24 juni 2020 – Column Peter Ursem: Waterzaken
Mij vielen deze week een paar krantenartikeltjes op over de grote waterplas ten oosten van ons; berichten over de aanleg van eilandjes en strandjes in de Markermeer en het IJsselmeer. Vroeger, heel vroeger was het water er ook wel, maar kon je vanuit het deel wat nu Noord-Holland heet, gewoon naar de overkant kijken. Ik geef toe: niet op alle plekken. Het was in een tijd dat je niet lichtzinnig in een bootje stapte om te vissen of handel te drijven. Toen was een boot een middel om de kost te verdienen.
In de vorige eeuw en in deze werd de Zuiderzee stevig aangepakt en totaal veranderd. Ik weet niet of er voordat de Afsluitdijkdijk werd aangelegd een Milieu Effect Reportage is gemaakt. Wel kan ik me indenken dat de vissers die hun broodwinning teloor zagen gaan niet blij waren met de dijk. Ik denk dat het Malieveld in Den Haag toen nog geen bedevaartsoord van het protest was.
God de wereld schiep, behalve Nederland, want dat hebben de Nederlanders zelf gedaan.
Ik ben groot gebracht met de Nederlandse trots van waterbedwingers en dat is in de latere jaren alleen maar sterker geworden. Ik heb natuurlijk helemaal niks met de waterwerken te maken, maar een enkele keer mocht ik mensen uit een ander werelddeel rondrijden over eindeloze in horizon verdwijnende polders en over de Afsluitdijk en ze langs de neus weg de wijsheid meegegeven dat God de wereld schiep, behalve Nederland, want dat hebben de Nederlanders zelf gedaan.
Vorm geven aan land en water wordt nog steeds bedreven in Nederland. Ook het IJsselmeer veranderde sinds mijn jeugd voor een belangrijk deel in polder. Polders met landbouwgrond, met flinke steden en met natuurgebieden. Op een of andere manier heb ik daarom moeite met de stelling dat we ook weer land moeten teruggeven aan het water, wat men in Zeeland gouvernementeel is gaan geloven.
We gunnen onze vogels het een en ander en het schijnt voor ons ook ergens goed te zijn.
Zowel het Marker- als het IJsselmeer worden nu veranderd in een grote plas met eilandjes en bijzondere strandjes. Deels voor de natuur zelf. We gunnen onze vogels het een en ander en het schijnt voor ons ook ergens goed te zijn. Rijdend over de dijk naar Lelystad heb ik de Hollandse waterkunsten bijna kunnen zien. Ik las hoe nuttig deze ongetwijfeld kostbare ingrepen zijn en ik nam dat aan voor zoete koek. Ik ben gemakkelijk om te kopen met zoete koek en ben dus bereid de deskundigen te geloven. Ecologische zones kwamen er en een paai- en leefgebied voor vis en een waterzuiverend effect van een paar ondiepe eilandjes. Ik vind het schitterend en zal de volgende buiten-Europese gasten graag mijn verrekijker lenen.
‘Straks kunnen watersporters geen kant meer op’
Naast trots op projecten als Grote Kreupel en IJsselmeer Archipel bestaat er ook ergernis moet ik begrijpen. Ergernis van mensen die het water gerust ook mogen gebruiken om er met hun bootjes te varen. Ze kunnen misschien niet meer in een rechte lijn naar de overkant van het meer zeilen. Alsof laveren voor zeilbootjes uit de tijd is, wordt geklaagd over de ecologische prestaties van Waterstaat. ‘Straks kunnen watersporters geen kant meer op,’ heeft één van de klagers uit zijn mond laten optekenen. Een ramp voor de watersport. ‘Als die eilanden er komen, kunnen wij de havens in Westfriesland wel sluiten,’ beweerde hij ook nog.
Ik weet wat mij te doen staat. Als de donder naar een dijk bij Enkhuizen of Medemblik rijden en dan kijken of al het vaarwater verdwenen is of dreigt te verdwijnen. Maar misschien kan ik me toch nog een tijdje vasthouden aan de gedachte dat klagers de klachten altijd een flink stuk overdrijven om iets van hun gelijk te kunnen verzilveren. Overdrijven en de proporties van alles aan de eigen wensen aanpassen: Trump heeft toch meer invloed dan ik dacht.