De raad van de gemeente Drechterland;
Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2020
besluit:
(lees verder onder deze advertentie)
vast te stellen de:
VERORDENING MARKTGELD DRECHTERLAND 2021.
Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam “marktgeld” wordt een recht geheven voor het innemen van een stand- of staanplaats ten behoeve van het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen tijdens de weekmarkten en de jaarmarkt.
Artikel 2 Belastingplicht
Het recht, als bedoeld in artikel 1, wordt geheven van degene, aan wie een stand- of staanplaats is toegewezen.
Artikel 3 Maatstaf van heffing
Het recht, als bedoeld in artikel 1, wordt geheven naar de grondbreedte van de stand- of staanplaats in strekkende meters.
Artikel 4 Belastingtarieven
1.
|
Het recht, als bedoeld in artikel 1, bedraagt voor het innemen van een stand- of staanplaats tijdens de weekmarkt per strekkende meter of gedeelte daarvan:
|
|
a.
|
per marktdag of een gedeelte daarvan
|
€ 1,25;
|
|
b.
|
per kalenderkwartaal
|
€ 12,20.
|
2.
|
Het recht, als bedoeld in artikel 1, bedraagt voor het innemen van een stand- of staanplaats tijdens de jaarmarkt per strekkende meter of gedeelte daarvan
|
€ 1,95.
|
3.
|
Het tarief voor elektra bedraagt:
|
|
a.
|
voor een standplaats met kramen per marktdag of een gedeelte daarvan
|
€ 1,35;
|
|
b.
|
voor een standplaats met een verkoopwagen per marktdag of een gedeelte daarvan
|
€ 3,00.
|
Artikel 5 Wijze van heffing
Het recht, als bedoeld in artikel 1, wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 6 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het recht, als bedoeld in artikel 1, worden betaald in geval de kennisgeving, als bedoeld in artikel 5 wordt uitgereikt, op het moment van uitreiken van de kennisgeving.
- 2.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het recht, als bedoeld in artikel 1, worden betaald in geval de kennisgeving, als bedoeld in artikel 5, wordt toegezonden en wel binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- 3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.
Artikel 7 Teruggaaf
- 1.
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van het recht, als bedoeld in artikel 1, wordt verleend op een aanvraag, als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet, indien het verschuldigde recht, als bedoeld in artikel 1, voor een kalenderkwartaal is voldaan en het innemen van een stand- of staanplaats wordt beëindigd vóór het verstrijken van de termijn, waarvoor het recht, als bedoeld in artikel 1, is voldaan. Terugbetaling vindt plaats voor zoveel ongebruikte marktdagen, als er na beëindiging van de stand- of staanplaatsinname nog resteren.
- 2.
Voor de toepassing van artikel 28, derde en vierde lid van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van belasting, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de aanslag.
Artikel 8 Vrijstellingen
Van belastingplichtigen, waarvan het recht, als bedoeld in artikel 1, voor de weekmarkt per kalenderkwartaal wordt geheven, wordt voor het innemen van een stand- of staanplaats op de jaarmarkt geen recht, als bedoeld in artikel 1 geheven voor het aantal strekkende meters, dat belastingplichtige wekelijks op de weekmarkt inneemt.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Overgangsrecht
De Verordening marktgeld Drechterland 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 11 Inwerkingtreding.
- 1.
De Verordening marktgeld Drechterland 2021 treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021
Artikel 12 Citeertitel.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening marktgeld Drechterland 2021”.