20 april 2019 – Column Sjaak Grosthuizen: Toegankelijkheid
Hoe bereik je allerlei plekken wanneer je slecht ter been bent? Hoe sociaal ben je wanneer je wilt bereiken dat alle plekken bereikbaar worden met rolstoel of andere hulpmiddelen? Hoe a-sociaal ben je wanneer je vindt dat zulks helemaal niet nodig is of wanneer je niet wilt overdrijven met bereikbaar maken? De Hoornse politici hebben mogen laten zien hoe welwillend zij de medeburger met een fysieke beperking ter wille zijn. Tot ons aller geruststelling: elke fractie draagt de bewegingsbeperkten een goed hart toe, maar verschilt toch in grootte van dat hart.
Ik heb in de afgelopen jaren en overigens nog steeds mogen leren omgaan met voeten die na drie passen lopen al heftig protesteren. Ik heb ze al aardig geleerd hun kop te houden en mij zonder dralen naar alle plekken te brengen die mij te binnen vallen. Ze protesteren nog steeds, maar met een goed werkende pijnstiller weet ik hun protesten aardig te smoren. Eigenlijk heb ik een compromis bereikt. Als het niet te ver is of te lang duurt wordt het met enig morren toegestaan, maar wanneer ik een grote meubelzaak wil bezoeken of een museum op mijn gemak wil doorkruisen, dan doe ik dat per rolstoel of een kleine scootmobiel. Zij blij, ik blij.
Al doende als rolstoelganger ervoer ik de barrières die de maatschappij nog eigen is. Bovenverdiepingen van oude musea worden slechts bezocht, wanneer de expositie daar beslist niet gemist mogen worden. De openbare ruimte is een begrip met een totaal andere beleving dan de niet voet- of beenbeperkte mens. Idyllische binnensteden met authentieke kinderhoofdjes leveren unieke ervaringen op. Van meegedragen verse room wordt in niet al te lange tijd boter gekarnd. De duwer van de rolstoel kan voor het eigen welzijn het best stevige polsbeschermers dragen.
Het Hoornse college kwam, nadat slechts drie jaar geleden daar een motie over was aangenomen, met een aantal scenario’s, die richtinggevend zijn om het toegankelijkheidsprobleem te oplossen. Uitgangspunt was wel: het moet op een koopje, want geld is er eigenlijk niet. Dit punt stond eerlijk gezegd niet in het collegeplan. Bij het vormen van een college heeft men wel andere zaken aan het hoofd dan service verlenen aan de rolstoelbrigade . Raadsbreed mocht men kiezen voor iets wat nog niet op het collegelijstje staat en voor zo’n keuze ligt er een bescheiden budgetje klaar. Nu weet ik ook niet altijd wat zich in de Hoornse politiek afspeelt, maar kwam de wens om dit punt op de agenda te zetten van de raad of van het college?
Wethouder Simon Broersma, van wie nog ergens foto’s moeten liggen van een wandelingetje dat hij maakte met een rolstoelgebruiker, kon gelukkig melden dat er op het gebied van aanpassen aan behoeften van rolstoelzitters al het een en ander wordt gedaan, vanuit het bestaande budget. Zo worden hier en daar spiegels in toiletten niet te hoog opgehangen en stoepen voorzien van een op- en afrit. Bij nieuwe gebouwen wordt er al rekening gehouden met de bewegingsstakkers. Waar we het over hebben zijn een paar inhaalslagen in bestaande niet toereikende situaties.
Onze Hoornse politici zijn zo consciëntieus mogelijk bezig het juiste midden te zoeken tussen wat nodig is en wat haalbaar. Toch denk ik dat inzicht in wat er werkelijk nodig is, het best wordt verkregen door zelf een weekje volkomen rolstoelgebonden door te brengen. Als het helpt, mag je mijn voeten wel even lenen.