8 mei 2019 – Column Peter Ursem: Enkhuizer zandgebak
Als zelfbenoemd Westfries zie ik met groot genoegen dat de regio zich langzaam maar zeker verandert van bescheiden agrarisch gebied met mensen zonder kapsones naar een regio met verrassinkjes voor ieder die dit gebied serieus wil bezoeken. Mijn eerste ontdekking van Enkhuizen is geweest in 1965, toen ik met de eersteklassers van de Helderse kweekschool een weekje de Dromedaris kwamen bewonen. Ik was niet direct onder de indruk. Ik wilde toen best beamen dat het een leuk stadje was, maar veel verder dan die constatering zou je mij niet hebben gekregen.
Ik wilde toen best beamen dat het een leuk stadje was
Toch heeft dit stadje (sorry, dat ik het een beetje overdreven vind om deze gemeente een stad te noemen) in de jaren daarna bij elk bezoek iets meer van mijn waardering gekregen. Ik bezocht niet alleen met mijn kinderen het Sprookjeswonderland, dat steeds meer uitgroeide tot een must voor gezinnen met jonge kinderen, maar ook de oude binnenstad en het Zuiderzeemuseum. Het is zelfs zo ver gekomen dat ik met grote regelmaat op de zaterdagen naar het Buitenmuseum toog, toen daar half verstopt tussen de bomen een boerderij uit de Bronstijd werd nagebouwd. Ik heb daar vele uren mogen mee bouwen, zonder de vrees te hebben dat ook deze boerderij in vlammen zou opgaan, zoals dat eerder in het Streekbos gebeurde.
Het gebeurt elk jaar wel een paar keer dat wij of met ons tweeën of met visite naar het Buitenmuseum gaan, om te zien hoe de zaken er vroeger langs de kust van de Zuiderzee voor stonden. Staande langs de waterkant zien wij en alle bezoekers de havens van Enkhuizen en over een strekdam heen de watervlakte die vroeger zee heette. En zo wordt nog eens extra onderstreept dat het museum is vol gezet met herinneringen aan de stadjes die langs het wijde water lagen. Het Buitenmuseum ligt daar goed en het zou ondenkbaar zijn dit museum ergens te plaatsen tussen Enkhuizen en Stede Broec in. Het is een onderdeel van het ZuiderZEEmuseum.
Wij zijn nooit de enige bezoekers, het zijn er velen. Ook zij ervaren de unieke locatie aan het water als passend en vanzelfsprekend, zoals het ook zo’n mooie locatie is in Arnhem voor het Openluchtmuseum. Het grote bezoekersaantal is de bevestiging van deze gedachte en het onderstreept de noodzaak om dit in stand te houden en wellicht de relatie met het aangrenzende water nog verder te exploiteren.
En met het woordje exploiteren kom je automatisch bij slimme zakenlieden die verdienkansen zien in aantrekkelijke omgevingen. Niks mis mee, maar graag niet ten koste van die aantrekkelijke omgeving. In Enkhuizen is men met flink enthousiasme bezig geweest om in dat aantrekkelijke gebied voor toeristen iets neer te zetten dat een handjevol gefortuneerde aantrekkelijke-gebiedsliefhebbers zeer zal aanspreken. Vakantievilla’s! Zoveel mogelijk op een klein stukje grond, dat aangelegd kan worden op een nog aan te leggen strekdam. En dan negen meter hoog, want vanaf die hoogte zou je niet alleen een uniek vrij uitzicht kunnen hebben op het uitgestrekte water, maar ook op dat mooie buitenmuseum.
Ik wilde toen best beamen dat het een leuk stadje was
Een nadeel is dan ook wel dat je vanuit dat museum de vakantievilla’s kunt zien in plaats van al dat water. Een projectontwikkelaar zou dit waarschijnlijk trachten te verkopen als juist een voordeel. Nou ben ik zo’n miesmuizer die wanneer hij dat zou aanschouwen vanaf het dijkje in het museum zou denken: ‘Alweer woningen die ik me niet kan veroorloven.’ In de krant las ik dat de directie van het museum graag in gesprek wil gaan met de raadsleden van Enkhuizen, maar dat daar wellicht op advies van het college niet op ingegaan kan worden door de raad. Het schijnt niet te passen tijdens de procedure rond bestemmingsplannen.
Heel vaak vond ik van de Enkhuizers dat ze eigenwijs en eigenzinnig waren. Zeer moeilijk om mee samen te werken. Na de laatste raadsverkiezingen leek dat beeld te kantelen. Nu denk ik: wat een bof, dat de raad van Enkhuizen nog steeds plek biedt aan een stronteigenwijs raadslid namens een graag dwars liggende fractie: Hans Langbroek van Het Enkhuizer Alternatief. Hans wil wel in gesprek met het museum. Ik vermoed sterk dat hij die vakantiewoningen daar niet wil hebben. Hou je poot stijf Hans, je kunt het!