15 september 2021 – Column Peter Ursem: Hopelijk de laatste keer
Er moet mij iets van het hart. Ik heb het er hier al wat vaker over gehad, maar het zat en zit me hoog. We hebben het er in alle media en buiten op straat uitgebreid over en dan blijken meningen vaak onverenigbaar te zijn. Kreten over tweedeling in de samenleving en discriminatie zijn dan niet van de lucht. In de columns die op deze plek verschenen oogste ik heel wat schampere opmerkingen. Ik wil het er in het komende columnjaar niet steeds weer over hebben. Dit keer is misschien de laatste keer dat ik iets zeg over de coronacrisis.
Het woordje crisis is volledig op zijn plaats en voor mij speelde de afgelopen anderhalf jaar ook een persoonlijke crisis mee. Daardoor worden mijn opvattingen gekleurd en psychologisch en gewoon logisch is dat verklaarbaar. Ik heb problemen met mijn prostaat. Anderhalf jaar geleden in maart zou daar een kleine operatie aan gepleegd worden. Door de corona-uitbraak is die operatie een half jaar uitgesteld geraakt. Ik was één van die mensen voor wie op dat moment nog geen reguliere behandeling in het ziekenhuis mogelijk was. Toen in september vorig jaar door het ziekenhuis contact werd opgenomen en een operatiedatum werd vastgelegd was dat een moment van grote vreugde Hoi! ik wordt geopereerd! Tegelijk kwamen in de dagen daaraan voorafgaand berichten over steeds meer oplopende cijfers over coronabesmettingen doordat er tijdens de vakanties uitgebreid en zorgeloos gedaan werd of het virus niet bestond.
De operatie ging gelukkig door en na de operatie, die overigens goed geslaagd bleek, werd prostaatkanker geconstateerd. Doorgaans schrik je van zo’n mededeling, maar de uroloog kon me geruststellen dat de tumor nog niet echt actief was. Je kon er wel honderd oud mee worden en ik grapte dat ik daar heel blij mee was, omdat ik meende niet ouder te worden dan negentig. Elke drie maanden zou de PSA-waarde worden gemeten en zolang die lager zouden worden hoefde ik me niet ongerust te maken. Begin dit jaar bleek dat die waarden niet omlaag, maar juist omhoog gingen en ondanks de nieuwe opnamepieken van coronabesmette mensen bleek tot mijn enorme opluchting het nader onderzoeken van wat er aan de hand was met mijn prostaat mogelijk.
Het afwachten of de reguliere opvang in ziekenhuizen voor mij persoonlijk op peil kon blijven was zenuwslopend. Ik schreef eerder over een noodzakelijke heupoperatie van mijn zwager, die na lange tijd wachten eindelijk kon worden uitgevoerd. Wij waren bij lange na niet de enigen die bijna wanhopig wachtten op de start van de behandeling. Ik voelde me een bofkont, dat voor mij verdere onderzoeken vanaf dat moment mogelijk bleven. Naast tumor bij mijn prostaat werd een uitzaaiing geconstateerd. Gelukkig kon op redelijk korte termijn een behandeling worden gestart met bestralingen en een hormoonkuur. Ik maak me over het resultaat ervan nu niet meer zo druk.
Wat mij in de afgelopen periode erg dwars zat, was het verbeten verzet van een flinke groep mensen tegen de maatregelen die het uit de hand laten lopen van de pandemie in Nederland moesten voorkomen. Wie geloof hecht aan berichtgeving in de meeste normale media kan vernemen hoe deskundiger mensen het hoe en waarom rond dit virus verklaren en daarmee de noodzaak van de beschermende maatregelen rechtvaardigen. Wie het afgelopen anderhalf jaar de mortale gevolgen van de houding van Trump en Bolsonaro heeft gezien en dan nog steeds wil volharden in het ontkennen van de ernst van het virus in zijn steeds nieuwere en bedreigender varianten, is niet meer als normale gesprekspartner te beschouwen.
De regering zorgt voor een tweedeling, doet aan vaccinatiedrang, zet persoonlijke vrijheden op de tocht zijn kreten die passen in een land met dictatuur. Nederland is geen dictatuur! Hier heb je het recht om je niet te laten vaccineren, maar waarom zou je het recht hebben om mijn gezondheid en die van de overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking blijvend in de gevarenzone te houden? Het ontkennen dat je dat doet wil nog niet zeggen dat je gelijk hebt. Wanneer je tekeer trekt tegen ieder die wappiegedrag niet op prijs stelt of in de eigen leefsfeer wil dulden maak je jezelf nog belachelijker. Iedereen die het hier niet mee eens is, mag mij gerust een kankerlijder noemen. Dat voelt voor mij als een erkenning.