. AUB heet zijn kluppie. Altijd Uw Belang. Stem a.u.b. AUB. Altijd mijn eigen belang bedoelt ie! Het zou wat! Dat kan hij beter! Hij zou hem eens laten zien hoe je campagne voert! In de wijkcentra, in bejaardenhuizen desnoods, op de markt en in alle wijken. Hij zag zijn blik veranderen in strijdvaardig. Precies goed!
‘Wat goed dat u die vraag aan mij stelt, u krijgt het antwoord waar u wat aan heeft!’ sprak hij tegen zijn spiegelbeeld. Zo moest dat. Niet agressief maar assertief. Hij riep zijn zoontje. ‘Laat papa die brandweerauto maar eens zien, jongen. Dat fikst papa wel even.’