Gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op het Hoefblad, te Hoorn
artikel 18 lid 1d van de Wegenverkeerswet 1994 waarin bepaald is dat ons college de bevoegdheid heeft tot het nemen van verkeersbesluiten;
het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer, de Wegenverkeerswet 1994 en de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;
de beleidsregel van 8 februari 2011 nr. 10.60517 waarin opgenomen het beleid omtrent de aanwijzing van gehandicaptenparkeerplaatsen;
de bewoner die de aanvraag voor een GHP op kenteken in heeft gediend, tijdelijk woont in een andere woning op het Hoefblad i.v.m. een tragische brand van haar eigen woning;
de bewoner op het tijdelijke adres op het Hoefblad geen parkeren op eigen terrein heeft;
de bewoner van Hoefblad heeft verzocht, ten behoeve van het door de aanvrager bestuurde motorvoertuig, een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aan te wijzen in de nabijheid van haar tijdelijke woning;
gelet op de beleidsregel de aanvrager in aanmerking komt voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken nabij de aanvrager zijn woning;
betrokkene gehandicapt is en dat bij onderzoek is gebleken, dat de aanvrager zich niet of slechts met grote moeite anders dan over korte afstand te voet kan voortbewegen;
niet op andere wijze in een parkeerplaats kan worden voorzien;
de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken voor Hoefblad 174 op korte loopafstand van de woning ligt;
op deze parkeerplaats voor de aanvrager voldoende ruimte is voor het in- en uitstappen;
het daarom, gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994, noodzakelijk is de hieronder genoemde maatregel in te stellen;
de betreffende straat in beheer is bij de gemeente en gelegen is binnen de bebouwde kom;
- •
- •
- •
door het plaatsen van het bord E6 (gehandicaptenparkeerplaats) van bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, voorzien van een onderbord OB309 (onderbord kenteken), een gehandicaptenparkeerplaats in te richten, uitsluitend bestemd voor het door de aanvrager in gebruik zijnde motorvoertuig.
te bepalen dat bovenstaand wordt bekendgemaakt:
- •
Bent u het niet eens met dit besluit?
Dan kunt u bezwaar maken. In dat geval adviseren wij u om eerst contact met ons op te nemen. Wij nemen samen met u het besluit door.
Als we er niet uitkomen, kunt u een bezwaarschrift sturen naar het college van burgemeester en wethouders. Zorgt u er voor dat u het bezwaarschrift indient binnen zes weken na de dag waarop het besluit is verzonden. Daarmee voorkomt u dat wij uw bezwaarschrift niet meer kunnen behandelen.
U stuurt uw bezwaarschrift naar het college van burgemeester en wethouders. Het adres is: Postbus 603, 1620 AR Hoorn.
In uw bezwaarschrift moet het volgende staan:
• uw naam, adres en graag ook uw telefoonnummer;
• een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (u kunt bijvoorbeeld de datum en ons kenmerk van het besluit vermelden of een kopie meesturen);
• de reden(en) waarom u bezwaar maakt;
• de datum en uw handtekening.
Dient iemand anders namens u een bezwaarschrift in? Stuur dan een machtiging mee.
Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland vragen een voorlopige voorziening te treffen om het besluit te schorsen.
Het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening kan alleen als u binnen de termijn een bezwaarschrift heeft ingediend. Het adres van de Rechtbank Noord-Holland is Postbus 1621, 2003 BR Haarlem.
Als u een voorlopige voorziening aanvraagt, bent u griffierecht verschuldigd. U ontvangt hiervoor automatisch een rekening.