1 september 2021 – Column Peter Ursem: Herenboeren
Wanneer je in de krant de term herenboer leest, dan is (in ieder geval bij mij) de eerste gedachte aan kapitaalkrachtige boeren met een flink stuk land en een hoop boerenknechten om al het werk te laten doen. Wikipedia praatte me weer helemaal bij. Herenboeren of ook wel scholteboeren genoemd hoeven zelf niet meer te werken. Dat was het geval in een aantal agrarische districten in Nederland en met name in Groningen.
De herenboeren die nu een krantenartikel vullen zijn een ander slag boeren. Het betreft hier een burgerbeweging met het oogmerk duurzaam te boeren. GroenLinks agrarisch bezig zijn, denk ik dan meteen en Partij van de Dieren zou ook gevoelig kunnen zijn voor dit concept. Op de website van herenboeren staat beschreven wat de bedoeling is van de tegenwoordige Herenboerenbeweging. Zij ‘ondersteunt burgers bij de ontwikkeling van natuurgedreven coöperatieve Herenboerderijen.’
De beweging wil, zoals zij zelf verwoorden, met vakkundige professionele boeren en tuinders aan de gang ‘als een groeiend alternatief voor het huidige voedselsysteem.’ In 2018 werden de uitgangspunten en het voedselproductiesysteem opgetekend in een schrijven over Farming Communities. Het is de bedoeling om overal coöperaties op te zetten en dus ook in Westfriesland.
Om in Westfriesland hiermee van start te gaan wil men een stuk landbouwgrond van twintig hectare aankopen. Er is 1,6 miljoen voor nodig en men zoekt mensen die er aan willen deelnemen en obligaties willen aankopen. De obligaties moeten elk jaar anderhalf procent rente opleveren, maar je kunt de obligaties niet meer inwisselen. Ik denk dat men dus niet direct zit te wachten op de durfinvesteerders en bij de beursberichten zul je waarschijnlijk tevergeefs naar de financieel ondersteunde herenboer zoeken.
Het probleem van de Westfriese herenboeren is dat het in deze regio lastig is een lap grond van twintig hectare te vinden is dat ook nog betaalbaar is. Met de uitgifte van duizend obligaties à 1600 euro zou het wellicht mogelijk zijn om te starten met op een duurzame manier verbouwen van groenten en fruit en het houden van varkens, runderen en kippen. In heel Nederland ziet men mogelijkheden op een oppervlakte van in het totaal 700.000 hectare voor elke Nederlander duurzame agrarische producten te produceren.
de geldschieter ziet graag het geproduceerde verantwoorde voedsel ook verkocht wordt
Toen ik deze informatie tot mij nam vroeg ik me af of de agrariërs die nu al duurzame land- en tuinbouwproducten leveren ook allemaal in dat plan ingepast worden of dat er een aparte organisatie is opgezet om bevlogen duurzaamheidsnastrevers naast de al bestaande duurzame agrariërs actief te laten zijn. Volgens de website is het vooral een beweging waarin burgers betrokken worden om duurzame agrarische activiteiten te plegen.
Wanneer dat in Westfriesland en zelfs in een cirkel, nou ja, een halve cirkel rond Hoorn dan gaat plaatsvinden met, laten we hopen een flinke hoeveelheid Hoornse burgers die iets in het plan zien als geldschieters, dan heb je meteen ook een klantenkring, want de geldschieter ziet graag het geproduceerde verantwoorde voedsel ook verkocht wordt. Zo sla je twee vliegen in één klap in de hoop dat ik niet de misvatting heb dat vliegen voor een duurzame land- en tuinbouw van geen betekenis zijn. Ik las dat naast de eenmalige inleg wekelijks zevenenhalf tot tien euro als contributie wordt betaald, maar ook dat daarvoor elke week een flinke tas met eindproducten klaar staat voor de deelnemers. Met de contributie wordt het bedrijf in stand gehouden.
In de winkels ontdek ik regelmatig groente of fruit waar ik nooit eerder van hoorde
Alles bij elkaar een interessant project, waardoor de afstand tussen burgers en (de eigen) boeren klein blijft en je meer betrokken bent bij wat je allemaal aan voedsel tot je neemt. Misschien niet zo geschikt voor hen die gewend zijn geraakt aan etenswaren die horen bij de culturen en landen die je ooit bezocht of nog wilt bezoeken. In de winkels ontdek ik regelmatig groente of fruit waar ik nooit eerder van hoorde of waarvan ik de smaak nog helemaal niet ken. Zal ik dat als een gemis blijven ervaren wanneer ik me voor de dagelijkse hap bijna volledig overgeef aan wat er in mijn herenboerderij wordt voortgebracht?
Misschien wordt dit in de toekomst een heel vertrouwd concept, ook in Westfriesland. En wellicht doet het begrip herenboer over enige tijd eerder denken aan de burgerdeeleigenaar van een boerenbedrijf dan aan de poenige solo-eigenaar van een groot Gronings boerenbedrijf.