25 augustus 2021 – Column Peter Ursem: Parkeer een gedachte
Parkeren van auto’s is in toenemende mate een probleem. Zelfs in mijn eigen straat, waar alleen mensen met een voortuin de ruimte hebben om daar een privé parkeerplek in te richten, kan stevig gebakkelei ontstaan wanneer anderen hun auto voor een huis neerzetten waar geen sprake is van eigen plek.
Ik heb ooit een overbuurman die er net kwam wonen boos aan de deur gehad met het verwijt dat visite van ons het in hun malle hersens haalde hun auto op zijn plekje voor zijn deur te zetten. Voor mijn huis is parkeerruimte en doorgaans lukt het me om de auto ook daar neer te zetten en met onze buren zijn afspraken gemaakt over het verdelen van beschikbare parkeerruimte voor visiteparkeerders. Maar onze eigen woonoppervlakte beperkt zich tot één meter van de gevel en daar hebben we iets van een tuinstrookje ingericht. Alles daarbuiten is gemeentegrond.
In Medemblik is op dit moment gekrakeel over beschikbare parkeerplekken in de binnenstad. De enige drukbezochte grote winkelstraat, de Nieuwstraat, is tevens een van de trekpleisters van de stad en behalve terrasjes zijn er wat parkeerplekken te vinden. Maar in de omgeving van deze straat zijn te weinig plekken voor hen die hun auto zo dicht mogelijk bij het bezoekdoel willen zetten. Hoorn kent het probleem ook en niet alleen in de binnenstad. Politieke fracties doen goede zaken in wijken waar parkeren als probleem wordt ervaren wanneer vreemd volk parkeerplekzoekende is.
Moeilijker parkeren betekent doorgaans klantenverlies
Binnensteden of zelfs dorpse winkelcentra goed bereikbaar houden voor verkeer en parkeer is iets waar zeker de neringdoenden op die plekken zich zorgen over maken. Moeilijker parkeren betekent doorgaans klantenverlies. Ook met dat gegeven is het voor politieke partijtjes goed garen spinnen. Politieke partijen die hogere waarden als milieu en veiligheid principieel in het pakket hebben zien graag oplossingen die erop gericht zijn de auto uit binnensteden te weren. De auto en eigenlijk de autobezitter meent echter het volste recht te hebben ongehinderd te gaan en staan waar het goed uitkomt. Parkeren als grondrecht staat meen ik niet beschreven in de grondwet en ik kan me moeilijk voorstellen dat woon-, werk- en winkelgebieden vol plaatsen met parkeervakken een teken zijn van hoge beschaving.
het aantal van dit gerieflijke vervoersmiddel blijft stijgen
Er zijn af en toe tekenen dat mensen afzien van autobezit (een broer van een vriend van een neef van mij zegt iemand persoonlijk te kennen die géén auto bezit!), maar het aantal van dit gerieflijke vervoersmiddel blijft stijgen. En daarmee stijgt ook de parkeerbehoefte. Waar bus- en treinreizigers het doodnormaal vinden om een paar stappen te zetten om in stadscentra en winkelboulevards te komen, is dat voor veel autobezitters een gruwel. Kocht je ooit je auto opdat je geen stap meer hoeft te verzetten?
We zijn te ver doorgeschoten met een ongeschreven gewoontewet om steden en dorpen in te richten op autobezit. Historische binnensteden, die we in Westfriesland gelukkig ook bezitten, worden er niet fraaier op wanneer dat volgepropt staat met blik. Hoewel mijn zoon in zijn heel jonge jaren tijdens meegenomen zijn op stadsbezoek veel meer oog had voor de automodellen die het zicht op de aan de overkant geparkeerde auto ontnamen. Het liefst liep hij dan via die overkant weer terug.
Tijdens vakantiemomenten naar veel zeer aantrekkelijke stedelijke en andere plekken ervoeren wij regelmatig zones waar auto’s niet mochten komen. Mensen konden gewoon over de volle breedte van de straat lopen, zoals in Hoorn in het stadsrondje. Een verademing. Daarom vraag ik mij af in hoeverre in Medemblik het bezoeken van de Nieuwstraat zonder parkeerplek of rijbaan voor auto’s niet een verademing kan betekenen. In theorie kent van heel Westfriesland de gemeente Medemblik met zijn 257.6 km² grondoppervlakte de meeste ruimte om auto’s weg te zetten. Het zoeken naar plekken moet dan makkelijker zijn.
We zijn er langzaamaan aan toe heel anders te gaan denken over het omgaan van ons vervoersblik. Een auto heeft geen rechten, mensen wel.