HOORN – De gemeente Hoorn start in april met de brede stadsgesprekken over inclusie en het koloniale en slavernijverleden. Hierin staat luisteren centraal. De gesprekken hebben de opzet van een (luister)seizoen, met meerdere afleveringen en zijn erop gericht dat zoveel mogelijk mensen kunnen meepraten.
Naar aanleiding van de discussies over discriminatie en inclusie en ook de protesten rond het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen kondigde het Hoornse stadsbestuur ‘een open en breed stadsgesprek’ te willen organiseren.
Over Coen, maar ook hoe samenleven
“Niet alleen over Coen, maar ook over hoe wij met elkaar samenleven, naar elkaar kijken en met elkaar omgaan”. De gemeente nodigde de stad uit om mee te denken over de vorm. Ruim 20 inwoners en partijen uit de culturele sector, sport en het onderwijs gaven hun ideeën mee. Mede op basis van die inbreng is bureau TwynstraGudde gekozen om de stadsgesprekken te organiseren.
Seizoen 1
De stadsgesprekken hebben de opzet van een (tv)seizoen met meerdere afleveringen. Dit seizoen kan dus ook een vervolg krijgen. Hierbij is ook rekening gehouden met de coronabeperkingen. “De gesprekken gaan zowel over het verleden als over het heden en de toekomst,” legt burgemeester Jan Nieuwenburg uit. “Door de gesprekken over verleden, heden en toekomst te scheiden leren we gerichter hoe het thema ‘inclusie’ (erbij horen) in verschillende periodes betekenis krijgt. Maar ook wat we daarvan kunnen leren om vooruit te kijken naar de samenleving die Hoorn wil zijn over tien of twintig jaar. Een samenleving waarin iedereen telt en iedereen mee kan doen.”
Luisteren
Dit seizoen van de stadsgesprekken staat volgens de gemeente vooral in het teken van luisteren. “Doel is om zoveel mogelijk verschillende perspectieven op tafel te krijgen.” Dit doet men in drie rondes waarbij zoveel mogelijk verschillende mensen aan het woord komen.
- Ronde 1: Straatgesprekken
Een ervaren team gaat ongeveer een week de straat op om op verschillende plekken in de stad individuele straatgesprekken te voeren. Deze gesprekken worden opgenomen en als een podcastserie van ongeveer vijf afleveringen met de stad gedeeld. Andere inwoners kunnen hier via de hashtag #SGHoorn op sociale media op reageren. Eind april zullen de eerste podcasts gedeeld worden. Parallel aan de straatgesprekken start de gemeente Hoorn ook een stadsbrede enquête. Hierin vraagt de gemeente bewoners naar in hoeverre zij zich thuis voelen in Hoorn. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen ook weer gebruikt worden in de tweede en derde ronde van de stadsgesprekken. - Ronde 2: Talkshowgesprekken
De tweede ronde worden in mei en juni in kleine, maar diverse gezelschappen van ca. 7 mensen gevoerd. TwynstraGudde begeleidt drie talkshowgesprekken, in presentatieduo’s met lokale scholieren, waarna deze worden uitgezonden. Voor de eerste twee talkshows wordt via loting uit alle 13 wijken van Hoorn een deelnemer geselecteerd om mee te praten. De derde talkshow wordt gevoerd met vertegenwoordigers uit het maatschappelijk middenveld en belangengroepen. - Ronde 3: Toekomstgesprekken
Tot slot daagt de gemeente inwoners en lokale instellingen en partijen uit om hun toekomstbeeld voor een inclusief Hoorn te verbeelden of te ontwerpen. Lokale vloggers gaan vervolgens met deze initiatiefnemers in gesprek. Dit resulteert in een serie vlogs die in juni en juli gepubliceerd worden.
Eindadvies
Na de laatste ronde stelt TwynstraGudde een eindadvies op voor de gemeente. Hierbij lezen en denken ook experts op het gebied van participatie en samenwerking mee. Het eindadvies velt geen oordeel over de onderwerpen en gaat ook niet in op de vraag of het standbeeld van J.P. Coen al dan niet moet blijven. Maar het geeft wel een beeld over een mogelijk vervolg van de stadsgesprekken. Dit eindadvies wordt begin juli aan het gemeentebestuur aangeboden.
Goed gesprek
Burgemeester Jan Nieuwenburg is benieuwd naar het verloop van de gesprekken. “Dit is voor ons ook een beetje pionieren. Een goed gesprek begint bij goed luisteren. Het zorgt voor begrip, inlevingsvermogen en inzicht in hoe andere mensen denken en wat zij ervaren. Ik kijk er naar uit dat er veel en veel verschillende mensen gaan meedoen en ik ben ook echt heel erg benieuwd naar wat we allemaal gaan horen. Alles kan en mag op tafel. Ik hoop dat het ons lukt om met een open instelling naar elkaar te luisteren, zodat we er samen wijzer van worden en onze stad verder vooruit kunnen helpen.”