MEDEMBLIK – De gemeentebesturen van 27 plaatsen, waar veelal jaarlijks kortebaandraverijen worden georganiseerd, maken zich samen sterk voor reparatie van de gevolgen van de nieuwe wetgeving rond de Kansspelbelasting vanaf 2021.
De burgemeesters kwamen bijeen in Lisse, op initiatief van burgemeester Spruit. Ook Medemblik, Drechterland en Enkhuizen waren vertegenwoordigd. Hun kritiek richt zich niet op de wet zelf, maar op het neveneffect. De belastingdienst eigent zich bijna de helft toe van wat nu als afdracht aan de lokale vrijwilligersorganisaties wordt gegund.
Immaterieel cultureel erfgoed
De Kortebaandraverijen zijn een immaterieel cultureel erfgoed met een eeuwenoude historie. De organisatie is in handen van vrijwilligersorganisaties. Zij zijn voor hun exploitatie afhankelijk van de inkomsten uit de paardentotalisator, naast sponsorwerving, contributies en entreegelden. De wedstrijden staan onder auspiciën van de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport (NDR), die zelf ook door de maatregel zwaar wordt getroffen.
Om grote bedragen gaat het niet; de kortebanen ontvangen jaarlijks gezamenlijk en na aftrek van kosten, ruim € 150.000, afhankelijk van de omzet en spelresultaten. De belastingdienst gaat met ingang van 2021 op dat zelfde resultaat de kansspelbelasting heffen. De draverijen draaien dan één-op-één op voor de belasting, zonder zelf belastingplichtige te zijn. Voor de verenigingen en stichtingen zijn de inkomsten uit de totalisator een levensvoorwaarde. Ze opereren zonder subsidie en houden zelf de broek op. De hele sector is afhankelijk van de totalisator maar waar het wedden het populairst is, komen de klappen straks het hardst aan.
Lokaal
Namens de gemeenten Medemblik, Drechterland en Enkhuizen ondertekenden de burgemeesters een brief aan de Staatssecretaris van Financiën.
Bron: Tekst en foto via medemblik.nl