11 mei 2022 – Column Peter Ursem: Parallelle verkeerswerkelijkheid
Tractoren horen op het boerenland en op de boerenweggetjes was vroeger mijn vaste overtuiging. En wanneer ik op doorgaande wegen achter een tractor met zwaarbeladen aanhanger rijd, zwenk ik altijd even naar de middenstreep op de weg om te zien waar die overgaat in een onderbroken middenstreep en of de afstand tot het tegemoet rijdende verkeer groot genoeg is, om in een lagere versnelling vol gas voorbij de trekkercombinatie te kunnen komen.
Die mensen doen ook gewoon hun werk, is dan doorgaans mijn gedachtegang, maar ik hoop dat zo weinig mogelijk agrarisch verkeer die weg nodig heeft om ergens te komen. Als ik me er aan ga ergeren, moet ik maar overwegen om niet in Westfriesland te wonen of buiten de bebouwde kom van Hoorn te gaan. In Opperdoes en in Medemblik rijden de tractoren dwars door de bebouwde kom heen. Daar wel, maar ik moet begrijpen dat men dat daar ook niet zo’n prettige gewoonte vindt. De bestuurders van het landbouwverkeer zijn het daar volledig mee eens en hebben dat zelfs meermaals laten weten.
de plannenmakers lijken deze regio alleen te kennen via de landkaarten
In de planning van wegenaanleg zou er rekening gehouden kunnen worden met het drukke tractorverkeer, zou je denken. Maar de plannenmakers lijken deze regio alleen te kennen via de landkaarten, waarin zij doorgaans nieuwe weggetjes mogen intekenen. Dan zien zij in één oogopslag dat er tussen de vele dorpskernen allemaal wegen zijn en dat je overal kunt komen zonder al te veel om te rijden. Klaar is de tekenklus dus. En wanneer de overhedelijke opdrachtgevers in hun achterhoofd het beeld hebben van agrariërs die met hun tractoren allerlei protestdemonstraties willen langs rijden, zouden die zomaar kunnen denken dat die agrariërs met hun tractoren op het eigen erf moeten blijven. Misschien loopt in het provinciehuis nog een bestuurder rond die ervan overtuigd is dat Westfriese boeren de gewoonte hebben met de tractor naar Albert Heijn, Dekamarkt, Jumbo of een andere supermarkt (hoeveel ketens moet ik noemen om niet beticht te worden van sluikreclame? Dan noem ik voor de veiligheid VOMAR en SPAR ook even en DEEN hoeft niet meer, anders zou deze column zomaar een stukje te lang kunnen worden! (en wie zit daar nu op de wachten?)).
Er rijden jaarlijks meer dan 7500 tractoren noodgedwongen door Opperdoes en Medemblik
Er rijden jaarlijks meer dan 7500 tractoren noodgedwongen door Opperdoes en Medemblik. Wanneer ik ervan uitga dat ’s zondags geen tractoren torren dan zijn dat er pakweg minimaal 25 per dag. Dus aanzienlijk veel meer dan de regiobussen tijden. Omdat er daar geen parallelweg is langs de N240. Omdat de plannenmakers bij de Provinciale Staten er de noodzaak niet van inzien? Omdat er geen geld meer is? Omdat elders in de provincie iets wordt aangelegd dat veel meer aanzien verdient dan een landweggetje voor tractoren? Omdat ze in Haarlem denken dat die lui in Westfriesland niet moeten zeuren? Omdat een stagiaire met een onvoldoende voor topografie de tekening mocht maken? Of omdat die stagiaire wegens de coronamoeilijkheden in het onderwijs dit vak mocht schrappen? Of toch niet omdat men denkt dat er van de jaarlijks 150 doden bij N-wegongevallen er relatief weinig zijn in Westfriesland? Of heeft een bestuurder van de gemeente Medemblik tijdens een borrel in Haarlem zich laten ontvallen dat het allemaal best geregeld is qua wegenaanleg?
Je blijft natuurlijk gissen naar de juiste reden. Misschien is die uit te leggen. Wanneer dat in het kort kan worden uitgelegd op een bord aan het begin van de N240 en bij het binnenrijden van de bebouwde kom dan zal de ergernis natuurlijk volledig verdwijnen en de bestuurders van de tractoren een bemoedigende hartelijke zwaai doen toekomen van bewoners die het allemaal begrijpen en kunnen billijken. Ik vrees echter dat deze veronderstelling minstens zo krankzinnig is als het uitblijven van een noodzakelijke parallelweg. Misschien helpt het een beetje wanneer elke Westfriese bestuurder tijdens een bespreking met een provinciaal bestuurder langs de neus weg een à propos doet over de noodzaak van dit boerenweggetje. Dat is in ieder geval beter dan iedereen in Nederland en ver daarbuiten aan te raden toch vooral niet meer naar Opperdoes en Medemblik te reizen. Ik bof maar dat ik niet elke dag die kant op moet.