2 juni 2021 – Column Peter Ursem: Paleis Opmeer
Een aantal jaren geleden bezochten mijn vrouw en ik in Gorssel het Museum More. More is een afkorting van modern realisme. Dat is een kunststroming waar nog langer geleden Dirk Scheringa een verzameling van opbouwde en in Wognum in een voormalig schoolgebouw tentoonstelde. In dat museumpje – ik gebruik nu expres een verkleinwoord – stonden en hingen veel stukken van veel kunstenaars die realistisch schilderden. Tot onze grote verrassing en ook met enige voldoening ontwaarden wij in Gorssel veel kunstwerken die eerst in Wognum hingen.
Dirk Scheringa heeft zijn museum en zijn collectie moeten laten verkopen en gelukkig is een flink deel in Nederland gebleven. Een bezoek aan Gorssel betekent voor ons dus deels een nostalgisch uitstapje. Dat er een verzameling bijeengebracht is vind ik een mooie gedachte, maar aan deze verzameling kleeft helaas ook de herinnering aan een hoop ellende bij mensen die financieel een stuk minder goed boerden dan Dirk Scheringa.
Bij de val van DSB stopte ook direct de afbouw van het bijna megalomane gebouw
In Opmeer zou een nieuw museum verschijnen. Een kunstpaleis met vele zalen en ruimte voor een nog veel grotere collectie. Een kunstpaleis van on-westfriese allure, dat bijna de financiële wanpraktijken waaruit het voortsproot overschreeuwde. Bij de val van DSB stopte ook direct de afbouw van het bijna megalomane gebouw. We weten hoe kansen om daar voor Westfriesland een publiekstrekkende zelfs nationale instelling van te maken één voor één sneuvelden. Voor mij als bewoner uit een andere gemeente die er regelmatig met de auto langs kwam rijden is het altijd een beetje onduidelijk gebleven waarom ambitieuze museale ideeën niet hier, maar elders in een nog te bouwen duur panden dienden te worden ondergebracht.
Dat zijn dus 121 woonruimtes! Een woonpaleis voor een dictator
Het paleis heeft er jarenlang alleen maar gestaan, nog niet helemaal af en zonder enig nuttig doel dienend. Kopers met een hoop geld in de zak hebben zich verkeken op de mogelijkheden. Nu lijkt daar eindelijk verandering in te komen. Er kunnen woningen in worden gebouwd. Maar liefst 56 betaalbare huurwoningen voor jongeren en alleenstaanden, 22 koopappartementen en 43 woon-zorgappartementen. En dan is er binnen het complex nog ruimte voor andere nuttige zaken. Nauwelijks te bevatten! Dat zijn dus 121 woonruimtes! Een woonpaleis voor een dictator. Voor de Turkse president zou het veel te klein zijn, maar voor een leider die iets minder geschift is, zou het heel passend kunnen zijn.
Nu gaan daar als alles kan doorgaan gewone mensen wonen. Er zal flink worden verbouwd eer het zover is. Maar ik las dat het niet zeker was of het gebouw zoals het er nu uitziet behouden blijft. Het zou dus compleet tegen de vlakte kunnen gaan. Daar schrik ik van! Je hebt alle gelijk van de wereld wanneer je zegt dat de architectuur niet Westfries is. Er zijn vergelijkingen getrokken met bouwwerken in Spanje. Daardoor heeft het gebouw in mijn ogen juist een extra reden om herkenbaar te blijven als een speciaal gebouw. Het is een gebouw met een eigen geschiedenis. Nu al, ver voordat het echt in gebruik genomen zal worden.
Zullen we de komende tijd verhalen van betweters horen, die vinden dat het gebouw uit de toon valt? Als een vlag op een modderschuit? Ik zie het gebouw inderdaad als een vlag, maar je kunt onmogelijk Opmeer vergelijken met een modderschuit. Bekijk het gebouw niet als een mislukking, als de teloorgang van een megalomane bankdirecteur. Nu trekt het de ogen van voorbijgangers. Na sloop komt er gewoon alleen maar een keurig woonproject. Niks meer en ben ik voortaan Opmeer voorbij zonder dat het me opgevallen is.