19 januari 2019 – Column Sjaak Grosthuizen: (Oost) Westfries
In hoeverre ben ik nu een Westfries? Ik woon nu bijna 46 jaar in dit gebied. Weliswaar in Hoorn en dat kan ervoor hebben gezorgd dat ik mij meer een stadse Hoornaar voel dan een algemene Westfries, zo die al echt bestaat. Mijn voorouders stammen uit Westfriesland. Voor zover wij in de archieven hebben kunnen nagaan, stam ik van vaders zijde af van iemand uit Obdam en van mijn moeders kant uit Grosthuizen. De nazaten van deze voorouders hebben zich in de lijn naar mijn geboorte toe nauwelijks buiten deze regio voortgeplant.
In hoeverre moet je je Westfries voelen, als je hier woont?
Ook import kan zich gaandeweg burger gaan voelen, die zich op dit stukje Noord-Holland thuis weet. Er is echter niemand die mij verplicht om een echte Westfries te zijn. Heeft het eigenlijk wel nut en is het überhaupt mogelijk? Deze vraag borrelt met enige onregelmaat bij mij op en vooral wanneer ik me als hobbyist bezig houd met politieke en regionale omroepzaken. Als columnist concentreer ik me vooral op de Hoornse politieke roerselen. Slechts af en toe lever ik commentaar op politiek buiten de centrumgemeente van deze regio en ik vraag me af of dat niet veel vaker moet.
Ik heb in de afgelopen jaren voor de regionale omroep items mogen maken, waardoor ik enige tientallen politici buiten Hoorn sprak. Dat waren interessante ontmoetingen, waarin het mij duidelijk werd dat de meeste politici wel degelijk oog hebben voor het regionale belang. Er bestaan diverse regionale samenwerkingsprojecten. Er bestaan gemeenschappelijke regelingen om een en ander voordeliger te laten zijn dan de ieder-voor-zich afspraken met allerlei instanties. Wethouders en burgervaders spraken zich lovend uit over de samenwerking met hun regionale collega’s.
Toch merk ik met een iets te grote regelmaat dat het regionale samenwerken frictiemomenten kent. Als het erop aan komt willen raadsfracties in de zeven gemeenten de belangen van de eigen gemeente veilig stellen boven het belang van de regio. De soms moeizame administratieve samenwerking tussen Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland is daar een trieste aanwijzing voor.
Ook in de vergaderingen van de Hoornse politici hoor ik kritiek op diverse gemeenschappelijke regelingen. Wie nog meent dat dit toch wel meevalt en dat de onderlinge samenwerking verrassend soepel verloopt, moet zich eens afvragen waarom er in de zeven gemeenten van (oostelijk) Westfriesland zoveel lokale partijtjes hun bestaansrecht opeisen in verkiezingstijden: het waren er tijdens de afgelopen verkiezingen 24 van de 56!
Ik werd tot deze gedachteprikkel gebracht door het gedoe rond de Brexit. Het ontstond doordat nationalistisch voelende politici de tijd en het referendum benutten om te laten weten dat baas in eigen land zijn het hoogst haalbare ideaal is. Nationalisme is gek genoeg een internationaal gevoed fenomeen dat in veel landen rond waart. Bij Boris Johnson zie je dat hij weet dat hij fout zat.
Ik zie bij hem de gezichtsuitdrukking van het jongetje dat een punaise op de stoel van de juf heeft gelegd. Bij een heleboel andere nationalisten zie ik de opgewonden verontwaardiging over het feit dat buitenlanders ook andere wensen hebben dan als toerist hun geld uit te geven.
Dat gevoel van het beschermen van eigen belangen bestaat ook, en soms nog sterker, in kleinere gemeenschappen. Dorpskernen van samengestelde gemeenten, wijken van steden. Het kost soms verbijsterend weinig moeite om mensen te overtuigen dat zij benadeeld worden door sujetten uit andere gebieden; meer benadeeld dan je lief is en kijk eens wie je uit de nood komt helpen? Gelukkig is het niet alleen maar ellende en kan ellende zelfs worden aangewend om zich daar gezamenlijk van te ontdoen.
Als voorbeeld zou kunnen dienen het verhoogde tarief voor het ophalen van huisvuil door HVC. Als Hoorn nu ook door heeft dat het anders kan, dan zal dat waarachtig voor ieder een duidelijk voelbaar financieel cadeautje kunnen opleveren, ingepakt in cadeaupapier van de hele regio Westfriesland. Naast HVC zijn er meer instanties die op onze centen azen. Genoeg regionaal werk dus. Het duurt nog even tot de volgende gemeenteraadsverkiezingen, dus kunnen lokale partijtjes het zich veroorloven regionaal uit te pakken.
Hoe Westfries is de Westfries? Kan het zijn dat de laatste gezamenlijke krachtsinspanning van heel Westfriesland in maart 1297 in de slag bij Vronergeest gesmoord is in zeeën Westfries bloed? Ik vraag mij nu ook af in hoeverre mijn voorouders zich Westfries voelden. Geen van hen heeft dit soort gedachten op papier gezet. Zij woonden waar zij werk konden vinden.
Wij wonen nu met ruim 200.000 inwoners allemaal in oostelijk Westfriesland op plekken met verschillende namen, de namen van steden, dorpen, gehuchten en wijken. Intensiever samenwerken hoeft nu niet meer uit te lopen op een bloedbad. Misschien dat we dat gewoon maar weer eens moeten doen.