8 juli 2020 – Column Peter Ursem: Het gezinspaviljoen
Het Gezinspaviljoen in Bovenkarspel is een verzorgingshuis. Alles wat ik over deze instelling zal zeggen is gekleurd. Gekleurd door mijn eigen emoties en betrokkenheid. Ik wens dat alle mensen die worden opgevangen in verzorgingshuizen net zo worden bejegend als in het Gezinspaviljoen. Ik heb mijn vrouw al meerdere keren gezegd dat wanneer ik oud en meer hulpbehoevend wordt dan zij aankan, ik daar opgevangen wil worden.
Mijn schoonmoeder verbleef daar tot nu ruim zes jaar. Ze overleed deze week. Naast verdriet en opluchting is er ook waardering voor de mensen die haar die tijd hebben opgevangen, verzorgd en verpleegd. De mensen die er werken zijn geen academici met een hoop boekenwijsheid en kennis van allerlei goedbedoelende en uitsluitend handelend op basis van bewezen verzorgingstheorieën, maar mensen die praktijkinzicht en -ervaring in werken met oudere mensen mengen met doodsimpele eerlijke liefde.
Oud worden gaat ook van au.
Oud worden gaat ook van au. Het verliezen van de vaardigheden om nieuwe ervaringen op te slaan in het geheugen en de onverbiddelijke afbraak van alle herinneringen uit je leven maken voor een groot deel een ander mens van je. Een veilige omgeving met mensen die dat proces begrijpen en begeleiden is een van de verworvenheden van onze beschaving. Wij zagen mijn schoonmoeder veranderen, stapje voor stapje en we zagen de begripvolle opvang door de verzorgsters van het huis waar zij door ons in goed vertrouwen was ondergebracht.
Als vrijwilligers met een zeer bescheiden inbreng leerden wij de andere bewoners van de afdeling kennen. Na de coronascheiding van enkele maanden werden wij echter door de meesten van hen niet meer herkend. Wij hebben geleerd dat te accepteren. Daar gaat het er niet om dat wij worden herkend. We zagen deze week toen wij de laatste momenten van mijn schoonmoeder daar begeleidden de rust en gevoel van veiligheid bij hen, terwijl de wereld om hen heen steeds onbekender en onbegrijpelijker werd.
Tijdens de vorige kabinetsperiode mochten wij een bijdrage leveren tijdens de sessies waarbij de regering zocht naar bestanddelen voor een nieuw kwaliteitskader in de ouderenzorg. We hebben daar een beeld geschetst van de aanpak van ouderenzorg in het Gezinspaviljoen. Gebaseerd op eigen waarnemingen konden wij zeer positief zijn en duidelijk maken wat wij en natuurlijk vooral de cliënten waardeerden in de opvang daar.
Deze week eindigt dat wat mijn schoonmoeder betreft. Binnenkort zal het gezinspaviljoen worden herbouwd en ingericht naar nieuwere maatstaven. Er wordt een inrichting gerealiseerd, die past bij de huidige normen voor opvang van bejaarden. Ongetwijfeld bedacht door slimme lieden die verstand hebben van passende opvang en passend bij de krappe financiële middelen die daar tegenwoordig voor beschikbaar zijn.
Er is in de afgelopen jaren bezuinigd op veel zaken in de zorg. Op de verzorgenden die wij leerden kennen kon je dat niet zien. Wel kon je een zucht horen wanneer je er met hen over sprak. Verzorgenden in zorginstellingen hebben veel moeten inleveren, terwijl er onverminderd een beroep werd gedaan op hun professionaliteit. De overheid en de toekijkende inspecties kunnen tevreden zijn over de gegroeide hoeveelheid uren aan administratieve activiteiten. Liefde voor de verzorgende cliënten wordt niet gemeten. Wat ben ik ontzettend dankbaar dat de mensen die ik in het Gezinspaviljoen leerde kennen daar helemaal niets aan hebben ingeleverd. Werd dat ook maar eens een waarde waar onze politici aan hechten.