HOORN – VOC-museumschip de Halve Maen gaat na zijn vertrek uit Hoorn naar Rotterdam. Het schip komt in Delfshaven te liggen voor het VOC-D gebouw. Tussen mei en augustus speelt de Halve Maen een hoofdrol tijdens het festijn “Delfshaven 400”. Daarna zal het schip deelnemen aan Sail Amsterdam. Tussendoor zal de Halve Maen koers zetten naar Lelystad. Tot en met eind maart ligt de VOC-replica nog in Hoorn.
In mei 2015 kwam de Halve Maen voor vijf jaar naar Hoorn, dankzij een bruikleenovereenkomst tussen het New Netherland Museum en het Westfries Museum. Het Westfries Museum werd verantwoordelijk voor de exploitatie.
Veel steden enthousiast
“Juist dankzij het succes in Hoorn was er een gretig aanbod van andere enthousiaste steden om als volgende thuishaven voor de Halve Maen te mogen dienen. Zij zagen onmiddellijk de meerwaarde van het enig varend Nederlands 17e– eeuwse schip voor hun stad en hun gemeenschap. Het New Netherland Museum is daarom verheugd dat na vertrek uit Hoorn de Halve Maen koers zal zetten naar de VOC stad Rotterdam. Natuurlijk hopen wij alle Hoornse vrienden te verwelkomen in elk van de havens in het volgend bestek.”
Tot maart een actieve rol in Hoorn
De Halve Maen zal tot de laatste dag van maart 2020 in Hoorn een spannend programma blijven bieden, waaronder een bezoek aan Enkhuizen en de intocht van Sinterklaas.
Achtergrond
“Het schip heeft de impact gehad waarop het bestuur van de anbi-stichting the New Netherland Museum alleen had durven hopen toen we in 2014 in gesprek gingen met partijen om te kijken of de Halve Maen een nieuw publiek in Nederland kon bereiken en verrijken”, is de conclusie van Eduard van Breen namens het bestuur van het New Netherland Museum. “De Halve Maen heeft een verschil kunnen maken in de afgelopen 4,5 jaar, vooral door haar prachtige thuishaven Hoorn. Niet in het minst dankzij drijvende kracht Ad Geerdink, directeur van het Westfries Museum en zijn team. Een speciaal woord van dank is op zijn plaats voor de geweldige inzet van schipper Bram Nijenhuis en zijn bemanning. In de dertig jaar dat de Halve Maen bestaat is er nog nooit zo goed gezeild. Ook dank aan projectcoördinator Annemarie Pothaar en haar groep vrijwilligers. Zij was met een groep van zo’n honderd enthousiaste vrijwilligers verantwoordelijk voor het programma.. Vanzelfsprekend ook dank aan de gemeente en sponsoren die het verblijf van de Halve Maen in Hoorn mogelijk maakten.”
De resultaten bleken boven verwachting. Meteen al bij aankomst in 2015 schatte een onafhankelijke firma de mediawaarde van de Halve Maen voor de stad Hoorn drie dagen na de aankomst op € 264.000. “We kunnen alleen maar gissen naar de totale mediacontributie over de afgelopen bijna vijf jaar.”
Hoogtepunten
Andere hoogtepunten waren de deelname van de Halve Maen aan Sail Amsterdam in 2015 toen meer dan 6 mijoen mensen de Halve Maen als een Hoorns VOC-schip konden zien en bezichtigen. Of de tour langs de vijf andere VOC- steden door heel Nederland in 2016. Daar maakte een ander groot publiek kennis met het schip dat Hoorn als thuishaven had. Een absoluut hoogtepunt was het bezoek van het Koninklijk Paar aan Hoorn in 2018 en de foto van Koning Willem Alexander en Koningin Maxima voor de Halve Maen die de hele wereld rond ging.
Heel bijzonder waren ook de bezoeken aan het springtijfestival in Terschelling, aan Enkhuizen en Sail Kampen. En niet te vergeten de avondzeiltochten, de intocht van Sinterklaas en de Halloweentochten.
Meer dan 100.000 bezoekers
Meer dan 100.000 bezoekers zijn over het dek gekomen en honderden mensen hebben de Nederlandse bijdrage aan geschiedenis op een interactieve manier kunnen ervaren. Los van de vele klassen scholieren die het schip bezochten.
“Gezien de directe positieve impact op personen, bedrijven en de gemeenschap en de onnoemelijke indirecte bijdrage die het schip voor Hoorn betekende, was de beslissing van de Hoornse gemeenteraad om niet te durven willen praten over een verlenging van het 5 jarige bruikleenleencontract opmerkelijk en door weinigen goed te begrijpen. Zeker niet nu Hoorn zich als Stad van de Gouden Eeuw in de etalage zet en zo hoopt bezoekers aan te trekken. Op velen kwam dat heel tegenstrijdig over.”
