Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting 2021 (Verordening Precariobelasting 2021)
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam “precariobelasting” wordt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond een belasting geheven.
Artikel 5 Tarieven en maatstaven van heffing
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Onder gebiedCentrum moet worden verstaan: het gebied dat wordt omsloten door Keern, Hoge Vest, Westerdijk tot waar het pad begint richting het Visserseiland, het Visserseiland, de Grashaven, Oostereiland, Mallegomsteeg, Oosterkerksteeg, Bagijnensteeg, Overslagkade, Draafsingel, Spoorsingel en de van Dedemstraat.
- 5.
- a.
- b.
- c.
- 6.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Voor de toepassing van de tarieven gelden de volgende bepalingen:
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
- a.
- b.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, kan op verzoek van de belastingplichtige ontheffing worden verleend over zoveel maanden als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht volle maanden in het heffingstijdvak overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
- 4.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
- 2.
- 3.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt voor de belasting geheven op grond van artikel 5.2.1 en 5.2.2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening, dat ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso, de aanslag moet worden betaald in maximaal vier termijnen. Als betaaltermijnen worden de volgende data aangemerkt: 31 maart, 30 mei, 31 juli en 30 oktober van het kalenderjaar waarbinnen de aanslag is gedagtekend. Indien de aanslag in de loop van het kalenderjaar wordt opgelegd gelden alleen die betaaltermijnen die nog resten in het kalenderjaar. Tenzij geen betaaltermijn meer rest, dan wordt de termijn zoals benoemd in het eerste lid van dit artikel toegepast.
- 4.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De “Verordening Precariobelasting 2020” van 10 december 2019 en de eerste wijziging op de verordening precariobelasting 2020 van 30 juni 2020 worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan en voor zover de Verordening precariobelasting 2021 geen rechtskracht krijgt.
- 2.
- 3.
- 4.
Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het gemeenteblad.
- •
- •
Hoofdstuk 2 Liggeld woonschepen
Voor het innemen van een ligplaats met een woonschip en aanhorigheden per vierkante meter ingenomen wateroppervlakte bedraagt het tarief per jaar |
Voor het hebben van voorwerpen ten behoeve van het organiseren van een evenement, per vierkante meter bedraagt het tarief voor een week of een gedeelte van een week |
Hoofdstuk 5 Markten en braderieën