4 maart 2020 – Column Peter Ursem: Westfrisia non cantat
Westfrisia non cantat, een Westfries zingt niet. Probeer maar eens luidkeels te beweren dat dit totaal niet klopt en kom dan met bewijzen. Natuurlijk wordt hier en daar in Westfriesland gezongen en nog goed ook. En wanneer we het breder trekken naar andere muzikale uitingen kun je eveneens zeggen dat er Westfriezen zijn die uitstekend in staat zijn een pittig deuntje muziek voort te brengen op een of meer muziekinstrumenten.
De vraag blijft of het in Westfriesland een doodnormale zaak is dat iemand een muziekinstrument bespeelt of kan zingen. Wie dit echt zou uitzoeken en het resultaat zou vervatten in mooie grafiekjes zou daar best wel eens mee kunnen aantonen, dat we het over een kleine minderheid hebben. Niet iedereen bespeelt een instrument en is dat erg? Is het erg wanneer muziek als uitingsvorm een beetje onderontwikkeld is? Zijn we als regio dan minder?
Ik heb gedurende 43 jaar klassen met kinderen voorbij zien komen die gezamenlijk nauwelijks een orkest zouden kunnen opleveren. Wanneer je in een achterstandswijk werkt, dan is de eerste zorg dat kinderen die vaardigheden leren, waarmee ze hun kansen op de arbeidsmarkt enigszins vergroten. En voor wie het verkrijgen van een goede maatschappelijke positie geen eenvoudige opgave is, lijken kunstzinnige activiteiten op overbodige fratsen.
Het muziekonderwijs is op basisscholen doorgaans niet al te best uit de verf gekomen
Het muziekonderwijs is op basisscholen doorgaans niet al te best uit de verf gekomen, tenzij er een echte muziekleraar was ingeschakeld. In het voortgezet onderwijs hoort muziekonderwijs ook niet zo tot de vakken die door ambitieuze leerlingen met de steun van nog ambitieuzere ouders worden nagestreefd. Muzieklessen doe je gewoon buiten school en in daartoe bestaan muziekscholen.
Nu lijkt het erop dat in jaren dat economie minder bloeiend is, door overheden, gestuurd door politieke partijen die het geld niet over de balk willen gooien, kunstzinnige scholing iets te gemakkelijk een stiefkindstatus krijgt. Natuurlijk mag je zeggen dat een volk dat kunst hoog in het vaandel heeft staan niet afgeschilderd mag worden als barbaren. Maar geldt dat ook wanneer de broekriem echt dient te worden aangehaald en er dus wordt gekozen voor belangrijkere zaken? En als mensen dan zo graag hun kroost beschaafd kunstzinnig opgevoed zien worden, mogen ze daar best wel financieel zelf wat meer aan bijdragen, toch?
We zien daar nu de gevolgen van
En zo geschiedde het dat niet alleen in de Westfriese gemeenten, maar ook elders in het land, instellingen die de kunstzinnige vorming met alle liefde en vakmanschap willen verzorgen de boodschap kregen toch iets meer de eigen broek op te houden. We zien daar nu de gevolgen van. Scholen en andere instellingen die afnemer zouden kunnen zijn van muzieklessen laten vanwege bezuinigingen ook afweten. In Westfriesland beleven we langzamerhand het bekende verhaal van de krekel en de mier. Onze 51 Westfriese partijtjes zijn de mieren, die de krekels van de muziekscholen verwijtend aankijken en hen doodleuk laten weten dat het allemaal hun eigen schuld is dat het fout gaat.
Ik ben gek op fabels, maar soms zou ik willen dat ze anders aflopen. Laat geen enkele Westfriese politicus beweren cultuur hoog in het vaandel te hebben, zolang muziekscholen en andere instellingen voor kunstzinnige vorming failliet dreigen te gaan.