2 februari 2019 – Column Sjaak Grosthuizen: Afscheid
De Hoornse raadsvergadering van afgelopen dinsdag stond wat mij betreft in het teken van afscheid. Allereerst was er een afscheid met meer warme gevoelens. Judith Michel-de Jong nam afscheid. Nu wil ik met de opmerking voor deze zin beslist niet beweren dat het fijn was dat ze geen deel meer uitmaakt van de raad. Dat zou zeer onterecht zijn, want Judith heeft in de ruim twaalf jaar dat zij in raad en college actief was een indrukwekkende lijst van prijzenswaardige zaken op haar naam en die van haar geliefde PvdA gezet.
Judith heeft een prachtige baan verworven in de provincie Flevoland en omdat zij ook haar taak als echtgenote en moeder serieus vorm wil geven, is er voor het raadswerk zoals zij dat gewend is tot in de puntjes in orde te hebben, eigenlijk te weinig tijd over. Zelfs haar politieke tegenstanders hebben groot respect voor haar dossierkennis en vasthoudendheid. Afscheid nemen betekent dat we erkennen dat we nooit alles wat waardevol is voor onszelf kunnen blijven claimen. Flevoland is nu voor enige tijd de plek waar men blij mag zijn dat zij de boel komt regelen. De Hoorns raad restte een kort maar hartelijk uitzwaaimoment.
we erkennen dat we nooit alles wat waardevol is voor onszelf kunnen blijven claimen
We namen ook afscheid van het idee de replica van het VOC-scheepje De Halve Maen langer in onze haven te houden. Dit was een afscheid waarbij ik wat minder aangename gevoelens kreeg. Het uitzwaaimoment moet nog komen, want gedurende een heel jaar van viering van de Gouden Eeuw wordt de aanwezigheid nog gedoogd, maar daarna is het volgens een meerderheid wel eens genoeg geweest. Weg met die geldverslindende rommel! Die laatste zin komt niet uit mijn koker. Het wordt dus een jaar, dat men voor de schijn bezoekers van Hoorn trots naar het scheepje stuurt, maar terwijl het jaar benut wordt om de wereld duidelijk te maken hoe terecht het is, dat men voor de markante geschiedenisperiode Hoorn komt bezoeken, wordt geregeld hoe De Halve Maen zo vlot mogelijk weer naar de Amerikaanse eigenaar verscheept kan worden.
Weg met die geldverslindende rommel!
Het raadsvoorstel van het college doelde op de instemming van de raad om het scheepje dit jaar nog in te zetten, volgens de bruikleenovereenkomst. In oktober zou men zich kunnen uitspreken of het nog langer in onze haven kon blijven of niet. Misschien was de vraag of De Halve Maen als icoon van Hoorn gezien zou mogen worden er een te veel. Voor bezoekers van Hoorn zou het de waarde van het bezoek enorm kunnen vergroten, zodat men nog jaren daarna met de foto’s zou kunnen vertellen hoe mooi de Gouden Eeuw in Hoorn zichtbaar is gebleven. Voor twintig Hoornse raadsleden is dit niet van enig belang.
Daar ging het de aanzetters tot een afscheidfeestje niet om. Onder aanvoering van Iwan de Verschrikkelijke van fractie FT moest en zou nu al worden besloten dat we er ons dit jaar nog van zouden ontdoen. De vastberaden felheid en verbetenheid verrasten mij enigszins. Ik besef nu wederom dat alles wat politici beweegt om te spreken en handelen zoals zij doen voor mij nog te vaak een onbekend gebied is.
Wanneer bij voorbaat elk voorstel dat zou inhouden, dat ook in de verre toekomst populistische uitsluitbesluiten jegens ieder die geen onmiskenbare polderse voor- en achternaam bezit voorkomen moet worden, dan kan ik me deze felheid indenken. Wanneer het college zou voorstellen om voortaan buiten de raad om een soort Madurobeslissingen te nemen, dan is voor mij denkbaar en bemoedigbaar dat dit met ferme uitspraken en stevig geformuleerde amendementen en buitengewoon wilde moties een halt wordt toegeroepen. Maar ten aanzien van HalveMaenzaken leek het mij zo weinig passend.
Wat is er echt aan de hand rond het wel of niet uitdienen of verlengen van de bruikleenovereenkomst? Van welk louche achtergrondverhaal wordt voor ieders gemoedsrust maar niets vermeld? Welke wetenschap over enorme bedreigingen van de Hoornse samenleving door de Halve Maen wordt ons onthouden?
Zijn er smerige handjeklapovereenkomsten gesloten die maar het beste buiten de publiciteit gehouden kunnen worden om te voorkomen dat anders keurige reputaties te grabbel gegooid worden? Heeft de fantastische fractievoorzitter van FT fantastische beloningen uitgeloofd aan ieder die hem zou volgen in zijn strijd om VOC-scheepsplannen te torpederen? Is het een oefening geweest om dergelijke politieke speelwijze eens goed in de vingers te kunnen krijgen?
Nogmaals: ik tast volledig in het duister waarom voor deze zaak op ongepaste wijze keuzemogelijkheid in de toekomst is voorkomen. Misschien was ik getuige van nog een derde afscheid die avond: het afscheid van integer en fatsoenlijk amenderen.