13 augustus – Column Peter Ursem: Eigentijds afscheid?
Het lijkt misschien vreemd, maar onbehagen levert meer politici op dan tevredenheid. Van heel wat mensen die zich daadwerkelijk wilden inzetten voor het politieke handwerk weet ik, dat zij zich in de aanloop naar die beslissing druk hebben gemaakt over misstanden die zij vaak in de eigen leefomgeving zagen.
Wanneer ongenoegen daarover gedeeld wordt in een gemeenschappelijke kroeg, loop je zelfs de kans dat er een nieuwe politieke partij ontstaat. Met name lokale fracties ontlenen hun bestaan aan gedeelde ergernis en degene die in de groep het hardst gaat lopen op het moment dat men het idee oppert om maar een eigen partij op te richten, wordt gemeenlijk de eerste voorzitter of fractievoorzitter.
Jouw partij is anders, anders had je je wel bij een bestaande partij kunnen aansluiten
De ambities zijn groot en wanneer tijdens de verkiezingen blijkt dat veel meer mensen het met je eens zijn en er daadwerkelijk raadszetels worden binnen geharkt, dan begint de tijd om te trachten je verkiezingsbeloften in te lossen. Men zal jou echt niet kunnen verwijten dat je die beloften binnen de kortste keren vergeten bent. Jouw partij doet dat niet. Jouw partij is anders, anders had je je wel bij een bestaande partij kunnen aansluiten. Je zoekt naar mogelijkheden om zo snel mogelijk je verkiezingsbeloften op de agenda te krijgen.
En dan ontdek je dat het niet helemaal zo werkt. Jouw partij is klein en zelfs wanneer alle partijen van de raad klein zijn, gaat het je niet lukken al jouw punten voor de leeuwen te gooien. Al die andere partijtjes hebben ook zo hun voorkeuren en wanneer er een paar partijtjes zich verenigen rond een coalitie, dan zul je ontdekken dat diverse van jouw kroonjuweeltjes overschitterd raken door de politieke sieraden van die coalitiepartijen. Op de momenten dat je, bijvoorbeeld via wilde moties, aandacht genereert voor jouw punten, kunnen die hardvochtig worden weggestemd door een meerderheid van de stemmen.
Alles gaat veel te lang duren
Wanneer dat gebeurt en dat gebeurt gegarandeerd, moet je stevig in je schoenen blijven staan. Blijf je optimistisch hopen op betere tijden of laat je je onderuit halen door opkroppende frustraties? Wellicht is dit het dilemma waarin de voorzitter van Enkhuizen Vooruit, Jan Bruin, verkeert. Twee jaar geleden met de beste bedoelingen gestart om mooie dingen voor Enkhuizen te verwezenlijken en nu tot de slotsom gekomen dat er wat zijn idealen betreft aan dode paarden wordt getrokken. Alles gaat veel te lang duren. Hij somt een flink aantal voor Enkhuizen Vooruit belangrijke zaken op, waar maar geen schot in wil komen.
Stadsbestuur gaat kapot aan amateurisme.
Jan Bruin vindt het welletjes. Van hem hoeft dat niet meer. Hij is in het zakenleven een veel betere, want snellere, manier van besluitvorming gewend. Stadsbestuur gaat kapot aan amateurisme. Jan Bruin stopt er mee. Hij hoopt dat andere partijleden het nog wel een tijd willen volhouden. Voor mij rijzen dan weer vragen op, waar ik niet direct een antwoord op wil bedenken.
Mag je stellen dat politici, die maar door blijven gaan het wel goed vinden op deze manier? Zijn hun verwachtingen van wat aan realiseren van verkiezingsbeloften binnen gehaald kan worden resistenter tegen stroperigheid? Is stroperigheid van besluitvorming juist een duidelijk kenmerk van Enkhuizen? Of mag je concluderen dat Jan Bruin een opgewonden standje is, die dwars tegen elk redelijk politiek gebruik in, zijn eigen standpunten onmiddellijk verwezenlijkt wil zien? Is dit eigenlijk de moderne opvattingen van burgers die op het moment dat zij iets tegenkomen wat hen niet past, dit op hetzelfde moment opgelost wil zien door de politiek?
Enkhuizen begon na de laatste raadsverkiezingen met een volstrekt nieuw bestuursconcept. Zonder duidelijke verdeeldheid in coalitie- en oppositiepartijen die elkaar bij voorbaat het licht in de ogen niet gunnen. Een manier van besturen, waarmee men hoopt te bereiken dat niet elke bestuursperiode een lading wethouders de laan uitgestuurd gaan worden. Staat dit hoge verwachtingen oproepende model nu in de tocht? Mogen we ons nu verbazen over het feit, dat we in deze periode nu eens niet van collegeleden, maar van bestuursleden van fracties afscheid nemen?
Enkhuizen blijft je verbazen. Dat blijkt maar weer eens.