9 december 2020 – Column Peter Ursem: Onze lokale democratie
Deze week las ik in onze regionale dagblad een interessant artikel over de lokale politiek. Er loeren risico’s voor de kwaliteit van de politieke handelingen. Men kan tegenwoordig makkelijk in de raad kan komen zonder eerst een gedegen training die de partij achter de fracties pleegt te geven. Dat was vroeger anders, memoreert burgemeester Gertjan Nijpels. Daarnaast was er vroeger meer achterkamertjespolitiek, waardoor zaken al enigszins beklonken waren voordat ze moesten worden afgehamerd. Bovendien is er tegenwoordig sprake van schaalvergroting, waardoor contact met kleinere gemeenschappen in de knel komt.
Ik vind het met name interessant of de democratie in deze tijd van goede kwaliteit kan zijn. Veel partijen hebben afsplitsingen gekend, terwijl er ook nieuwe partijtjes zijn ontstaan vanuit onvrede in een bepaalde wijk of groep burgers. Hoorn kent nu veertien fracties, waarvan er zes zijn met een landelijke organisatie. Ik ken niet het hoe en wat van alle Westfriese fracties. Het zijn er 55 en het aantal raadsleden maar liefst 147. Gemiddeld 2,67 lid per fractie. Dat is niet veel. De grootste fractie -en daar is er maar één van – telt zeven leden en er zijn dacht ik 21 fracties bestaande uit één lid. Dat heet versnippering.
Is versnippering per se een recept voor verlaging van de bestuurskwaliteit? Het hoeft niet altijd zo te zijn. In een grote fractie kan het voorkomen dat fractieleden er een beetje bij hangen en als stemvee worden gebruikt door de fractievoorzitter, aangevuld met een fanatiek meedenkend lid. In een kleine fractie wordt een groter beroep op de inzet van de factieleden of het enige fractielid gedaan. Je zou kunnen betogen dat in een raad met veel kleine fracties veel harder wordt gewerkt. Je ziet dan ook veel gelegenheidscoalities ontstaan.
Het kan natuurlijk net zo goed een nadeel zijn. Als éénpitter of kleine fractie loop je het gevaar onvoldoende gespecialiseerd te zijn of onvoldoende op de hoogte van alles. Per slot van rekening is het geen voltijdbaan. Het is ook ontzettend vaak gebeurd dat een kleine fractie na ruzie of fundamenteel verschil van inzicht afgescheiden is. Ik heb ook afsplitsingen gezien door querulanten die het bij geen enkele fractie uithielden. Hoe gunstig voor de bestuurskwaliteit zou dat kunnen uitpakken? Burgemeester Nijpels ziet risico’s wanneer de macht in de gemeente bij enkele individuen komt te liggen, in plaats van bij een groep.
Wat duidelijk is geworden in deze tijd, is dat de openheid veel groter is. In de meeste gemeenten zijn de vergaderingen van raadscommissie en raad lijfelijk bij te wonen of via een netwerk te volgen. Door de corona is het internet een oplossing die pal overeind blijft, hoewel het technische functioneren van een digitale vergadering een weerbarstige zaak blijft, doordat apparatuur niet meer up-to-date is of doordat de digitale vaardigheid van de gebruiker wat is achtergebleven.
De kwaliteit van de democratie hangt natuurlijk ook af van de personen die deze een gezicht geven. Met welke insteek ben je in de politiek actief geraakt? Is het vanuit een verantwoordelijkheidsbesef dat het belangrijk is om de juiste beslissingen te helpen nemen? Is het om ongerief uit je eigen straat of wijk eindelijk eens voor het voetlicht te slepen? Is het omdat je er aanzien mee kan verwerven of dat het een onderdeel kan zijn om je eigen carrièrevooruitzichten te verbeteren? Is het de macht die je aantrekt? Is het je maatschappelijke overtuigingen die je herkent in partijen en overeind wilt houden? Het Hoornse raadslid Thomas de Groot wordt ook in het krantenartikel geciteerd. “Als je gepassioneerd bent over waar je woont: ga de politiek in. Je zult altijd een medestander vinden,” betoogt hij.
Wat ik eigenlijk wat onderbelicht zie is dat een goed functionerende democratie niet alleen de verantwoordelijkheid is voor hen die er hun tijd insteken als bestuurder, maar juist ook van iedereen die leeft en werkt buiten het politieke circus. Een goede democratie is een zaak van het volk. Soms vrees ik dat de kwaliteit afhankelijk is van hoe de kiezers en niet-kiezers er buiten verkiezingstijd mee omgaan. Ook de lokale democratie is van ons en ook de lokale politici zijn er voor ons. Niet omgekeerd.