24 maart 2018 – Column Sjaak Grosthuizen: We zullen door gaan
Zo, de verkiezingen zijn achter de rug en we gaan nu vrolijk verder met het besturen van de gemeente. Veertien fracties staan in Hoorn te popelen om via een schitterend collegeprogramma alle verkiezingsbeloften te verzilveren. De opdracht van de kiezer schijnt elke keer te zijn: zorg ervoor dat de boel nou eens goed geregeld wordt. De kiezer werd een palet met veertien fraaie kleuren voorgehouden. Met die kleuren moet het mogelijk zijn een prachtig en kleurig tafereel te creëren. Maar wie mag of mogen de verfkwast vasthouden? Wie leveren ons de mooiste streken?
Een beetje stabiel college wordt doorgaans gedragen door iets meer dan de helft van het aantal raadszetels. Die dienen dan te worden geleverd door de partijen die het goed met elkaar kunnen vinden. Die partijen leveren dan naar rato de wethouders. Een fulltime wethouder kost de gemeente per jaar rond een ton.
maar krijg je Samir Bashara zo gek dat hij triomfantelijk gearmd met Roger Tonnaer in dezelfde deuropening gaat staan
Wanneer je de zetelverdeling aanschouwt, dan zul je zien dat er een aantal spannende combinaties van partijen is te bedenken. Je hebt hoe dan ook minimaal vijf partijen nodig om een college te vormen die een meerderheid in de raad vertegenwoordigt. Wanneer je daartoe de grootste vijf bij elkaar zet, zie je direct de bijna niet te nemen hobbels die genomen moeten worden om een compromis te bereiken. Marion van der Ven van de grootste partij, de VVD, zou misschien Fractie Tonnaer aan boord kunnen krijgen en het CDA met enig gemak, want die kan door elke andere partij in de boot genomen worden, maar krijg je Samir Bashara zo gek dat hij triomfantelijk gearmd met Roger Tonnaer in dezelfde deuropening gaat staan om een mooie coalitieafspraak te vieren?
Dat leidt er waarschijnlijk naar toe dat er meer dan vijf partijen nodig zijn en hoe doe je dat dan met het aantal wethouders? Bedenken we serieus klinkende dossiers om een zesde of zelfs zevende wethouder acceptabel te krijgen? Of krijgen we namens de kleinere aangeschoven partijen wethouders in deeltijd?
In de raad van 35 zetels krijgen we tien nieuwelingen, mensen met een niet al te grote ervaring met raadswerk. We hebben zelfs twee geheel nieuwe partijtjes met elk een enthousiaste fractievoorzitter die de komende vier jaar hun stinkende best willen doen om hun achterban tevreden te maken. Zij moeten zich in de eerste maanden de vergadermores van de Hoornse raad eigen maken en juist dat lijkt mij zo heerlijk om van dichtbij te bekijken. Ik denk wel eens terug aan mijn eerste dagen op de scholen waar ik de aanloop naar een mooie carrière mocht voortzetten. Deze tien nieuwe raadsleden zijn de brugpiepers van de democratie. Hoe zullen ze worden opgevangen door de ouwe rotten?
De komende week nemen we ook afscheid van enkele raadsleden die de afgelopen jaren voor een magere vergoeding dienstbaar waren aan de stad. Onze burgervader zit waarschijnlijk op ditzelfde moment nog te sleutelen aan zijn tekst waarin de dankbaarheid jegens hen zo waardig en passend mogelijk tot uitdrukking kan worden gebracht. Ik sluit mij daar bij voorbaat bij aan. Ik zal ze missen.
Ik werd de afgelopen week aangespoord de zittende politici af en toe wat steviger aan te pakken. Ik vrees dat ik daarvoor te veel respect heb voor de door ons aangewezen ploeteraars die tegen alle tegenslagen in de stad vooruit willen brengen. Wie zijn kind lief heeft, kastijdt ze, naar een wijze raad in de Bijbel. Spare the rod and spoil the child, zeggen de Engelsen die niet eens zo lang geleden pas hebben besloten het Spaanse rietje uit de scholen en opvoedingsrituelen te bannen. Maar om er dan maar stevig op los te meppen na iedere minder gelukkige daad gaat me te ver.
Ik zal me de komende jaren inhouden wat de roede betreft, maar trachten uit alle pedagogische middelen, die tegenwoordig leerkrachten ten dienste staan, de voor politici meest geschikte te gebruiken. Dus wanneer je vindt dat ik enorm sta te slijmen naar politici die het vak maar matig in de vingers krijgen, dan ben ik bezig hen op te voeden. En wanneer ik daar niet in slaag en het valt jou ook op, dan weet je van wie je over vier jaar niet het hokje rood moet kleuren.