19 augustus 2018 – Column Sjaak Grosthuizen: Te kermis in Hoorn
De Hoornse kermis met de aansluitende Lappendag behoort al enige jaren tot de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed. Als eerste kermis van Nederland! Nu is het wachten op de toevoeging aan de culturele lijst van UNESCO. Deze prestatie van formaat hebben we goeddeels te danken aan de inzet van Michiel Pijl, die toen de wethouder van kermiscultuur was. Vóór hem was het Cilia van Weel, die de kermis van harte aanbeval aan allen die een stukje echte Nederlandse cultuur wilden ervaren. Ook Theo van Eijk heeft als wethouder laten zien dat Hoornse kermis en een zeer brede smile bij elkaar horen. Op dit moment is het wethouder Ben Tap, die het stokje overgenomen heeft en op zijn schouders leunt het gewicht van de verplichting dit nationaal erkende festijn te koesteren en te behouden.
Sluit hen direct op in instellingen waar zij met zachte, doch resolute hand tot betere inzichten zullen worden gebracht.
Alle culturele verworvenheden, of ze nu een nationale status hebben of niet, worden van tijd tot tijd belaagd door bestuurders die menen dat zoiets best wel wat minder mag. Nu is de Hoornse kermis met de aansluitende Lappendag een fenomeen dat de eigen broek kan ophouden, maar je hebt altijd wel lieden, die een traditie, die rond de feestdag van Sint Laurentius sinds 1446 bestaat, nu wel eens lang genoeg vinden duren. Of met het argument komen dat een dergelijk lawaaiig straten blokkerend evenement niet meer in een binnenstad thuis hoort. Men zal beweren dat, wanneer je alles op een ruime plek buiten de stad laat gebeuren, er feitelijk niks aan af wordt gedaan. Sluit hen direct op in instellingen waar zij met zachte, doch resolute hand tot betere inzichten zullen worden gebracht.
Wanneer mevrouw Grosthuizen en ik, door de stad bewegend, een fraai pand ontwaren, waarvan wij elkaar bijna kwijlend bekennen daar best te willen wonen, schiet bij mij terstond de vraag door het hoofd, of wij het dan ook zo prettig zouden vinden met de kermis op de stoep. Och, we kunnen in die week desnoods ook een vakantie plannen en hoe mooi is het niet om de mogelijkheid een flinke kaneelstok te kunnen scoren op kuierafstand? Hoeveel klagers over overlast zou je eigenlijk hebben in het kermisrondje?
Sinds deze week meen ik dat het mogelijk gerechtvaardigd is enige hoop te koesteren ten aanzien van het voortbestaan van de Hoornse Kermis. De huidige wethouder van kermisvermaak Ben Tap liet dat doorschemeren in een kranteninterview. Hoorn dankt er een deel van de internationale bekendheid mee. In 2016 vond een Amerikaan het belangrijk genoeg om er een tv-item van ongeveer een half uur over te maken. Bekijk de beelden eens op je gemak. De link naar het YouTube adres vind je onderaan de column.
Deze week nam Ben ook zijn collegecollega’s mee voor een rondje kermis. Ik zag een foto van de uitbundig genietende wethouder van serieuze problemen Kholoud Almaboyed. Ik tracht me voor te stellen hoe dat allemaal ging. Opgetogen collegeleden die door elkaar roepen:
‘In hoeveel attracties mogen we, Ben?’
‘Ik ga niet in die enge dingen, hoor!’
‘De fotograaf is weg, we kunnen nu met z’n allen in de draaimolen.’
‘Ja, het spookhuis in met z’n allen! Als je dit kunt doorstaan hoef je nooit meer ergens bang voor te zijn!’
‘We hoeven toch niet persé op de Roze Maandag af te spreken?’
’Mogen we straks ook een suikerspin, Ben?’
‘Als het te gek wordt, moet je het zeggen hoor Ben. Dan betalen we gewoon mee!’
‘Volgend jaar met de hele raad. Dan betalen we allemaal zelf.’ ‘Ben je gek? Democratie mag best wat kosten hoor!’
‘Waar spreken we vrijdagavond af voor het vuurwerk?’
‘Wie gaat er mee te lappen?’
Misschien zul je in een week als deze onze stadsbestuurders in de stad tegen het lijf lopen. Misschien zelfs op Lappendag, waar ze zullen trachten niet uit de bocht te vliegen. En wanneer je hen aantreft met een ontspannen en vrolijk gezicht, hoop dan met mij mee dat zij op het moment dat zij weer politicus worden, de mooie kermisherinneringen niet te ver opzij zullen duwen.