Verordening op de heffing en invordering van rioolheffingen Enkhuizen 2023
De raad van de gemeente Enkhuizen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 november 2022, nummer wordt ingevuld door de griffie.
gelet op de artikelen 147 en 228a van de Gemeentewet
de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffingen Enkhuizen 2023 vast te stellen.
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
- a)
- b)
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
- 1.
- a)
- b)
- 2.
Voor het eigenarendeel wordt, als het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
- 3.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarieven
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
De belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, bedraagt per perceel gebruikt als:
- a.
- b.
- c.
- d.
winkel, garagebedrijf, fabriek, kantoor, werkplaats of enig ander bedrijf, geen horecabedrijf zijnde, waarin werkzaam zijn:
minder dan 5 personen € 329,41
tot en met 10 personen € 555,18
11 tot en met 50 personen € 1.102,87
51 tot en met 100 personen € 2.219,038.
vermeerderd met € 1.067,61 voor elk honderdtal personen of gedeelte daarvan boven de 100 personen.
- e.
- f.
- g.
- 8.
- 9.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
- 2.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
- 4.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
- 2.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later. Indien automatische incasso niet als hiervoor vermeld kan worden gerealiseerd, dient betaling overeenkomstig het eerst lid te geschieden.
- 3.
Bij de invordering van rioolheffingen wordt kwijtschelding verleend met inachtneming van de “Kwijtscheldingsverordening 2019”.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De ”Verordening rioolheffing 2022”, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 21 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
- 3.
- 4.