29 september 2022 – Column Peter Ursem: Nood
Het dreigt in de toekomst niet meer vanzelfsprekend te zijn, dat we op voldoende elektriciteit of drinkwater kunnen rekenen. Dat het gas schaarser en daarom duurder wordt is te verklaren uit recente gebeurtenissen in ons werelddeel. Maar ook zijn door mensen met een beetje toekomstinzicht waarschuwende voorspellingen over dreigende problemen met het verkrijgen hiervan geuit. Geopolitieke gebeurtenissen zijn denk ik moeilijker te voorspellen dan groeiende behoefte aan stroom en water.
De geluiden dat ons stroomnet overbelast dreigt te raken of zelfs hier en daar al aan beperkende maatregelen bloot staat klinken al enige jaren. Omdat voldoende elektriciteit van ontzettend belangrijke betekenis is voor ons als particuliere gebruikers en voor de economische pijlers onder onze welvaartsstaat, zou je denken dat daar ver van tevoren al maatregelen zijn bedacht. En ik vrees dat die ook wel bedacht zijn, maar dat uitvoering van die maatregelen wordt opgehouden door onze regelverslaafde bestuurslagen.
Terwijl nog volop reclame wordt gemaakt voor het laten installeren van eigen zonnecellen op het dak horen we ook berichten over het toenemende probleem om overtollige stroom terug te leveren aan de energie-opwekkers en -verstrekkers. Het net kan het niet aan. En nu er een versnelling wordt gepropageerd om zo snel mogelijk van het gas af te gaan, zal er ook een nog grotere vraag ontstaan naar stekkerenergie. Nieuwe bedrijven moet maar afwachten of ze aangesloten worden op het net. Schokkend!
uitvoering van die maatregelen wordt opgehouden door onze regelverslaafde bestuurslagen
We mogen niet alle knelpunten op dit gebied afschuiven op het landjepikgedrag van Poetin. De bewustwording van het gevaar dat we lopen met aanvoer via pijpleidingen en kabels over de zeebodem kan ook nog nauwelijks een belemmerende rol hebben gespeeld bij plannenmakers met gevoel voor de toekomst. Waar komen planningen, futuristische inzichten en opdrachten voor het verbeteren van de infrastructuur vandaan en wie krijgt dat als eerste te beoordelen?
Veel noodzakelijke verbeteringen worden het eerst ontdekt door bedrijven die er hun boterham aan verdienen. Liander is één van de grote bedrijven die gaat over de infrastructuur van het elektriciteitsnet. Liander moet de eigen broek op houden en dat dienen de andere bedrijven die weer andere delen van Nederland mogen bedienen ook te doen. En nu kom je misschien een beetje in de buurt van de reden waarom zaken nog niet helemaal goed geregeld zijn. Wat kost het vernieuwen van de infrastructuur en wat levert het op? De landelijke overheid kan zeggen: ‘Regel dat zelf maar, wij gaan daar niet meer over.’
Wie pakt zo’n bedrijf de opdracht af, wanneer het in gebreke blijft? En daarnaast komt ook de vraag hoeveel een gemeente of zelf provincie nog te vertellen heeft over wat er nodig moet worden aangepakt. Zodra de overheid met de eis komt dat er verbeterd moet worden, zegt een bedrijf: ‘Betaal je dan mee?’ Ook bij deze belangrijke zaak is het wellicht te optimistisch gedacht dat een commercieel bedrijf een betere oplossing is dan een door de overheid aangestuurde organisatie.
‘Regel dat zelf maar, wij gaan daar niet meer over.’
Maar ook is het in ons land verrekte moeilijk voor een bedrijf dat alle verbeteractiviteiten wil bewerkstelligen. Het is in dat geval juist onze overheid die er een enorm vertragingsprogramma voor hanteert. Ook politieke partijen in het parlement, in de provincie en in de gemeenteraden willen daar allemaal in meegenomen worden een eigen zegje over doen en externe deskundigen raadplegen om er dan zelf iets over te kunnen zeggen dat gefundeerd lijkt.
Ook over de verkrijgbaarheid van schoon drinkwater is in de beangstigende nabije toekomst geen zekerheid meer. Het helpt dan ook niet wanneer grote bedrijven miljoenen liters van dit vocht nodig heeft om te spoelen en te koelen. Ongetwijfeld contractueel vastgelegd met de overheidsinstelling in de buurt. Het zijn vaak kabouter-reuzenoverlegsituaties geweest. Draai dat maar eens terug! Ik hoop dat er binnenkort door de overheid kort gehouden bedrijven komen die grote wateropslagplaatsen inrichten om aan diverse industriële en agrarische waterbehoeften te kunnen voldoen. Nood breekt wet, is een mooie tegeltjesuitspraak. Nood maakt verstandig past wat mij betreft ook op een tegeltje.