16 juni 2021 – Column Peter Ursem: Over coalitie, huwelijk en een kop koffie
Kun je een coalitie van politieke partijen vergelijken met een huwelijk? Ja, wanneer je denkt aan verstandshuwelijken. Nee, wanneer je denkt aan hoe de huwelijken in het algemeen tot stand komen, met liefdesbaby’s enzo. Een coalitie is weinig meer dan een zakelijke overeenkomst, hoewel bij veel wat politici willen bereiken ook overtuigingen en emoties blijven meespelen.
Polderen is een manier van politiek bezig zijn die we graag beschouwen als een mooie Nederlandse uitvinding, waarmee wij tevens een claim leggen op de titel van beste democratie van de wereld. Talloze conflicten in de Nederlandse coalities van de afgelopen jaren met tientallen wethouders die voortijdig of zelf de pijp aan Maarten geven of eruit gebonjourd worden laten zien dat polderen niet zaligmakend is. In Westfriesland wisten we jarenlang de gemeente aan te wijzen waar wethouders wegsturen bijna standaard gebeurde, nu kan dat in meer Westfriese gemeenten gebeuren. Zelfs in Medemblik, hoewel men daar nog manmoedig stand houdt tegenover elkaar en elkaar tot het bittere eind in een houdgreep wil houden. Dat einde is de verkiezingsuitslag van de verkiezingen in maart.
Elk compromis bevat een prijskaartje
Gemeentebelangen, CDA, PvdA en VVD hebben in 2018 een coalitieovereenkomst gesloten. Neem van mij aan dat dit niet slechts met hartelijke glimlach en waarderende woorden naar elkaar is geschied. Met fracties die politiek behoorlijk kunnen verschillen is strijd geleverd om elke hoofdletter, komma en uitroepteken. Het vraagteken heeft eerst meegedaan in de verkennende fase en is wekelijks teruggekomen bij de te vaak separaat gehouden analyses van uitvoering van overeengekomen doelen. De grootste fracties menen vaak recht te hebben op de meeste keren gelijk, terwijl kleinere fracties de kaart blijven spelen van de mogelijkheid te bieden om dat gelijk daadwerkelijk te krijgen. Elk compromis bevat een prijskaartje dat voor elke fractie een eigen waardebepaling kent.
Volhouden voor de volle vier jaar vraagt wat van je. De samenleving verandert tegenwoordig snel. Soms sneller dan je kunt bijbenen. De coronacrisis heeft de samenleving diepgaand veranderd en het is nog niet afgelopen met de aanpassingen en beperkingen. Na vier jaar samenwerken in een moeizaam gepolderde samenwerkingsverband weet je dat er veel zaken zijn die je achteraf bezien anders had moeten aanpakken. Elke partij stelt met grote regelmaat de inzichten bij, maar hoe ga je daarmee om in een samenwerkingsverband met partijen die tot elkaar veroordeeld zijn in verband met aantallen zetels en verwachtingen van voor de verkiezingen?
vasthouden aan afspraken die in hun ogen wellicht ook achterhaald zijn
De VVD opereert als oppositiepartij, lees ik letterlijk. De VVD tracht zich aan te passen aan de veranderde samenleving met andere vragen en problemen dan een paar jaar terug, zie ik dan staan. Moet ik uit deze opmerking van drie partijen die willen vasthouden aan eerder gemaakte afspraken opmaken dat zij niet de noodzaak zien om mee te deinen met de golvende geschiedenis? Moet ik constateren dat CDA, Gemeentebelangen en PvdA van Medemblik met de tanden op elkaar willen vasthouden aan afspraken die in hun ogen wellicht ook achterhaald zijn, maar afspraak is afspraak?
Ik vrees dat alle vier deelnemende partijen in het Medemblikse college verzuimd hebben om met elkaar bezinningsmomenten in te bouwen na het afronden van het in 2018 gesloten akkoord. In een goed huwelijk gebeurt dat vanaf dag één en daar waar bezinning geen plek krijgt, strandt ook een huwelijk. Daarin lijken coalities en huwelijken wel weer op elkaar. Het idee van een gezamenlijke kop koffie op een terras lijkt een mooi en verstandig idee van de VVD, maar dat pleit de partij nog niet vrij van het afwijken van afspraken zonder dat er eerst koffie gedronken is.